Vrijwel lineaire associatie tussen natriuminname en BP in individuen met en zonder hypertensie
Blood Pressure Effects of Sodium Reduction: Dose-Response Meta-Analysis of Experimental Studies
Literatuur - Filippini T, Malavolti M, Whelton PK, et al. - Circulation. 2021 Feb 15. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.120.050371.Over het algemeen wordt de relatie tussen natriuminname en een verhoogde BP geaccepteerd. Echter trekken sommigen de effectiviteit van een verlaagd natrium in het dieet om BP te verlagen bij individuen zonder hypertensie in twijfel, alsook effecten op DBP [1-3].
Tot op heden is de exacte vorm van de dosis-respons associatiecurve voor het volledige bereik van natriuminname en BP niet volledig duidelijk, vanwege heterogeniteit tussen studies. Dit komt door een gebrek aan flexibele modellen die in staat zijn om studies te includeren met minder dan 3 vergelijkende factoren, zoals 2-arm RCTs [1]. Recentelijk is een nieuw 1-stage of mixed-effects model geïntroduceerd, waarin studies met een enkele vergelijkingsarm kunnen worden geïncludeerd om heterogeniteit en een mogelijke curvilineaire dosis-responsrelatie te schatten [4,5].
Deze studie voerde een uitgebreide dosis-respons meta-analyse uit van klinische trials die onderzoek hadden gedaan naar het effect van natriuminname via de voeding op BP over een breed scala van blootstellingen aan natrium. Hierbij werd gebruik gemaakt van het nieuwe 1-stage cubic spline mixed-effects model.
Trials die werden geïncludeerd hadden 1) een follow-up van tenminste 4 weken , 2) een 24-uurs meting van urinaire natriumexcretie, 3) natriuminterventie door aanpassing(en) aan het dieet of natriumreductie gevolgd door suppletie van natrium of placebo, 4) deelnemers met of zonder hypertensie, 5) SBP en DBP metingen voor en na de interventie, en 6) een vergelijking van de behandeling met een normale/hoge concentratie natrium of placebo als vergelijker, zonder gemengde interventiecomponenten. In totaal werden 85 trials geïncludeerd met een natriuminname range van 0.4-7.6 g/dag. Data van deelnemers met hypertensie (n=65), zonder hypertensie (n=11) of een combinatie (n=9) werden gepooled. Een natriuminname van 87 mmol/dag werd als referentiewaarde genomen, wat overeenkomt met de vastgestelde veilige inname van 2 g natrium per dag of 5 g zout per dag [6]. Deelnemers werden gestratificeerd naar natriuminterventie, hypertensiestatus, of lengte van de trial. Natriuminterventie omvatte reductie van natriuminname waarna één groep een natriumsupplement kreeg (n=43) of een aanpassing aan het dieet om natrium te reduceren (n=38). Follow-up varieerde van 4 weken tot 36 maanden.
Belangrijkste resultaten
- Natriumexcretie was vrijwel lineair geassocieerd met veranderingen in SBP en DBP over het volledige bereik van natriuminname. De curve voor SBP was echter steiler ten opzichte van de curve voor DBP.
- Elke 100 mmol/dag verlaging van urinaire natriumexcretie was geassocieerd met een gemiddelde SBP verlaging van 5.56 mmHg (95% CI: -4.52 tot -6.95 mmHg) en 2.33 mmHg voor DBP (95% CI: -1.66 tot -3.00 mmHg).
- In trials die natriumsuppletie gebruikten verlaagde een 100 mmol/dag reductie in natrium het gemiddelde SBP met 4.47 mmHg (95% CI: -3.08 tot -5.86 mmHg) en DBP met 1.90 mmHg (95% CI: -0.99 tot -2.81 mmHg).
- Elke 100 mmol/dag reductie in urinaire natriumexcretie door een aanpassing van het dieet verlaagde de gemiddelde SBP met 6.63 mmHg (95% CI: -5.12 tot -8.15 mmHg) en DBP met 2.79 mmHg (95% CI: -1.80 tot -3.78 mmHg).
- Lineaire regressie-analyse in deelnemers met hypertensie liet zien dat 100 mmol/dag reductie in natriuminname geassocieerd was met een gemiddelde SBP verlaging van 6.50 mmHg (95% CI: -5.22 tot -7.79) en DBP verlaging van 3.00 mmHg (95% CI: -2.27 tot -3.74). Personen zonder hypertensie lieten een verlaging van 2.30 mmHg SBP (95% CI: -1.33 tot-3.27 mmHg) en 0.80 mmHg DBP (95% CI: +0.29 tot -1.89) zien.
- Het effect op SBP was sterker in de korte-termijn studies (4-11 weken) in vergelijking met de lange-termijn trials (≥12 weken). De dosis-respons helling voor DBP was steiler bij een matig tot hoge natriuminname (>3 g/dag) in de korte-termijn studies in vergelijking met de langere-termijn trials. Het tegenovergesteld effect was zichtbaar bij een lagere natriuminname (<3 g/dag).
- Een groter verschil in natriuminname was geassocieerd met een groter effect op SBP en DBP, wat het meeste duidelijk was voor SBP en voor beide was dit een bijna lineaire associatie Een aanpassing van het dieet had het sterkste effect op SBP en DBP ten opzichte van natriumsuppletie.
- Er was een sterkere SBP en DBP verlaging door een verlaagde natriumconsumptie in individuen met hypertensie in vergelijking met diegenen zonder hypertensie. De relatie tussen natriumverschil voor de behandelarmen en veranderingen in BP is in beide groepen lineair.
Conclusie
Deze dosis-respons meta-analyse liet een vrijwel lineaire relatie zien tussen natriuminname en gemiddelde SBP alsook DBP, zonder enige indicatie van een afzwakking van de curve aan beide uiteinden van de range van natriumblootstellingen, en onafhankelijk van hypertensie status en lengte van blootstelling aan natrium. Aanpassingen aan het dieet hadden een sterker dosis-respons effect op SBP en DBP dan natriumsuppletie, met een steilere curve voor SBP in vergelijking met DBP. Het effect van natriumreductie op SBP was meest prominent in individuen met hypertensie ten opzichte van diegenen zonder hypertensie.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: