Hogere natrium- en lagere kaliuminname geassocieerd met verhoogd CV risico
24-Hour Urinary Sodium and Potassium Excretion and Cardiovascular Risk
Introductie en methoden
Achtergrond
Er zijn tegenstrijdige bevindingen over de associatie tussen natriuminname en CV risico. Zowel geschatte lagere en hogere natriuminnames zijn gelinkt aan verhoogd CV risico [1-4]. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door methodologische beperkingen, die inaccurate schattingen van individuele natriuminnames en reverse causation gerelateerd aan bestaande afwijkingen of veranderingen in gezondheidsstatus omvatten [5].
Omdat natrium en kalium met elkaar verbonden zijn 6], werden de associaties met CV risico gezamenlijk onderzocht.
In deze studie werden de relaties tussen natrium- en kaliuminnames en CV risico onderzocht door het combineren van data op individueel niveau van studies in gezonde populaties waarin meerdere 24-urine samples waren verkregen voor iedere deelnemer.
Studieontwerp
Individuele data van zes cohorten werden gecombineerd. 10.107 Deelnemers die ten minste twee 24-uurs urine samples op baseline hadden werden geïncludeerd. Natrium en kalium excreties werden bepaald door het middelen van de excreties in alle beschikbare 24-uurs urine samples per deelnemer.
Primaire uitkomst
De primaire uitkomst was een CV event, gedefinieerd als de samenstelling van coronaire revascularisatie, fataal of niet-fataal MI, of fatale or niet-fatale beroerte. De primaire analyse sloot het eerste jaar van follow-up uit omdat voedingsinformatie die kort voor een event is verzameld mogelijk niet de gebruikelijke natriuminname weergeeft. Mediane follow-up was 8.8 jaar (IQR: 7.6-10.9).
Belangrijkste resultaten
Natriumresultaten
- Mediane 24-uurs natriumexcretie was 3270 mg (10e-90e percentiel: 2099- 4899), omgerekend een geschatte algemene dagelijkse natriuminname van 3516 mg (10e-90e percentiel: 2257-5268).
- Wanneer kwartiel 4 van natriumexcretie met kwartiel 1 werd vergeleken was de HR 1.60 (95%CI:1.19-2.14).
- Een lineaire associatie werd gezien over het bereik van natriumexcretie (P<0.001 voor lineariteit).
- Iedere extra 100 mg van dagelijkse natriumexcretie was geassocieerd met een 18% toename in CV risico (gecorrigeerde HR: 1.18, 95%CI:1.08-1.29).
Kaliumresultaten
- De geschatte algemene dagelijkse kaliuminname was 3292 mg (10e-90e percentiel: 2162-4700).
- Wanneer kwartiel 4 van natriumexcretie met kwartiel 1 werd vergeleken was de HR 0.69 (95%CI:0.51-0.91).
- Er was ook een lineaire trend voor kaliumexcretie en CV risico, met iedere extra 1000 mg van dagelijkse kaliumexcretie geassocieerd met een 18% lager CV risico (HR 0.82, 95%CI:0.72-0.94).
Natrium-kalium ratio resultaten
- Wanneer kwartiel 4 van natrium-kalium ratio werd vergeleken met kwartiel 1 was de HR 1.62 (95%CI:1.25-2.10). Voor iedere unit toename in de natrium-kalium ratio was er een 24% toename in CV risico (HR 1.24, 95%CI:1.12-1.37).
Conclusie
Deze studie die metingen van meerdere 24-uurs urinesamples gebruikte toonde dat er een lineaire relatie was tussen natriuminname en CV risico, met een hoger CV risico met hogere natriuminname. Daarentegen was hogere kaliuminname geassocieerd met een lager CV risico.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: