Vrouwen zonder beïnvloedbare CV-risicofactoren hebben hoogste sterfterisico na STEMI
Mortality in STEMI patients without standard modifiable risk factors: a sex-disaggregated analysis of SWEDEHEART registry data
Literatuur - Figtree GA, Vernon ST, Hadziosmanovic N et al., - Lancet. 2021 Mar 20;397(10279):1085-1094. doi: 10.1016/S0140-6736(21)00272-5.Introductie en methoden
Gerichte therapieën tegen standaard beïnvloedbare cardiovasculaire risicofactoren (SMuRF's; hypertensie, diabetes, hypercholesterolemie en roken) hebben geleid tot verbeteringen in de preventie en behandeling van coronaire hartziekte [1,2]. STEMI bij patiënten zonder beïnvloedbare risicofactoren is echter niet ongebruikelijk [1]. Verschillende studies hebben een toename in de tijd laten zien van het aantal SMuRF-loze patiënten met STEMI [3-6]. Data over de kenmerken en uitkomsten van SMuRF-loze patiënten ontbreken vaak in publicaties van klinische studies. Deze studie onderzocht de kenmerken en uitkomsten bij STEMI-patiënten zonder SMuRF's met data uit het SWEDEHEART-register.
In het SWEDEHEART-register worden alle patiënten met MI die zijn opgenomen in cardiac care units in Zweden geregistreerd. In deze studie werden data geanalyseerd van 62048 patiënten (32.9% vrouwen) die ≥ 18 jaar oud waren, met verdenking op ACS en een STEMI-diagnose hadden. Patiënten met een bekende voorgeschiedenis van CAD (PCI, CABG of MI) werden geëxcludeerd. Van de 62048 patiënten waren 9228 (14.9%) SMuRF-loos. De primaire uitkomst was sterfte door alle oorzaken 30 dagen na STEMI. Secundaire uitkomsten waren MACE, CV sterfte, heropname voor HF, beroerte, coronaire revascularisatie, majeure bloeding en cardiogene shock in het ziekenhuis. De mediane follow-up was 4.9 (IQR 1.8-8.5) jaar.
Belangrijkste resultaten
- De SMuRF-loze groep had significant hogere troponineconcentraties en significant lagere LVEF, vergeleken met patiënten met minstens 1 SMuRF. In de SMuRF-loze groep werd echter minder ACEi of ARB's en bètablokkers voorgeschreven, vergeleken met patiënten met SMuRF's (ACEi of ARB's: 6261/8324 [75.2%] vs. 40444/49343 [82.0%], P<0.0001; bètablokker: 7382/8324 [88.7%] vs. 44914/49333 [91.0%, P<0.0001). Het verschil in aantal voorschrijvingen voor ACEi/ARB of bètablokker was het grootst voor SMuRF-loze vrouwen, vergeleken met vrouwen met ≥1 SMuRF (ACEi of ARBs: 1261/1872 [69.0%] vs. 12905/16469 [78.4%]; bètablokker: 1557/1827 [85.2%] vs. 14793/16464 [89.9%]). Patiënten zonder SMuRF's kregen ook minder vaak een een statine voorgeschreven bij ontslag in vergelijking met patiënten met SMuRF's (7597/8942 [85.0%] vs. 45876/51812 [88.5%], P<0.0001).
- Niet-gecorrigeerde percentages van overlijden in het ziekenhuis, cardiogene shock en gecombineerde MACE waren significant hoger in de SMuRF-loze groep vergeleken met patiënten met ≥1 SMuRF (sterfte in het ziekenhuis: 9.6% vs. 6.5%, P<0.0001; cardiogene shock: 6.3% vs. 4.1%, P<0.0001; gecombineerde MACE: 30.2% vs. 28.9%, P=0.0095).
- Sterfte door alle oorzaken 30 dagen na STEMI was significant hoger bij SMuRF-loze patiënten dan bij patiënten met ≥1 SMuRF (1104/9228 [11.3%] vs. 4149/52820 [7.9%]; HR 1.47, 95%CI 1.37-1.57, P<0.0001). Dit verschil leek te worden veroorzaakt door CV-sterfte, aangezien de percentages van recidiverende MI en beroerte vergelijkbaar waren tussen de groepen, en de percentages van heropname voor HF en revascularisatie waren lager bij patiënten zonder SMuRF's, vergeleken met patiënten met SMuRF's. Het verhoogde risico op sterfte door alle oorzaken 30 dagen na STEMI in SMuRF-loze patiënten bleef significant na correctie voor leeftijd, geslacht, LVEF, creatinine en BP.
- De hoogste mortaliteit na 30 dagen werd geobserveerd bij SMuRF-loze vrouwen (381/2164 [17.6%]), gevolgd door vrouwen met SMuRF's (2032/18 220 [11.1%]), SMuRF-loze mannen (660/7064 [9.3%]), en mannen met SMuRF's (2117/34600 [6.1%]).
- In analyses gecorrigeerd voor therapie bij ontslag, werd het voorschrijven van elke therapie geassocieerd met een verwachte lagere mortaliteit na 30 dagen, ongeacht SMuRF-status. Inclusie van ACEi of ARB en statine resulteerde in verlies van de significante associatie van SMuRF-loze status met mortaliteit na 30 dagen. Inclusie van bètablokker resulteerde in verzwakking van de associatie.
- Vergeleken met patiënten met ≥1 SMuRF bleef de niet-gecorrigeerde CV mortaliteit tot 12 jaar hoger in de SMuRF-loze groep bij zowel mannen als vrouwen. Sterfte door alle oorzaken bleef hoger bij SMuRF-loze patiënten gedurende meer dan 8 jaar bij mannen en tot het eindpunt van follow-up van 12 jaar bij vrouwen.
- Het aandeel van STEMI-presentaties veroorzaakt door SCAD was significant hoger in de SMuRF-loze groep dan bij patiënten met ≥1 SMuRF. De absolute aantallen waren echter laag. Mortaliteit na 30 dagen bij vrouwen met SCAD was lager dan bij vrouwen zonder SCAD (2/31 [6.5%] vs. 241/1710 [14.1%]). Het aantal SCAD-gevallen in mannen was te laag voor een zinvolle analyse.
Conclusie
Sterfte door alle oorzaken 30 dagen na STEMI was significant hoger bij patiënten zonder SMuRF's, vergeleken met patiënten met ten minste één SMuRF. De associatie van een SMuRF-loze status met een verhoogde mortaliteit was vooral duidelijk bij vrouwen. De auteurs stellen dat deze bevindingen de aanname tegenspreken dat minder traditionele risicofactoren voor atherosclerose resulteren in een lager risico na MI. Bovendien dient evidence-based farmacotherapie te worden voorgeschreven kort na infarct, ongeacht baseline risicofactoren of geslacht van de patiënt.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: