SGLT2i verlaagt klinische uitkomsten in CKD patiënten met en zonder T2DM
Effects of dapagliflozin on major adverse kidney and cardiovascular events in patients with diabetic and non-diabetic chronic kidney disease: a prespecified analysis from the DAPA-CKD trial
Literatuur - Wheeler DC, Stefánsson BV, Jongs N et al., - Lancet Diabetes Endocrinol 2021; 9: 22–31SGLT2 remmers vertragen de snelheid van afname van eGFR en albuminurie in patiënten met type 2 diabetes [1] en in patiënten met chronische nierziekte en type 2 diabetes [2]. Klinische studies en experimentele data over gebruik van SGTL2 remmers ondersteunen een gunstig hemodynamisch effect van SGLT2 remmers in de nieren. Dit suggereert dat gebruik van SGLT2 remmers resulteert in gunstige nieruitkomsten onafhankelijk van effecten op glucose en daarom ook in patiënten met CKD met andere oorzaken dan T2DM [3,4].
In de DAPA-CKD trial verlaagde dapagliflozine risico op nierfalen, sterfte door CV oorzaken or ziekenhuisopname voor hartfalen en sterfte door alle oorzaken in een brede groep individuen met CKD [5].
In deze vooraf gespecificeerde analyse van de DAPA-CKD trial werd onderzocht of de aanwezigheid of afwezigheid van type 2 diabetes op baseline en de onderliggende etiologie van nierziekte de effecten van dapagliflozine op klinische uitkomsten veranderde.
Patiënten in de DAPA-CKD werden gerandomiseerd naar dapagliflozine eenmaal daags of naar gematchte placebo in een 1:1 ratio, in aanvulling op standaardzorg. Tijdens het screeningsbezoek werd de diagnose van nierziekte genoteerd in de volgende categorieën: diabetische nefropathie, chronische glomerulonefritiden (een subgroep van IgA nefropathie werd apart onderzocht), ischemische of hypertensieve CKD, andere of onbekende oorzaken van CKD. Primaire uitkomst was een samenstelling van aanhoudende afname van 50% of meer in eGFR, eindstadium nierfalen, of sterfte door nier of CV oorzaken. In de hoofdtrial werden 4303 patiënten geïncludeerd met een gemiddelde eGFR van 43 ml/min/1.73m2 een mediane UACR van 949 mg/g, die werden gevolgd voor een mediaan van 2.4 jaar (IQR 2.0-2.7). 32% Van de patiënten had geen T2DM en 396 deelnemers met T2DM had CKD door andere oorzaken dan diabetische nefropathie.
Belangrijkste resultaten
- In patienten met T2DM verlaagde dapagliflozine de primaire samengestelde uitkomst in vergelijking met placebo (HR 0.64, 95%CI: 0.52-0.79). Ook in patiënten zonder T2DM verlaagde dapagliflozine het primaire eindpunt in vergelijking met placebo (HR 0.50, 95%CI: 0.35-0.72). Er was geen interactie voor diabetesstatus (Pinteractie=0.24). NNT was 19 voor beide groepen.
- Geen verschillen in de effecten van dapagliflozine vs. placebo op de componenten van de primaire uitkomst of de vooraf gespecificeerde samengestelde uitkomst van chronische dialyse, niertransplantatie en nier-gerelateerde sterfte voor diabetesstatus werden gezien.
- Een consistent effect van dapagliflozine op de secundaire nier-specifieke samengestelde uitkomst (aanhoudende eGFR afname ≥50%, eindstadium nierfziekte of nier-gerelateerde sterfte) werd waargenomen in patiënten met en zonder T2DM. Ook voor de samengestelde uitkomst van CV sterfte of ziekenhuisopname voor hartfalen; of voor de uitkomst van sterfte door alle oorzaken werd geen effect van medicatie voor diabetesstatus waargenomen.
- Effect van dapagliflozine op de primaire samengestelde uitkomst was consistent in patiënten met diabetische nefropathie (n=2510, HR 0.63, 95%CI: 0.51-0.78), glomerulonephritides (n=695, HR 0.43, 95%CI:0.26-0.71), ischemische of hypertensieve (n=687, HR 0.75, 95%CI: 0.44-1.26) en CKD door andere of onbekende oorzaak (n=412, 95%CI: 0.59, 95%CI: 0.29-1.19). Vergelijkbare resultaten werden gezien voor secundaire uitkomsten.
- Dapagliflozine verlaagde het risico op de primaire uitkomst in vergelijking met placebo in 270 patiënten met IgA nefropathie (HR 0.29, 95%CI: 0.12-0.73).
- Proportie patiënten in de dapagliflozine en placebogroepen met serieuze nadelige events of dat studiemedicijn stopte door bijwerkingen verschilde niet voor diabetesstatus (maar numeriek waren ere meer event in T2DM patiënten en meer met dapagliflozine dan met placebo). Proportie patiënten dat stopte door bijwerkingen leek te variëren per etiologische subgroep.
Conclusie
Deze vooraf gespecificeerde analyse van de DAPA-CKD trial toonde aan dat afname van majeure nadelige nier en CV uitkomsten door dapagliflozine in vergelijking met placebo in patiënten met CKD onafhankelijk was van diabetesstatus en de onderliggende oorzaak van CKD.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: