ARNI mogelijke behandeling bij patiënten met HFpEF en schijnbaar resistente hypertensie
Sacubitril–valsartan as a treatment for apparent resistant hypertension in patients with heart failure and preserved ejection fraction
Literatuur - Jackson AM, Jhund PS, Anand IS et al. - Eur Heart J. 2021 Aug 15;ehab499. doi: 10.1093/eurheartj/ehab499.Introductie en methoden
Een groot deel van de patiënten met HFpEF heeft een voorgeschiedenis van hypertensie [1-3]. Hypertensie is bovendien vaak moeilijk onder controle te krijgen in deze patiëntenpopulatie ondanks gebruik van meerdere antihypertensiva [4,5]. Resistente hypertensie komt daarom vaak voor bij patiënten met HFpEF. In de PARAGON-HF trial had meer dan 95% van de patiënten een voorgeschiedenis van hypertensie [6,7]. Deze post-hoc analyse van de PARAGON-HF trial onderzocht de associatie tussen schijnbaar resistente hypertensie en uitkomsten in HFpEF en bestudeerde het effect van neprilysine remming op bloeddruk bij patiënten met HFpEF en schijnbaar resistente hypertensie.
PARAGON-HF was een fase III gerandomiseerde trial die de behandeling met sacubitril/valsartan vs. valsartan op uitkomsten vergeleek bij patiënten met HFpEF. Geïncludeerde patiënten hadden NYHA klasse II-IV, LVEF ≥45%, een verhoogde natriuretisch peptide concentratie, tekenen van structurele hartziekte, en werden behandeld met een diureticum. Patiënten met SBP >180 mmHg, SBP<110 mmHg, eGFR <30 ml/min/1,73 m² en serumkalium >5.2 mmol/L werden geëxcludeerd. Patiënten met SBP>150-180 mmHg werden geëxcludeerd, tenzij ze drie of meer antihypertensiva kregen. Er werden in totaal 4795 patiënten geïncludeerd in de huidige analyse. Patiënten ondergingen eerst twee opeenvolgende inloopperioden, bestaande uit 80 mg valsartan tweemaal daags voor 1-2 weken en sacubitril/valsartan 49/51 mg tweemaal daags voor 2-4 weken. De patiënten werden vervolgens gerandomiseerd in een 1:1 ratio om ofwel sacubitril/valsartan (streefdosis 97/103 mg tweemaal daags) of valsartan (streefdosis 160 mg tweemaal daags) te krijgen. Plasmablootstelling aan valsartan 103 mg in sacubitril/valsartan komt overeen met 160 mg van de standaardformulering van valsartan. 15.2% (n=731) van de patiënten had schijnbaar resistente hypertensie (gedefinieerd als SBP ≥140 mmHg [≥135 mmHg bij diabetes], ondanks behandeling met valsartan, een calciumantagonist en een diureticum). 2.8% (n=135) van de patiënten had schijnbaar MRA-resistente hypertensie (gedefinieerd als SBP ≥140 mmHg [135 mmHg bij diabetes], ondanks behandeling met valsartan, een calciumantagonist, een diureticum en MRA). De primaire samengestelde uitkomst was eerste en terugkerende HF-ziekenhuisopnames en CV sterfte. Mediane follow-up was 35 (IQR 30-41) maanden.
Belangrijkste resultaten
- De primaire uitkomst van eerste en terugkerende HF-ziekenhuisopnames en CV sterfte kwam vaker voor bij patiënten met schijnbaar resistente hypertensie dan bij patiënten met een gecontroleerde bloeddruk (17.3 [95%CI 15.6-19.1] vs. 13.4 [95%CI 12.7-14.3] per 100 persoonsjaren), met een gecorrigeerde rate ratio van 1.28 (95%CI 1.05-1.57). Dit risico werd gedreven door een groter risico op HF-ziekhuisopname omdat het risico op CV sterfte niet verschilde tussen de behandelgroepen.
- Bij patiënten met schijnbaar resistente hypertensie gaf behandeling met sacubitril/valsartan een grotere systolische bloeddrukverlaging dan valsartan. De verschillen tussen de behandelgroepen waren -4.8 (SE -7.0 tot -2.5) mmHg in week 4 (verandering van het einde van de valsartan run-in periode tot week 4) en -3.9 (SE -6.6 tot -1.3) mmHg in week 16. Bij patiënten met schijnbare MRA-resistente hypertensie waren de verschillen tussen de groepen -8.8 (SE -14.0 tot -3.5) mmHg in week 4 en -6.3 (SE -12.5 tot -0.1) mmHg in week 16.
- Het percentage patiënten met schijnbaar resistente hypertensie die een gecontroleerde SBP bereikten in week 16 was significant groter in de sacubitril/valsartan-groep dan in de valsartan-groep (47.9% vs. 34.3%, gecorrigeerde OR 1.78, 95%CI 1.18-5.89). Dit werd ook gezien bij patiënten met schijnbare MRA-resistente hypertensie (45.6% vs. 28.4%, gecorrigeerde OR 2.63, 95%CI 1.18-5.89).
- In patiënten met schijnbaar resistente hypertensie kwam in de sacubitril/valsartan-groep verhoging van serumcreatinine en kalium minder vaak voor, in vergelijking met de valsartan-groep. Hypotensie kwam wel vaker voor in de sacubitril/valsartan-groep.
Conclusie
Deze post-hoc analyse van PARAGON-HF suggereert dat sacubitril/valsartan een effectieve en veilige behandeling is van schijnbaar resistente hypertensie en schijnbaar MRA-resistente hypertensie. Deze resultaten geven de aanleiding voor verder onderzoek in een prospectieve trial in patiënten met resistente hypertensie.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: