Een geleide selectie van P2Y12-remmende therapie bij ACS-patiënten heeft het gunstigste profiel
Comparative effects of guided vs. potent P2Y12 inhibitor therapy in acute coronary syndrome: a network meta-analysis of 61,898 patients from randomized trials
Literatuur - Galli M, Benenati S, Franchi F et al., - Eur Heart J 2021; doi.org/10.1093/eurheartj/ehab836Introductie en methoden
Achtergrond
Plaatjesfunctie en genetisch testen kunnen worden gebruikt als tools om P2Y12-remmer therapie te geleiden om de krachtigere P2Y12-remmers ticagrelor en prasugrel aan individuen te geven die slecht op clopidogrel reageren (‘poor responders’) [1,2]. Er zijn geen consistente resultaten in RCTs waarin geleide selectie van antiplaatjestherapie getest werd, maar een meta-analyse toonde dat de geleide selectie van antiplaatjestherapie geassocieerd was met verbeterde uitkomsten in vergelijking met standaard selectie van antiplaatjestherapie in patiënten die PCI ondergingen [3]. Data over de acute setting ontbreken.
In deze netwerk meta-analyse werd de werkzaamheid en veiligheid van orale P2Y12-remmer strategieën, waaronder een geleide selectie aanpak door meten van plaatjesfunctie of genetisch testen, onderzocht voor de behandeling gebruikt in de setting van ACS.
Studie-ontwerp
RCTs, waarin orale P2Y12-remmers voor de behandeling van patiënten met ACS (clopidogrel, prasugrel, ticagrelor) werden getest, werden geïncludeerd. RCTs die een geleide aanpak vs. standard selectie van P2Y12-remmers omvatten in patiënten met ACS werden ook geïncludeerd. Een systematische zoektocht werd gedaan in grote databases met gebruik van zoektermen.
15 RCTs met een totaal van 61.898 patiënten en een gemiddelde follow-up van 11.9 maanden werden geïncludeerd in de analyse.
Clopidogrel vertegenwoordigde de referentiebehandeling.
Primaire uitkomsten
De primaire werkzaamheidsuitkomst was MACE, zoals gedefinieerd in iedere individuele geïncludeerde trial. Primair veiligheidseindpunt was totale bloedingen.
Belangrijkste resultaten
Primaire uitkomsten
- Er was een afname in de primaire werkzaamheidsuitkomst van MACE met een geleide aanpak in vergelijking met clopidogrel (RR 0.80, 95%CI:0.65-0.98), maar niet met prasugrel (RR 0.89, 95%CI:1.77-1.03) en ticagrelor (RR 1.00, 95%CI:0.86-1.18).
- Totale bloedingen waren verhoogd met prasugrel (RR 1.36, 95%CI:1.14-1.63) en ticagrelor (RR 1.37, 95%CI:1.16-1.61) maar niet met een geleide aanpak in vergelijking met clopidogrel (RR 1.22, 95%CI:0.96-1.55).
Secundaire uitkomsten
- Een geleide selectie van P2Y12-remmende therapie, prasugrel en ticagrelor waren geassocieerd met een afname van stenttrombose, terwijl alleen een geleide aanpak en prasugrel geassocieerd waren met een afname van MI.
- Geen van de behandelingen verlaagde het risico op beroerte in vergelijking met clopidogrel.
- Prasugrel en ticagrelor, maar niet een geleide selectie van P2Y12-remmende therapie, waren geassocieerd met verhoogd risico op mineure bloedingen, terwijl alleen prasugrel geassocieerd waren met een verhoogd risico op majeure bloedingen in vergelijking met clopidogrel.
- Alleen ticagrelor was geassocieerd met een afname van totale en CV sterfte in vergelijking met clopidogrel.
Rangeschikking van behandelstrategieën
- Een geleide selectie van P2Y12-remmende therapie rangschikte als beste behandeling met betrekking tot de uitkomsten van MACE, MI, beroerte en totale sterfte, en rangschikte als tweede met betrekking tot bloedingsuitkomsten. Over het algemeen had deze therapie het meest gunstigste veiligheids- en werkzaamheidsprofiel.
Conclusie
Deze uitgebreide netwerk meta-analyse die 61.898 patiënten includeerde uit 15 RCTs waarin verschillende P2Y12-remmende strategieën werden vergeleken in ACS patiënten, toonde dat een geleide selectie van P2Y12-remmende therapie het meest gunstige veiligheids- en werkzaamheidsprofiel had – significante bescherming tegen ischemische recidieven zonder verhoging van het risico op bloedingen.
De auteurs schrijven: “Deze bevindingen ondersteunen een bredere toepassingen van hulpmiddelen, waaronder meten van plaatjesfunctie en genetisch testen, om een meer gepersonaliseerde selectie van antiplaatjestherapie bij patiënten met ACS mogelijk te maken”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: