SGLT2i vermindert risico op verslechterend HF events of CV sterfte in zowel mannen als vrouwen met HFrEF
Efficacy and Safety of Dapagliflozin in Men and Women With Heart Failure With Reduced Ejection Fraction: A Prespecified Analysis of the Dapagliflozin and Prevention of Adverse Outcomes in Heart Failure Trial
Literatuur - Butt JH, Docherty KF, Petrie MC et al. - JAMA Cardiol. 2021 Mar 31;e210379. doi: 10.1001/jamacardio.2021.0379.Introductie en methoden
DAPA-HF liet zien dat dapagliflozine, in aanvulling op in de richtlijn aanbevolen therapieën, het risico de samengestelde uitkomst van CV sterfte en verslechterend HF events verminderde bij patiënten met HFrEF met en zonder diabetes in vergelijking met placebo [1]. Het is bekend dat vrouwen mogelijk anders reageren op bepaalde HF-medicatie dan mannen [2-8]. Deze vooraf gespecificeerde subgroepanalyse van DAPA-HF onderzocht de effectiviteit en veiligheid van dapagliflozine bij mannen en vrouwen.
DAPA-HF was een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde trial waarin 4744 patiënten met HFrEF (1109 vrouwen, 23.4%) werden gerandomiseerd naar behandeling met ofwel dapagliflozine (10 mg, eenmaal daags) of placebo in aanvulling op in de richtlijn aanbevolen therapie. De geïncludeerde patiënten waren ≥18 jaar oud, hadden NYHA klasse II-IV, LVEF ≤40%, werden optimaal behandeld met farmacologische of device-therapie voor HF en hadden NT-proBNP ≥600 pg/ml (≥400 pg/ml in het geval van ziekenhuisopname voor HF in de afgelopen 12 maanden; ≥900 pg/ml in geval van AF). Patiënten met een eGFR<30 ml/min/1.73 m² of een snel afnemende nierfunctie, symptomatische hypotensie, SBP <95 mmHg of diabetes type 1 werden uitgesloten. De primaire uitkomst was de samenstelling van verslechterend HF events of CV sterfte. Secundaire uitkomsten waren HF ziekenhuisopname of CV sterfte (en elke uitkomst afzonderlijk); totale HF ziekenhuisopnames of CV sterfte; sterfte door alle oorzaken; een uitgebreid primair eindpunt (samenstelling van het primaire eindpunt plus verslechterend HF symptomen/tekenen die leiden tot het starten van een nieuwe orale behandeling of het verhogen van een bestaande orale behandeling); verandering van baseline tot 8 maanden in de Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire totale symptoomscore (KCCQ-TSS); KCCQ voor algemene samenvattingsscore (KCCQ-OSS) en KCCQ voor klinische samenvattingsscore (KCCQ-CSS). Follow-up was 24 maanden.
Belangrijkste resultaten
- Dapagliflozine verminderde het risico op het primaire samengestelde eindpunt van verslechtering van HF of CV sterfte in vergelijkbare mate bij mannen en vrouwen. Er was geen interactie tussen geslacht en effect van behandeling (mannen: HR 0.73, 95%CI 0.63-0.85; vrouwen: HR 0.79, 95%CI 0.59-1.06, P voor interactie=0.67).
- Het effect van dapagliflozine was consistent in mannen en vrouwen voor alle onderzochte secundaire eindpunten.
- Dapagliflozine verhoogde de gemiddelde KCCQ-TSS significant vanaf baseline tot 8 maanden bij mannen, vergeleken met placebo (6.1 vs. 2.5). De gemiddelde toename van KCCQ-TTS vanaf baseline tot 8 maanden bij vrouwen was 6.0 in de placebogroep en 6.1 in de dapagliflozinegroep.
- De gemiddelde toenames in KCCQ-CSS en KCCQ-OSS waren groter met dapagliflozine dan met placebo, met consistente effecten in mannen en vrouwen (KCCQ-CSS: 2.3 met placebo en 5.3 met dapagliflozine in mannen; 5.1 met placebo en 6.1 met dapagliflozine in vrouwen, P voor interactie=0.22 KCCQ-OSS: 3.3 met placebo en 5.9 met dapagliflozine in mannen; 5.8 met placebo en 7.0 met dapagliflozine in vrouwen; P voor interactie=0.34).
- Het percentage patiënten met een verbetering van ≥5 punten in KCCQ-TSS was groter met dapagliflozine dan met placebo bij zowel mannen als vrouwen (mannen: OR 1.18, 95%CI 1.11-1.27; vrouwen: OR 1.06, 95%CI 0.92-1.22, P voor interactie=0.14). Het percentage patiënten met een afname in KCCQ-TSS van ≥5 punten was kleiner in de dapagliflozine-groep, vergeleken met de placebogroep en was consistent in zowel mannen en vrouwen (mannen: OR 0.81, 95%CI 0.75-0.88; vrouwen: OR 0.92, 95%CI 0.79-1.06), P voor interactie=0.15).
- Het percentage patiënten dat stopte met het onderzoeksgeneesmiddel of ernstige nadelige events (SEA) ondervonden, was vergelijkbaar tussen de behandelingsgroepen in zowel mannen als vrouwen, hoewel vrouwen vaker om welke reden dan ook stopten met het onderzoeksgeneesmiddel dan mannen.
Conclusie
Dapagliflozine, in aanvulling op in de richtlijn aanbevolen therapie, verminderde het risico op het primaire eindpunt van verslechterend HF events of CV sterfte in vergelijkbare mate bij mannen en vrouwen vergeleken met placebo. Dapagliflozine verhoogde het percentage patiënten met een klinisch betekenisvolle verbetering van ≥ 5 punten in KCCQ-TSS en verlaagde het percentage patiënten met een klinisch belangrijke verslechtering van ≥5 punten in KCCQ-TSS in vergelijking met placebo in zowel mannen als vrouwen. SEA en stopzetting van het onderzoeksgeneesmiddel waren vergelijkbaar tussen de behandelingsgroepen, ongeacht geslacht.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: