CV voordelen van statinebehandeling blijven bestaan na stopzetting van behandeling
Lowering cholesterol, blood pressure, or both to prevent cardiovascular events: results of 8.7 years of follow-up of Heart Outcomes Evaluation Prevention (HOPE)-3 study participants
Literatuur - Bosch J, Lonn EM, Jung H et al. - Eur Heart J. 2021 May 8;ehab225. doi: 10.1093/eurheartj/ehab225.Introductie en methoden
De Heart Outcomes Evaluation Prevention (HOPE)-3 studie onderzocht of LDL-c verlaging of BP-verlaging, alleen of in combinatie, CV events verminderde bij personen zonder een voorgeschiedenis van CVD [1-3]. De studie includeerde mannen van ≥55 jaar en vrouwen van ≥65 jaar met één CV risicofactor (verhoogde taille-heupverhouding, roken, verhoogde nuchtere glucose, verminderde glucosetolerantie, diabetes waarvoor alleen dieetcontrole nodig was, eGFR 45-60 ml/min/1.73m², of een familiegeschiedenis met vroegtijdige CVD bij een eerstegraads familielid). Vrouwen tussen 60-65 jaar werden geïncludeerd als ze 2 risicofactoren hadden. In totaal werden 12 705 deelnemers gerandomiseerd naar behandeling met rosuvastatine 10 mg per dag of placebo en candesartan 16 mg per dag plus hydrochloorthiazide 12.5 mg per dag of placebo.
Na een actieve behandelperiode van 5.6 jaar werd vastgesteld dat rosuvastatine MACE met 24% verminderde in vergelijking met placebo. Behandeling met candesartan plus hydrochloorthiazide leidde tot een verlaging van SBP met 6 mmHg. Deze behandeling had echter geen effect op MACE in de totale trialpopulatie. Alleen bij personen waarvan de SBP op baseline in het hoogste tertiel viel werd een significante afname van MACE waargenomen met candesartan plus hydrochloorthiazide, vergeleken met placebo. Om mogelijke langetermijneffecten van behandelingen te onderzoeken, werd de deelnemers gevraagd om na de actieve interventiefase van 5.6 jaar ook mee te doen aan de passieve verlengde follow-up van nog eens 3.1 jaar, waarin ze geen studiemedicatie meer kregen. 9326 deelnemers stemden in om deel te nemen aan de passieve follow-up. Het doel van deze passieve verlengde follow-up was om te bepalen of 1) de voordelen die werden waargenomen tijdens de actieve fase met rosuvastatine werden gehandhaafd, versterkt of afgezwakt tijdens de passieve fase en 2) vertraagde voordelen zouden optreden bij degenen die candesartan plus hydrochloorthiazide kregen tijdens de actieve fase vergeleken met placebo.
De twee co-primaire uitkomsten in zowel de actieve als de passieve fase van deze studie waren MACE-1 (MI, beroerte of CV sterfte) en MACE-2 (MACE-1 plus gereanimeerde hartstilstand, HF of coronaire revascularisatie). Een secundair eindpunt was MACE-2 plus angina. Coronaire ischemische events werden geanalyseerd in een post-hocanalyse. De mediane duur van de totale follow-up (periode van actieve behandeling plus passieve observatieperiode) was 8.7 jaar (IQR 8.1-9.3 jaar).
Belangrijkste resultaten
- Patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar rosuvastatine hadden een vermindering in MACE-1 tijdens de passieve follow-upperiode van 3.1 jaar, in vergelijking met placebo (HR 0.80, 95%CI 0.64-0.99, P=0.042). Een vergelijkbare trend, hoewel niet significant, werd gezien voor MACE-2 (HR 0.83, 95%CI 0.68-1.01, P=0.065). Patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar rosuvastatine vergeleken met degenen die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar placebo hadden ook een vermindering in MACE-2 plus angina (HR 0.81, 95%CI 0.67-0.99, P=0,043) en in coronaire ischemische events (HR 0.54, 95%CI 0.34-0.86, P=0.01) tijdens de passieve follow-upperiode van 3.1 jaar.
- Er was geen significant verschil in uitkomsten tijdens de passieve follow-upperiode van 3.1 jaar tussen patiënten die oorspronkelijk waren gerandomiseerd naar BP-verlangende therapie in vergelijking met placebo.
- Er was een significante afname in coronaire ischemische events bij degenen die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar de combinatie van rosuvastatine en bloeddrukverlagende therapie vergeleken met degenen die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar dubbele placebo tijdens de passieve follow-upperiode van 3.1 jaar (HR 0.46, 95%CI 0.24-0.89, P=0.02). Er waren geen significante verschillen in MACE-1, MACE-2 en MACE-2 plus angina tijdens de passieve follow-upperiode van 3.1 jaar tussen deelnemers die oorspronkelijk waren gerandomiseerd naar een combinatie van rosuvastatine en bloeddrukverlagende therapie in vergelijking met degenen die oorspronkelijk waren gerandomiseerd naar dubbele placebo.
- Tijdens de totale follow-upperiode van 8.7 jaar (5.6 jaar actieve interventie plus 3.1 jaar passieve follow-up), hadden patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar rosuvastatine een afname in MACE-1 (HR 0.79, 95%CI 0.69-0.90, P=0.0005), MACE-2 (HR 0.79, 95%CI 0.69-0.89, P=0.0002), MACE-2 plus angina (HR 0.79, 95%CI 0.70-0.89, P=0.0002) en coronaire ischemische events (HR 0.72, 95%CI 0.58-0.90, P=0.003), in vergelijking met placebo.
- Tijdens de totale follow-upperiode van 8.7 jaar hadden patiënten die oorspronkelijk waren gerandomiseerd naar BP-verlagende therapie geen significante vermindering in primaire en secundaire uitkomsten, vergeleken met placebo.
- Patiënten die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar combinatietherapie met rosuvastatine en bloeddrukverlagende middelen hadden een afname in MACE-1 (HR 0.76, 95%CI 0.63-0.92, P=0.006), MACE-2 (HR 0.77, 95%CI 0.65-0.92, P=0.005), MACE-2 plus angina (HR 0.77, 95%CI 0.65-0.92, P=0.003), en coronaire ischemische events (HR 0.63, 95%CI 0.46-0.86, P=0.004) tijdens de totale follow-upperiode van 8.7 jaar, vergeleken met degenen die oorspronkelijk gerandomiseerd waren naar dubbele placebo.
- Na een totale follow-up van 8.7 jaar waren de voordelen van behandeling met rosuvastatine consistent in vooraf gespecificeerde subgroepen, ongeacht geslacht, leeftijd, baseline LDL-c, CV risico en etniciteit. Behandeling met BP-verlagende therapie leidde alleen tot afname van MACE-1 bij deelnemers waarvan SBP op baseline in het hoogste tertiel viel (>143 mmHg) (HR 0.76, 95%CI 0.62-0.94), vergeleken met placebo. Voor combinatietherapie vergeleken met dubbele placebo, hadden deelnemers met BP op baseline in het hoogste tertiel van een risicoreductie van 24% gedurende 8.7 jaar follow-up (HR 0.76, 95%CI 0.62-0.96).
Conclusie
De resultaten van deze studie suggereren dat CV voordelen van behandeling met rosuvastatine gedurende een mediane periode van 5.6 jaar, vergeleken met placebo, voor tenminste 3 jaar na stopzetting van de therapie aanhouden of zelfs toenemen bij personen zonder CVD maar met een gemiddeld risico op CV events. Vergelijkbare resultaten werden waargenomen voor BP-verlagende therapie bij personen met een verhoogde systolische bloeddruk (>143 mmHg), maar niet voor degenen met een lagere systolische bloeddruk.
De auteurs merkten op dat er op basis van deze data niet moet worden geconcludeerd dat behandeling met statines na 5 of 6 jaar stopgezet moet worden, maar dat de data impliceren dat aanhoudende en verbeterde voordelen optreden, zelfs na stopzetting van de statinetherapie.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: