Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Vergelijking van P2Y12-remmers na PCI in patiënten zonder CYP2C19 LoF allel

Clopidogrel Versus Ticagrelor or Prasugrel After Primary Percutaneous Coronary Intervention According to CYP2C19 Genotype: A POPular Genetics Subanalysis

Literatuur - Claassens DMF, Bergmeijer TO, Vos GJA, et al. - Circ Cardiovasc Interv. 2021 doi:0.1161/CIRCINTERVENTIONS.120.009434

Introductie en methoden

Er is een grote variabiliteit in anti-plaatjeseffecten bij clopidogrel behandelde patiënten na PCI, deels als gevolg van genetische variaties in het CYP2C19 gen [1]. Dragers van een CYP2C19*2 of *3 loss-of-function (LoF) allel hebben bij een behandeling met clopidogrel een verhoogd risico op hoge bloedplaatjesreactiviteit. Deze reactiviteit is geassocieerd met een verhoogd risico op stenttrombose en terugkerende atherotrombotische events [2,3]. Patiënten die een CYP2C19*17 gain-of-function (GoF) allel hebben, hebben mogelijk een betere werkzaamheid van clopidogrel en daardoor wellicht een hoger risico op bloedingen met clopidogrel in vergelijking met non-carriers van deze variant [4]. Data van klinische uitkomsten in patiënten met CYP2C19*17 zijn echter tegenstrijdig en het merendeel is afkomstig van observationele studies [5].

De POPular Genetics trial toonde eerder aan dat een CYP2C19 genotype-gestuurde antiplaatjesstrategie geassocieerd was met een lager bloedingsrisico zonder een verhoogd trombotisch risico ten opzichte van de aanbevolen ticagrelor of prasugrel behandeling. Bovendien liet een subanalyse van de PLATO trial zien dat ticagrelor niet superieur was aan clopidogrel wanneer er gekeken werd naar trombotische uitkomsten [7]. Dus welke antiplaatjestherapie optimaal is voor specifieke non-carrier CYP2C19 LoF subgroepen in patiënten met STEMI na PCI is nog onduidelijk.

Deze vooraf gespecificeerde subanalyse van de POPular Genetics trial onderzocht het effect van het CYP2C19*17 allel in clopidogrel behandelde patiënten en de veiligheid en werkzaamheid van clopidogrel in patiënten zonder een CYP2C19*2 of *3 LoF allel in vergelijking met patiënten die een behandeling met ticagrelor of prasugrel kregen ongeacht hun genotype.

De POPular Genetics trial was een open-label, gerandomiseerde, multicenter trial die patiënten met ST-segment elevatie MI includeerde die een primaire PCI ondergingen. De primaire trombotische uitkomst was een samenstelling van CV sterfte, MI, stenttrombose, en beroerte, en de primaire bloedingsuitkomst omvatte PLATO majeure en mineure bloedingen. Vanwege een laag aantal homozygote CYP2C19*17/*17 patiënten werden homozygoten en heterozygoten (*1/*17 en *17*17, n=312) samengevoegd en vergeleken met patiënten met CYP2C19*1/*1 wild-type allelen (n=420). De tweede subanalyse was een vergelijking tussen clopidogrel behandelde patiënten zonder een CYP2C19*2 of *3 LoF allel (n=821) en patiënten die ticagrelor of prasugrel kregen (n=1608). Behandeling en follow-up was 12 maanden.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Behandeling met clopidogrel na PCI was geassocieerd met minder bloedingen en zonder verhoogde trombotische uitkomsten in STEMI patiënten die geen CYP2C19*2 of *3 LoF allel hadden in vergelijking met patiënten met de aanbevolen ticagrelor of prasugrel behandeling. Er werd geen significant verschil in trombotische of bloedingsuitkomsten gevonden met gebruik van clopidogrel in carriers van een CYP2C19*17 GoF allel in vergelijking met patiënten met wild-type allelen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Cir Cardiovasc Interv Bekijk een video van Claassens

Deel deze pagina met collega's en vrienden: