Wereldwijde associatie tussen dieet met hoge glycemisch index en verhoogd MACE en sterfte

Introductie en methoden

Er is een brede consensus over de waarde van volkoren en vezelrijke producten voor de preventie van chronische ziektes [1-5]. Een ruime hoeveelheid data ondersteunen het voorkomen en behandelen van diabetes met een dieet dat een lage glycemische index heeft (een beoordelingssysteem om te meten hoeveel 50 g koolhydraten uit een bepaald soort voedsel de bloedglucosespiegel verhoogt). Data met betrekking tot de associatie tussen een dieet met een lage glycemische index en CV risicoreducties geven echter een gemengd beeld [2,6,7]. Bovendien zijn de meeste data verzameld in westerse populaties met een hoog-inkomen en is er weinig informatie van niet-westerse lage- of midden-inkomenslanden. Deze studie onderzocht de associatie tussen glycemische index en CVD en sterfte door alle oorzaken in een diverse populatie uit verscheidene landen en geografische en economische regio’s met zeer gevarieerde diëten.

Deze studie maakte gebruik van de internationale Prospective Urban Rural Epidemiology (PURE) studie en includeerde deelnemers (n=137,851; 35-70 jaar) van 4 hoge-inkomenslanden, 11 midden-inkomenslanden en 5 lage-inkomenslanden op 5 continenten [8-10]. Deelnemers vulden landspecifieke vragenlijsten in over voedselfrequentie die in totaal 3200 voedselprodukten omvatten, met 98-220 items per vragenlijst, om voedselinname van de deelnemer te bepalen. De gemiddelde glycemische index van een individu werd geschat door het wegen van de glycemische indexen van 7 categorieën van koolhydraatrijk voedsel (zuivel: 38, fruit: 69, vruchtendrank: 68, groenten:54, zetmeelrijk voedsel: 93, peulvruchten: 42, en frisdranken: 87) op basis van de dagelijkse netto koolhydraatconsumptie van de 7 categorieën. De individuele glycemische belasting (load) werd berekend door de gemiddelde netto koolhydraatinname te vermenigvuldigen met de glycemische index en die waarde te delen door 100 [11]. Het primaire eindpunt was een samenstelling van MACE (CV sterfte, niet-fatale MI, beroerte, of HF) of sterfte door alle oorzaken. Secundaire uitkomsten waren de individuele componenten van MACE en CV-ongerelateerde sterfte. Deelnemers werden gestratificeerd naar aan- of afwezigheid van baseline CVD en verder ingedeeld in kwintielen van glycemische index of belasting. Mediaan van het laagste kwintiel voor glycemische index was 76 (IQR 74-78) en mediaan voor het hoogste kwintiel was 91 (IQR 90-91). Mediaan voor het laagste kwintiel voor glycemische belasting was 136 (IQR 111-155) g/dag en mediaan voor het hoogste kwintiel was 468 (IQR 418-548) g/dag. Mediane follow-up was 9.5 jaar (bereik van 3.2-11.9 jaar).

Belangrijkste resultaten

• De gemiddelde glycemische index berekend met de zeven-voedselcategorie methode was 81 in vergelijking met 77 met de conventionele methode (r=0.69), en gaf 92.5% van de netto koolhydraten in de diëten van de deelnemers weer.

• Volledig gecorrigeerde regressieanalyse liet een verhoogd risico op MACE en sterfte door alle oorzaken zien voor deelnemers in het hoogste kwintiel van glycemische index in vergelijking met diegenen in het laagste kwintiel in de totale populatie (HR 1.25, 95% CI: 1.15-1.37) en bij diegenen met CVD (HR 1.51, 95% CI: 1.25-1.82) en zonder baseline CVD (HR 1.21, 95% CI: 1.11-1.34). Ook was een hoge glycemische index vergelijkbaar geassocieerd met een verhoogd risico op CV sterfte , MACE, en beroerte.

• Een hoge glycemische index was ook significant geassocieerd met een verhoogd risico op CV-ongerelateerde mortaliteit en sterfte door alle oorzaken in het totale cohort (beide Ptrend<0.001), alsook in deelnemers met CVD (niet-CV sterfte Ptrend=0.02; sterfte alle oorzaken Ptrend=0.005) en zonder CVD (beide Ptrend<0.001).

• In Individuen met baseline CVD en in de totale populatie was een hoge glycemische belasting geassocieerd met een verhoogd risico op MACE en sterfte door alle oorzaken in vergelijking met diegenen met een lage glycemische belasting. Deze associatie werd niet aangetoond bij deelnemers zonder CVD.

• In personen met een BMI ≥25 was een hoge glycemische index sterker geassocieerd met MACE of sterfte door alle oorzaken in vergelijking met diegenen met een BMI <25 (HR 1.38, 1.22-1.55 vs. HR 1.14, 1.00-1.30). Er was geen verschil tussen de associatie tussen glycemische index en het primaire eindpunt voor inspanningstatus (licht of zwaar), roken, of het gebruik van BP medicatie of statines.

• Hoge glycemische belasting was het sterkst met de primaire uitkomst in de totale populatie van hoge-inkomenslanden geassocieerd (HR 1.93, 95% CI: 1.05-3.53, Ptrend=0.01).

Conclusie

Referenties

Vind dit artikel online op New Eng J Med.