Wereldwijde registerstudie toont dat FH laat gediagnosticeerd wordt en slecht behandeld

De EAS FHSC hebben een wereldwijd register opgezet van FH patiënten voor wereldwijde surveillance van FH. Bevindingen van de huidige studie over de volwassen populatie tonen dat FH laat gediagnosticeerd wordt en LDL-c streefwaarden vaak niet behaald worden.

Global perspective of familial hypercholesterolemia: a cross-sectional study from the EAS Familial Hypercholesterolaemia Studies Collaboration (FHSC)
Literatuur - EAS Familial Hypercholesterolaemia Studies Collaboration (FHCS) - The Lancet 2021, doi.org/10.1016/S0140-6736(21)01122-3

Introductie en methoden

In hedendaagse studies wordt geschat dat familiare hypercholesterolemie (FH) twee keer zo vaak voorkomt als eerder aangenomen, en >25 miljoen mensen in de wereld treft [1]. Schattingen zijn echter dat <5% van FH patiënten gediagnosticeerd zijn [2,3].

Gebrek aan een geïntegreerde aanpak heeft inspanningen voor een wereldwijd register over FH belemmerd. De European Atherosclerosis Society (EAS) Familial Hypercholesterolemia Studies Collaboration (FHSC) [4] heeft daarom een wereldwijd register van patiënten met FH opgezet met gebruik van een netwerk van onderzoekers (momenteel van 66 landen) door het harmoniseren en poolen van regionale en nationale data. Het doel was om inzichten te verkrijgen over detectie en behandeling van FH wereldwijd. Het register van de FHSC bestaat uit volwassenen en kinderen met een klinische of genetische diagnose van homozygote of heterozygote FH. Op 16 maart 2021 omvatte het register 61600 deelnemers van 56 landen.

In deze studie werd de detectie en behandeling van de volwassen populatie met waarschijnlijke of definitieve heterozygote FH (n=42167) beschreven in een cross-sectioneel onderzoek met data op het moment dat ze werden ingeschreven in het register. Diegenen met onbehandeld LDL-c ≥12.9 mmol/L werden uitgesloten vanwege de grote kans op homozygote FH. Omdat Nederland een grote bijdrage leverde in casussen, werden verschillende analyses voor Nederland en de Europese regio met uitsluiting van Nederland gemaakt.

De meeste individuen (75.4%) werden gediagnosticeerd met de DLCN criteria, de overige met Simon-Broome criteria, MEDPED, met alleen genetische criteria, of met andere diagnostische systemen. De meeste kwamen van Europa (82.4%) waaronder 46.3% uit Nederland. In de Afrikaanse regio was 99.4% uit Zuid-Afrika.

Belangrijkste resultaten

  • Mediane leeftijd van deelnemers bij registratie was 46.2 jaar (IQR 34.3-58.0) en 53.6% was vrouw. Leeftijd van FH diagnose was een mediaan van 44. 4 jaar (32.5-56.5 jaar).
  • Prevalentie van premature CAD (in mannen<55 jaar en in vrouwen <60 jaar) was 11.3%. Prevalentie van CAD name toe met toenemende concentraties van onbehandeld LDL-c (P <0.0001).
  • Het Nederlandse cohort had lagere prevalenties van CAD en beroerte dan alle landen in totaal en in Europa met uitsluiting van Nederland.
  • Vrouwen waren gemiddeld ~2.5 jaar ouder dan mannen ten tijde van diagnose, met 38.4% vrouwen die gediagnosticeerd werden voor 40 jaar vs. 42.3% mannen. Prevalentie van CAD was ~2 keer lager in vrouwen dan in mannen (P<0.0001). Er was geen verschil voor geslacht in prevalentie van beroerte of PAD.
  • Ten tijde van registratie namen 59.5% van de patiënten LLT; 81.1% nam statines met of zonder andere LLT. 21.2% Van de patiënten namen combinatietherapie met 2 of 3 medicijnen.
  • In diegenen ≥50 jaar, was LDL-c in diegenen die geen LLT gebruikten hoger in vrouwen in vergelijking met mannen (P<0.0001). Geen verschillen in LDL-c voor geslacht werden gevonden in deelnemers <50 jaar.
  • Van de patiënten die statines, ezetimibe of PCSK9i namen, had 2.7% LDL-c<1.8 mmol/L bij registratie, met 2.0% in vrouwen en 3.4% in mannen.
  • Gebruik van combinatietherapie was geassocieerd met een hoger proportie en hogere kans op het hebben van LDL-c <1.8 mmol/L (vooral met combinatie van 3 medicijnen en met gebruik van PCSK9i).
  • Non-index gevallen waren jonger ten tijde van diagnose, met lagere prevalentie van hypertensie en diabetes, lagere BMI, waren vaker rokers dan index gevallen. Onbehandeld LDL-c was lager (P<0.0001), en prevalentie van CAD of PAD was lager (P<0.0001) in non-index gevallen, en geen verschil in beroerte. Nederland was verantwoordelijk voor het grootste deel van het non-index cohort.

Conclusie

Bevindingen van een studie van het register van de FHSC toonde dat detectie FH laat in het leven gebeurt en behandeling van patiënten slecht is met een hoge proportie patiënten die LDL-c niveaus hebben die niet onder de streefwaarden zijn aanbevolen door de richtlijnen.

De auteurs schrijven: “Meer systematische detectie van FH en meer gebruik van combinatietherapie zal nodig zijn om FH zorg wereldwijd te verbeteren”.

Referenties

1. WHO. Familial Hyperchcolesterolemia [FH]: report of a WHO consultation. World Health Organization, Human Genetics Programme, Division of Noncommunicable Diseases. Geneva: World Health Organization, 1998

2. Hu P, Dharmayat KI, Stevens CAT, et al. Prevalence of familial hypercholesterolemia among the general population and patients with atherosclerotic cardiovascular disease: a systematic review and meta-analysis. Circulation 2020; 141: 1742–59.

3. Nordestgaard BG, Chapman MJ, Humphries SE, et al. Familial hypercholesterolaemia is underdiagnosed and undertreated in the general population: guidance for clinicians to prevent coronary heart disease: consensus statement of the European Atherosclerosis Society. Eur Heart J 2013; 34: 3478–90a.

4. Vallejo-Vaz AJ, Akram A, Kondapally Seshasai SR, et al. Pooling and expanding registries of familial hypercholesterolaemia to assess gaps in care and improve disease management and outcomes: rationale and design of the global EAS Familial Hypercholesterolaemia Studies Collaboration. Atheroscler Suppl 2016; 22: 1–32.

Vind dit artikel online op The Lancet

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis