Onder- en overdosering van DOACs bij patiënten met AF komt vaak voor
Determinants for under- and overdosing of direct oral anticoagulants and physicians' implementation of clinical pharmacists' recommendations
Introductie en methoden
Verschillende studies hebben eerder aangetoond dat het voorschrijven van ongepaste DOAC doseringen een veelvoorkomend probleem is [1-19]. Deze studie identificeerde DOAC-specifieke determinanten van onder- en overdosering bij gehospitaliseerde patiënten met AF.
Deze cross-sectionele single-center studie werd uitgevoerd in het UZ Brussel in België. Alle gehospitaliseerde patiënten met AF die tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 startten of bij wie de behandeling werd voortgezet met dabigatran, apixaban, edoxaban of rivaroxaban werden geïncludeerd (n=1688). De primaire uitkomst was het percentage patiënten bij wie een ongepaste DOAC dosis werd voorgeschreven (d.w.z. een afwijking van de aanbevolen dosis in de Summary of Product Characteristics [SmPC]) en de identificatie van determinanten die geassocieerd zijn met onder- en overdosering van DOACs. Secundaire uitkomsten omvatten de acceptatie en implementatie van doseringsadviezen van apothekers door artsen.
Belangrijkste resultaten
- In totaal werd bij 286 patiënten (16.9%) een ongepaste DOAC dosis voorgeschreven. Onderdosering werd gezien bij 9.7%, overdosering bij 6.9% en contra-indicaties bij 0.4% van de patiënten.
- Als alle vier de DOACs samen werden onderzocht, waren determinanten geassocieerd met een significant lagere kans op onderdosering: lichaamsgewicht <60 kg (gecorrigeerd (a) OR 0.46, 95%CI 0.27-0.77), gebruik van edoxaban vergeleken met rivaroxaban (aOR 0.42, 95%CI 0.24-0.74), het ondergaan van een operatie (aOR 0.57, 95%CI 0.37-0.87), en DOAC-naïef zijn (aOR 0.45, 95%CI 0.29-0.71). Het hebben van een voorgeschiedenis van bloedingen (aOR 1.86, 95%CI 1.24-2.80) en het gebruik van narcotische analgetica (aOR 1.67, 95%CI 1.13-2.46) waren geassocieerd met een significant hogere kans op onderdosering.
- Gebruik van dabigatran (aOR 0.24, 95%CI 0.08-0.71) en apixaban (aOR 0.18, 95%CI 0.10-0.32) in vergelijking met het gebruik van rivaroxaban waren geassocieerd met een lagere kans op overdosering. Determinanten geassocieerd met een significant hogere kans op overdosering waren een nierfunctiestoornis (aOR 11.29, 95% CI 6.23-20.45) en lichaamsgewicht <60 kg (aOR 2.34, 95%CI 1.42-3.85).
- Bij rivaroxaban-gebruikers was een verminderde nierfunctie geassocieerd met een grotere kans op overdosering in vergelijking met patiënten met een normale nierfunctie (aOR 100.95, 95%CI 23.23-438.70). Bij patiënten met CrCl <50 ml/min werd een lagere kans op onderdosering waargenomen (aOR 0.17, 95%CI 0.06-0.48).
- Determinanten die geassocieerd waren met een significant hogere kans op overdosering bij patiënten die edoxaban gebruikten waren een verminderde nierfunctie (aOR 3.25, 95%CI 1.49-7.12) en lichaamsgewicht <60 kg (aOR 4.16, 95%CI 1.97-8.77).
- Bij apixaban-gebruikers was een lichaamsgewicht <60 kg (aOR 0.26, 95%CI 0.12-0.55) een risicofactor voor onderdosering en een voorgeschiedenis van bloedingen was ook geassocieerd met een hogere kans op onderdosering (aOR 2.14, 95%CI 1.22- 3.75).
- In 79.2% van de gevallen namen artsen de doseringsadviezen van apothekers over en in 65.5% van de gevallen werd het advies effectief door de artsen geïmplementeerd.
Conclusie
Deze cross-sectionele single-center studie vond dat bij 16.9% van de gehospitaliseerde patiënten met AF ongepaste DOAC doseringen werden voorgeschreven. Onderdosering kwam vaker voor dan overdosering. Deze studie identificeerde ook DOAC-specifieke determinanten van onder- en overdosering.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: