Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Individuele NOACs hebben verschillende risicoprofielen voor majeure GI bloedingen

The risk of gastrointestinal hemorrhage with non-vitamin K antagonist oral anticoagulants: A network meta-analysis

Literatuur - Oh HJ, Ryu KH, Park BJ, Yoon BH - Medicine. 2021;100:e25216. doi: 10.1097/MD.0000000000025216.

Introductie en methoden

NOACs worden veel gebruikt in de kliniek voor de preventie van een beroerte bij AF en voor de behandeling en preventie van veneuze trombo-embolie (VTE) [1]. Deze omvatten apixaban, dabigatran, edoxaban, en rivaroxaban. Verschillende RCTs hebben echter een verhoogd GI bloedingsrisico aangetoond in patiënten die behandeld werden met een NOAC in vergelijking met diegenen die behandeld werden met warfarine [2-7]. Traditionele pair-wise meta-analyses kunnen de veiligheid van medicijnparen onderzoeken, maar kunnen de veiligheid van individuele NOACs in studies met meerdere anticoagulantia niet vaststellen. Een netwerkmeta-analyse daarentegen is een bruikbare methode om het GI bloedingsrisico van meerdere medicijnen te vergelijken.

Deze studie evalueerde het risico op majeure GI bloedingen geassocieerd met individuele NOACs. Dit werd gedaan met behulp van een netwerkmeta-analyse van RCTs en observationele studies om indirecte en directe vergelijkingen te maken tussen 6 antistollingsbehandelingen.

In totaal werden 29 dubbelblinde RCTs (n=121,246) en 4 observationele studies (n=265,948) met propensity matching of nested case-controles geïncludeerd. Alle studies hadden het risico op majeure GI bloedingen door NOACs (dabigatran, rivaroxaban, apixaban, en edoxaban) en/of conventionele antistollingstherapie (warfarine en enoxaparine) onderzocht. Patiënten in de geïncludeerde studies kregen antistollingstherapie voor goedgekeurde indicaties zoals voor de preventie en behandeling van VTE, voor de preventie van een beroerte of systemische embolie in AF, of als postoperatieve profylaxe. De primaire uitkomst was incidentie van majeure GI bloedingen. De subgroepanalyse werd uitgevoerd op basis van indicatie. Bloedingen in patiënten met AF (n=352,058) werden onderzocht met een netwerkmeta-analyse. Bloeding events in VTE of pulmonaire embolie (PE) [n=26,739], en postoperatieve profylaxe werden geanalyseerd met een indirecte vergelijking, omdat met deze dataset geen gesloten netwerk kon worden gevormd.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Deze netwerkmeta-analyse van patiënten die NOACs of conventionele therapieën kregen voorgeschreven toonde aan dat apixaban het risico op majeure GI bloedingen verlaagde in vergelijking met warfarine. Rivaroxaban verhoogde daarentegen het risico op majeure GI bloedingen ten opzichte van warfarine. Er werd geen associatie met een toename van GI bloedingen gevonden met dabigatran, edoxaban, of enoxaparine in vergelijking met warfarine.

In de subgroepanalyse van patiënten met AF liet apixaban een significante verlaging in het risico op majeure GI bloedingen zien ten opzichte van warfarine. Het aantal majeure GI bloedingen in patiënten met AF die behandeld werden met dabigatran, edoxaban, of rivaroxaban was vergelijkbaar ten opzichte van een warfarinebehandeling.

De auteurs stellen verder dat hoog-kwaliteits head-to-head vergelijkingsstudies nodig zijn om de klinische relevantie vast te stellen en een praktijkrichtlijn op te stellen om een op maat gemaakte therapie te bewerkstelligen.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Medicine.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: