Vroeggeboorte geassocieerd met verhoogd risico op nieuw HF op volwassen leeftijd
Association of Preterm Birth With Long-term Risk of Heart Failure Into Adulthood
Introductie en methoden
Vroeggeboorte (<37 weken) is geassocieerd met cardiometabole ziekten, cardiovasculaire afwijkingen, en cardiale remodellering die individuen vatbaar kunnen maken voor het ontwikkelen van HF [1-3]. Volwassenen die prematuur geboren zijn hebben ook een verhoogd risico op bekende HF risicofactoren, zoals hypertensie, diabetes, lipidenaandoeningen, ischemische hartziekten, en slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen [4-9]. Echter zijn de langetermijnrisico’s voor het ontwikkelen van HF bij volwassen die te vroeg zijn geboren onbekend. Bovendien blijft het onduidelijk wat de relatieve bijdragen zijn van familiaire factoren (genetisch en/of omgevingsfactoren) vs. directe uitkomsten van vroeggeboorte met betrekking tot HF-risico.
Deze studie onderzocht 1) of zwangerschapsduur bij de geboorte in een grote populatie geassocieerd is met een verhoogd risico op HF vanaf kindertijd tot op volwassen leeftijd, 2) of er geslachtsspecifieke verschillen bestonden, en 3) analyseerde de mogelijke invloed van genetische en/of omgevingsfactoren door middel van co-sibling analyses.
Deze studie gebruikte het Zweedse geboorteregister om 4 193 069 eenling geboorten tussen 1973 tot 2014 te includeren. Het cohort werd vanaf de geboorte tot en met 31 december 2015 gevolgd voor een eerste diagnose van HF. HF werd geregistreerd door middel van gegevens uit de Zweedse ziekenhuis-, poliklinische-, of overlijdensregisters. De primaire analyse onderzocht of vroeggeboorte geassocieerd was met een verhoogd risico op HF op volwassen leeftijd in de leeftijdscategorie 0-43 jaar en in drie leeftijdsintervallen (<1 jaar, 1-17 jaar, en 18-43 jaar). Individuen werden gestratificeerd naar zwangerschapsduur bij geboorte: extreem premature geboorte(22-27 weken, n=8.324), matig premature geboorte (28-33 weken, n=44.373), laat premature geboorte (34-36 weken, n=157.342), vroege voldragen geboorte (37-38 weken, n=740,391), voldragen geboorte (39-41 weken, n=2.896.444), en post-voldragen geboorte (≥42 weken, n=210.039). Ook werden de eerste drie groepen gecombineerd om voor vroeggeboren baby’s het risico op HF te schatten (<37 weken, n=210.039). De co-sibling analyses (n=3 530 215; 84,2% van het cohort) onderzochten mogelijke confounding door ongemeten familiaire factoren. De mediane leeftijd van het volledige cohort aan het einde van de follow-up was 22.5 jaar (gemiddelde leeftijd was 22.2 ± 12.2 (SD) jaar).
Belangrijkste resultaten
- 4185 individuen hadden HF (mediane leeftijd 15.4 ± 14.7 [SD] jaar bij diagnose).
- Voor het gehele cohort (0-43 jaar) was er een ~2.7-voudig verhoogd risico op nieuwe HF bij vroeggeboren personen (aHR 2.69, 95% CI: 2.43-2.97, P<0.001) en een 1.4-voudig verhoogd risico bij diegenen met een vroege voldragen geboorte (aHR 1.40, 95% CI: 1.29-1.51, P<0.001) ten opzichte van voldragen geboorten Individuen met een extreme vroeggeboorte hadden een 13-voudig verhoogd risico op het ontwikkelen van HF (aHR 12.83, 95% CI: 9.55-17.25, P<0.001).
- Elke extra week van de zwangerschapsduur was geassocieerd met een 13% vermindering van het risico op nieuwe HF (aHR 0.87, 95% CI: 0.86-0.88, P<0.001).
- De geschatte gewogen percentages van HF gevallen bij diegenen die vroeggeboren waren was 64.5% en 92.7% bij diegenen die extreem vroeggeboren waren. 10.4% En 1.7% van HF gevallen in de gehele populatie waren geassocieerd met respectievelijk vroeggeboorte en extreme vroeggeboorte.
- Vroeggeboorte was geassocieerd met een verhoogd risico op HF bij een bereikte leeftijd van <1 jaar (HR 4.49, 95% CI: 3.86-5.43, P<0.001), 1-17 jaar (HR 3.42, 95% CI: 2.75-4.27, P<0.001), en 18-43 jaar (aHR 1.42, 95% CI: 1.19-1.71, P<0.001).
- Verdere stratificatie van 18-43 jarige personen naar zwangerschapsduur bij de geboorte toonde een verhoogd risico voor HF aan bij extreme premature (aHR 4.72 95% CI: 2.11-10.52, P<0.001), matig premature (aHR 1.93, 95% CI: 1.37-2.71, P<0.001), en laat premature geborenen (aHR 1.24, 95% CI: 1.00-1.54, P=0.05) in vergelijking met voldragen geboorten. Deze associaties bleven significant wanneer personen met structurele aangeboren hartafwijkingen (4.8% van het cohort) werden verwijderd uit de analyse.
- De afwezigheid van een additieve interactie suggereert dat het aantal HF gevallen vanwege vroeggeboorte bij mannen en vrouwen gelijk was.
- Co-sibling analyses om te corrigeren voor ongemeten gedeelde familiaire factoren tussen vroeggeboorte en voldragen geboorten lieten vergelijkbare verhoogde aHRs zien bij de <1 jaar en 1-17 jaar leeftijdsgroep in vergelijking met de primaire analyse. Er waren echter geen significante verschillen tussen premature geboorten en voldragen geboorten bij 18-43 jarigen in vergelijking met de primaire analyse (respectievelijk aHR 1.14 95% CI: 0.75-1.73 vs. aHR 1.42, 95% CI: 1.19-1.71).
Conclusie
Deze studie toonde aan dat vroeggeboorte was geassocieerd met een verhoogd risico op HF op volwassen leeftijd. Hoe korter de duur van de zwangerschap van een baby bij de geboorte, hoe hoger het risico op het ontwikkelen van HF. Co-sibling analyses suggereerden dat de gevonden associatie tussen vroeggeboorte en het ontwikkelen van HF in 18-43 jarige individuen grotendeels te wijten zou kunnen zijn aan familiaire determinanten van vroeggeboorte en HF op volwassen leeftijd.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: