Aspirine monotherapie verlaagt netto klinische uitkomst in vergelijking met DAPT na TAVI
Aspirin Alone Versus Dual Antiplatelet Therapy After Transcatheter Aortic Valve Implantation: A Systematic Review and Patient-Level Meta-Analysis
Literatuur - Brouwer J, Nijenhuis VJ, Rodés-Cabau J, et al. - J Am Heart Assoc. 2021;10:e019604. doi: 10.1161/JAHA.120.019604.Introductie en methoden
Patiënten die een percutane aortaklepvervanging (TAVI) ondergaan hebben een hoog risico op bloedingen en trombotische events. De huidige richtlijn beveelt duale antiplaatjestherapie (DAPT) met aspirine en clopidogrel aan voor de eerste 3-6 maanden, gevolgd door levenslang aspirine [1,2]. Toch is de optimale antitrombotische behandeling na TAVI om bloedings- en trombo-embolische risico’s te minimaliseren bij patiënten zonder een langetermijnindicatie voor orale antistollingstherapie niet volledig vastgesteld.
De POPular TAVI cohort A trial in patiënten zonder een langetermijnindicatie voor orale antistolling die na TAVI behandeld werden met aspirine liet een lagere incidentie voor bloedingen zien zonder verhoogde trombo-embolische events in vergelijking met patiënten die behandeld werden met DAPT [3]. Deze trial was gepowered voor bloedingsevents en een samengesteld eindpunt van bloedingen en trombo-embolische events. Het was echter niet gepowered voor alleen trombo-embolische events.
Deze studie voerde een patiënt-level meta-analyse uit om de statistische power voor trombo-embolische events te verhogen door data van 4 RCTs te poolen die de werkzaamheid van aspirine vs DAPT hadden onderzocht voor de preventie van trombo-embolische en bloedingsevents na TAVI in patiënten zonder indicatie voor orale antistolling.
4 Prospectieve RCTs die aspirine vs. aspirine plus clopidogrel onderzochten werden in de meta-analyse geïncludeerd: 1) de POPular TAVI trial (n=665), 2) de ARTE trial (n=222), 3) de SAT-TAVI trial (n=120), en 4) de Dual Antiplatelet Therapy Versus Aspirin Alone in Patients Undergoing Transcatheter Aortic Valve Implantation trial (n=79) [3-6]. Alle trials randomiseerden patiënten in een 1:1 ratio naar aspirine (80-160 mg dagelijks voor de gehele duur van de trial) of DAPT (aspirine 80-160 mg met 75 mg clopidogrel dagelijks of ticlopidine 500 mg tweemaal daags voor 3-6 maanden gevolgd door 80-160 mg aspirine dagelijks). De primaire uitkomst was de samenstelling van sterfte door alle oorzaken, majeure of levensbedreigende bloeding, beroerte, of myocardinfarct. De co-primaire uitkomst bestond uit de samenstelling sterfte door alle oorzaken, beroerte of myocardinfarct. Follow-up was 30 dagen en 3 maanden. Uitkomstdata na 30 dagen waren beschikbaar voor alle 4 RCTs. De 3-maanden follow-up uitkomsten waren beschikbaar voor de POPular TAVI, ARTE, en Dual Antiplatelet Therapy Versus Aspirin Alone in Patients Undergoing Transcatheter Aortic Valve Implantation trials.
Belangrijkste resultaten
- De primaire samengestelde uitkomst van sterfte door alle oorzaken, majeure of levensbedreigende bloeding, beroerte en MI trad na 30 dagen bij 10.3% van de patiënten op die alleen behandeld werden met aspirine in vergelijking met 14.7% van de patiënten met DAPT (OR 0.67, 95% CI: 0.46-0.97, P=0.0034).
- De co-primaire samengestelde uitkomst van sterfte door alle oorzaken, beroerte of myocardinfarct na 30 dagen was vergelijkbaar in aspirine behandelde patiënten in vergelijking met patiënten met DAPT.
- De incidentie van majeure bloedingen na 30 dagen was lager in de aspirine behandelde groep in vergelijking met de DAPT behandelde groep (respectievelijk 2.4% vs. 5.9%; OR 0.40, 95% CI: 0.21-0.78, P=0.007). Ook de combinatie van majeure of levensbedreigende bloedingen kwam minder vaak voor bij patiënten met aspirine monotherapie dan bij diegenen die behandeld waren met DAPT (respectievelijk 5.4% vs. 10.1%, OR 0.51, 95% CI: 0.32-0.82, P=0.005).
- De primaire uitkomst van sterfte door alle oorzaken, majeure of levensbedreigende bloeding, beroerte en MI kwam na 3 maanden in 11% van de patiënten voor die aspirine kregen in vergelijking met diegenen met DAPT (HR 0.66, 95% CI: 0.47-0.94, P=0.02). Er was geen verschil in het samengestelde co-primaire eindpunt van sterfte door alle oorzaken, beroerte of myocardinfarct tussen de aspirine en DAPT-groepen.
- Er waren na 3 maanden minder majeure bloedingen bij patiënten die aspirine kregen in vergelijking met diegenen die DAPT kregen (respectievelijk 2.3% vs. 6.4%; OR 0.35, 95% CI: 0.17-0.71, P=0.004). Ook was de incidentie van de gecombineerde majeure en levensbedreigende bloedingen lager in de aspirinegroep in vergelijking met de DAPT groep (respectievelijk 4.8% vs. 10.5%; OR 0.43, 95% CI: 0.26-0.72, P=0.001).
Conclusie
Deze meta-analyse toonde een lagere incidentie voor de samenstelling van bloedingen en trombotische events in patiënten die geen chronische indicatie voor orale antistollingstherapie hadden na TAVI en behandeld werden met aspirine een in vergelijking met diegenen die met DAPT werden behandeld. Verder werd een afname in majeure en levensbedreigende bloedingen gezien en geen toename in trombo-embolische events gezien in de groep behandeld met aspirine in vergelijking met DAPT.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: