Gaan slapen tussen 22 en 23 uur geassocieerd met laagste risico op ontwikkelen HVZ
Accelerometer-derived sleep onset timing and cardiovascular disease incidence: a UK Biobank cohort study
Literatuur - Nikbakhtian S, Reed AB, Obika BD et al. - EHJ - Digital Health, 2021, ztab088, https://doi.org/10.1093/ehjdh/ztab088Introductie en methoden
Doel van de studie
Een goede nachtrust is van groot belang voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Studies hebben gesuggereerd dat verstoring van het circadiane ritme geassocieerd kan zijn met een verhoogd risico op HVZ [1-3]. Eerdere studies naar de relatie tussen slaap en het risico op het ontwikkelen van HVZ omvatten meestal een kleine groep deelnemers en maakten gebruik van zelfgerapporteerde data over slaap [4-5]. Deze studie onderzocht de relatie tussen slaapaanvang en risico op HVZ in een groot UK Biobankcohort. Slaapparameters werden objectief gemeten met behulp van accelerometers die om de pols gedragen werden.
Studieontwerp
In totaal werden 88026 deelnemers (57,9% vrouwen, gemiddelde leeftijd 61,43 ± 7,8 jaar) die waren ingeschreven in de UK Biobank en van wie accelerometerdata beschikbaar was opgenomen in de analyses van deze studie. Deelnemers droegen de accelerometer7 dagen om hun pols en gingen door met hun normale activiteiten. De deelnemers werden gecategoriseerd op basis van de slaapaanvangstijd (SOT): SOT <22:00 uur, 22:00 tot 22:59 uur, 23:00 tot 23:59 uur, ≥00:00 uur. De gemiddelde follow-up was 5,7 ± 0,49 jaar.
Uitkomsten
HVZ-incidentie werd gedefinieerd als het eerste optreden van een HVZ-event (MI, HF, chronische IHD, beroerte of TIA). Fatale HVZ-uitkomsten werden niet meegenomen in de analyse.
Belangrijkste resultaten
- Er werd een U-vormige relatie gevonden tussen SOT en HVZ-incidentie. SOT's tussen 22:00 en 22:59 uur waren geassocieerd met het laagste risico op het ontwikkelen van HVZ. De HVZ-incidentie nam toe bij eerdere en latere SOT's.
- In vergelijking met SOT's tussen 22:00 uur en 22:59 uur (referentiegroep), was het risico op het ontwikkelen van HVZ verhoogd in de SOT-categorieën < 22.00 uur, 23.00 tot 23:59 uur en ≥00:00 uur (respectievelijk HR 1,24, 95% CI 1,10-1,39, P<0,005; HR 1,12, 95% CI 1,01-1,25, P= 0,04; en HR 1,25, 95% CI 1,02-1,52, P=0,03), na correctie voor slaapduur, slaaponregelmatigheid en vastgestelde HVZ-risicofactoren.
- De associatie tussen SOT en HVZ-incidentie was meer uitgesproken bij vrouwen dan bij mannen. SOT <22.00 uur en ≥00:00 uur waren geassocieerd met verhoogde incidentie van HVZ bij vrouwen (respectievelijk HR 1,34, 95% CI 1,11-1,61, P<0,005 en HR 1,63, 95% CI 1,20-2,21, P<0,005). Daarentegen waren alleen SOT's <22:00 uur geassocieerd met verhoogde CVD-incidentie bij mannen (HR = 1,17, 95% CI 1,01-1,35, P=0,03).
Conclusie
Gaan slapen tussen 22:00 en 22:59 was geassocieerd met het laagste risico op het ontwikkelen van HVZ, zelfs na correctie voor slaapduur, slaaponregelmatigheid en vastgestelde HVZ-risicofactoren. De waargenomen relatie tussen SOT en HVZ-incidentie was U-vormig met een hoger HVZ-risico bij eerder en later gaan slapen.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: