Update van resultaten van de SPRINT trial bevestigen eerdere bevindingen
Final Report of a Trial of Intensive versus Standard Blood-Pressure Control
Literatuur - The SPRINT Research Group, N Engl J Med 2021;384:1921-30Scroll naar beneden voor de poll.
Introductie en methoden
Primaire resultaten van de Systolic Blood Pressure Intervention Trial (SPRINT) werden eerder gerapporteerd met gebruik van data tot augustus 2015 toen de trial gestopt werd doordat voordeel werd gezien in de intensieve behandelgroep. In de SPRINT trial werd het effect van een systolische bloeddruk (SBP) streefwaarde<120 mmHg op klinische uitkomsten vergeleken met het effect van een SBP streefwaarde van <140 mmHg.
Data werden verzameld tijdens een observationele postinterventieperiode. In deze studie werden geüpdatete analyses van alle data tot augustus 2015, als ook een analyse van data tot juli 2016 gerapporteerd.
In de SPRINT trial werden 9361 patiënten ≥50 jaar met SBP 130-180 mmHg met of zonder antihypertensiva plus ≥ 1 indicator van CV risico geïncludeerd. Patiënten werden gerandomiseerd in een 1:1 ratio naar SBP streefwaarde<120 mmHg (intensieve behandeling) of <140 mmHg (standaardbehandeling). Klinische, laboratorische en bijwerkingen data warden verzameld tijdens driemaandelijkse follow-up bezoeken. BP werd gemeten door getrainde medewerkers met een geautomatiseerd apparaat terwijl deelnemers zaten. De observationele postinterventieperiode startte na augustus 2015 toen de behandeling van patiënten weer terugkeerde naar normaal. Close-out bezoeken vonden plaats van december 2015 tot juli 2016.
De primaire uitkomst was een samenstelling van MI, ACS niet resulterend in MI, beroerte, acuut gedecompenseerd HF of sterfte door CV oorzaken. In diegenen met CKD op baseline was de belangrijkste samengestelde renale uitkomst eindstadium nierziekte of een ≥50% afname in eGFR vanaf baseline. In diegenen zonder CKD was de nieruitkomst ≥30% afname in eGFR tot <60 mL/1.73m2. Mediane follow-up van de studie met complete uitkomstenbeoordeling van alle events tot augustus 2015 was 3.3 jaar. Mediane follow-up tot juli 2016 was 3.88 jaar.
Belangrijkste resultaten
- In de huidige analyse met alle events tot augustus 2015 was het percentage primaire uitkomsten 1.77 per jaar in de intensieve behandelgroep en 2.40% per jaar in de standaard behandelgroep (HR 0.73, 95%CI: 0.63-0.86, P<0.001), vergelijkbaar met de eerdere bevindingen (HR 0.75).
- Exclusie van niet-fatale HF in de primaire uitkomst veranderde de resultaten niet (HR 0.75).
- In de intensieve behandelgroep was sterfte door alle oorzaken 1.06% per jaar en 1.41% in de standaard behandelgroep (HR 0.75, 95%CI: 0.61-0.92, P=0.006), vergelijkbaar met eerdere bevindingen (HR 0.73).
- Percentages van individuele eindpunten van MI, HF en sterfte door CV oorzaken waren lager in de intensieve behandelgroep dan in de standaard behandelgroep.
- Er was geen significant verschil tussen groepen in het nier samengestelde eindpunt tussen de twee groepen in diegenen met CKD op baseline.
- In diegenen die geen CKD op baseline hadden, kwam het niereindpunt vaker voor in de intensieve behandelgroep dan in de standaard behandelgroep (HR 3.67, 95%CI:2.62-5.26, p<0.001).
- Er was geen differentieel effect van behandelgroep op de primaire uitkomst of sterfte door alle oorzaken tussen de interventie en de post-interventie periodes, maar er waren verschillen voor acuut gedecompenseerd HF en de renale uitkomst tussen de twee periodes (hoger percentage van acuut gedecompenseerd HF in de intensieve behandelgroep in de post-interventie periode en lager percentage van de nieruitkomst in de intensieve behandelgroep in de post-interventieperiode).
- Wanneer interventie en postinterventie resultaten werden gecombineerd bleven de primaire uitkomst en sterfte significant lager in de intensieve behandelgroep dan in de standaard behandelgroep (respectievelijke HR 0.76, 95%CI: 0.65-0.88, P<0.001 en HR 0.79, 95%CI: 0.66-0.94, P=0.009). Ook bleven percentages MI en sterfte door CV oorzaken lager in de intensieve behandelgroep dan in de standaard behandelgroep. Percentages van HF events waren niet verschillend tussen de twee groepen.
- In de interventieperiode of de interventie en postinterventie periodes gecombineerd, kwamen hypotensie, elektrolytenafwijkingen en acuut nierletsel of nierfalen vaker voor in de intensieve behandelgroep dan in de standaard behandelgroep.
Conclusie
Geüpdatete resultaten van de SPRINT trial toonden dat intensief behandelregime met SBP streefwaarde<120 mmHg resulteerde in verlaging van de primaire samengestelde uitkomst, de primaire uitkomst minus HF events, de componenten van de primaire uitkomst en totale sterfte in vergelijking met standaard behandelregime met streefwaarde <140 mmHg in patiënten met verhoogd CV risico. Er waren echter meer bijwerkingen in de intensieve behandelgroep en in de post-trial observationele periode was er meer HF in deze groep.
Referenties
Wat zou volgens u het afkappunt van een normale systolische bloeddruk moeten zijn?
- 120 mmHg
- 130 mmHg
Deel deze pagina met collega's en vrienden: