Verhoogd risico op ontwikkelen van HVZ in de post-acute fase van COVID-19
Long-term cardiovascular outcomes of COVID-19
Literatuur - Xie Y, Xu E, Bowe B et al. - Nat Med. 2022 Feb 7. doi: 10.1038/s41591-022-01689-3.Introductie en methoden
Doel van de studie
Deze observationele studie maakte gebruik van een cohort van individuen met COVID-19 en twee verschillende controlecohorten om het risico op nieuw ontstaande HVZ in de post-acute fase van COVID-19 te onderzoeken.
Methoden
De studie maakte gebruik van een cohort Amerikaanse veteranen die de eerste 30 dagen van COVID-19 overleefden (n=153.760), een hedendaagse controlegroep (n=5.637.647) en een historische (pre-pandemische) controlegroep (n=5.859.411).
De onderzoekers schatten het risico op CV-events in het COVID-19-cohort vergeleken met de hedendaagse controlegroep. Bovendien schatten ze de gecorrigeerde extra belasting van CV-uitkomsten als gevolg van COVID-19 per 1.000 personen op 12 maanden, gebaseerd op het verschil tussen de geschatte incidentie van CV-events in de COVID-19-groep en de hedendaagse controlegroep.
De mediane follow-up tijd was 347 dagen in het COVID-19-cohort, 348 in de hedendaagse controlegroep en 347 in de historische controlegroep.
-
Uitkomsten
Deze studie onderzocht een uitgebreide set van vooraf gespecificeerde CV-uitkomsten, waaronder cerebrovasculaire aandoeningen, ritmestoornissen, ontstekingen van het hart of pericardium, ischemische hartziekte, trombo-embolische aandoeningen, andere CV-aandoeningen en MACE.
Belangrijkste resultaten
Cerebrovasculaire aandoeningen
- Personen in het COVID-19-cohort hadden een verhoogd risico op een beroerte (HR 1,52, 95% CI 1,43-1,62); belasting 4,03 (95% CI 3,32-4,79) per 1.000 personen na 12 maanden, en TIA (HR 1,49, 95% CI 1,37-1,62); belasting 1,84 (95% CI 1,38-2,34), vergeleken met het hedendaagse controlecohort.
- Het risico van de samenstelling van deze cerebrovasculaire uitkomsten was HR 1,53 (95% CI 1,45-1,61) en de belasting was 5,48 (95% CI 4,65-6.35).
Ritmestoornissen
- Er was een verhoogd risico op atriumfibrilleren in het COVID-19-cohort (HR 1,71, 95% CI 1,64-1,79; belasting 10,74 (95% CI 9,61-11,91).
- Het risico van de samenstelling van de ritmestoornis-uitkomsten (atriumfibrilleren, sinustachycardie, sinusbradycardie, ventriculaire aritmieën en atriale flutter) was HR 1,69 (95% CI 1,64-1,75) en de belasting was 19,86 (95% CI 18,31-21,46).
Ontstekingen van het hart of pericardium
- Er werd een verhoogd risico op pericarditis en myocarditis in het COVID-19-cohort waargenomen (respectievelijk, HR 1,85, 95% CI 1,61-2,13; belasting 0,98, 95% CI 0,70-1,30; en HR 5,38, 95% CI 3,80-7,59; belasting 0,31, 95% CI 0,20-0,46).
- Het risico van de samenstelling van deze inflammatoire uitkomsten was HR 2,02 (95% CI 1,77-2,30) en de belasting was 1,23 (95% CI 0,93-1,57).
Ischemische uitkomsten
- Risico en belasting van acuut coronair syndroom was HR 1,72 (95% CI 1,56-1,90) en 5,35 (95% CI 4,13-6,70). Voor MI was het risico en de belasting HR 1,63 (95% CI 1,51-1,75) en 2,91 (95% CI 2,38-3,49).
- Het risico op de samenstelling van ischemische uitkomsten (acuut coronair syndroom, MI, ischemische cardiomyopathie en angina) was HR 1,66 (95% CI 1,52-1,80) en de belasting was 7,28 (95% CI 5,80-8,88).
Trombo-embolische aandoeningen
- Er was een verhoogd risico op PE, DVT en oppervlakkige veneuze trombose in het COVID-19-cohort (PE: HR 2,93, 95% CI 2,72-3,15; belasting 5,47, 95% CI 4,90-6,08, DVT: HR 2,09, 95% CI 1.94-2.24; belasting 4.18, 95% CI 3.62-4.79, oppervlakkige veneuze trombose: HR 1.95, 95% CI 1.80-2.12; belasting 2.61, 95% CI 2.20-3.07).
- Het risico op de samenstelling van deze trombo-embolische aandoeningen was HR 2.39 (95% CI 2.27-2.51) en de belasting was 9.88 (95% CI 9.05-10.74).
Hartfalen en andere CV-aandoeningen
- Er was een verhoogd risico op HF in het COVID-19-cohort (HR 1.72, 95% CI 1.65-1.80); belasting 11,61 (95% CI 10,47-12,78).
- Risico van de samenstelling van andere CV-uitkomsten (gedefinieerd als de samenstelling van HF, niet-ischemische cardiomyopathie, hartstilstand en cardiogene shock) was HR 2,43 (95% CI 1,86-3,16) en de belasting was 12,72 (95% CI 11,54- 13,96).
MACE
- Er was ook een verhoogd risico op MACE (gedefinieerd als een samenstelling van MI, beroerte en sterfte door alle oorzaken) in het COVID-19-cohort (HR 1,55, 95% CI 1,50-1,60; belasting 23,48, 95% CI 21,54-25,48 ). Risico op een CV-uitkomst (welke dan ook) was HR 1,63 (95% CI 1,59-1,68) en de belasting was 45,29 (95% CI 42,22-48,45).
Subgroep analyses
- De verhoogde risico’s op het nieuw ontwikkelen van HVZ in het COVID-19-cohort werden gevonden bij personen met en zonder HVZ-geschiedenis. Risico's waren evident ongeacht leeftijd, ras, geslacht, en CV-risicofactoren zoals obesitas, hypertensie, diabetes, CNS en hyperlipidemie.
- Risico's op CV-uitkomsten namen toe met toenemende ernst van COVID-19 in de acute fase. De risico's waren het hoogst bij personen die tijdens de acute fase van de ziekte op de IC werden opgenomen. Desalniettemin werden er ook verhoogde risico’s op CV-events op de lange termijn waargenomen bij personen die niet in het ziekenhuis waren opgenomen tijdens de acute fase van COVID-19.
- Resultaten waren consistent met de primaire analyse toen het COVID-19-cohort werd vergeleken met het historische cohort.
Conclusie
Deze studie toonde aan dat individuen in de post-acute fase van COVID-19 verhoogde risico's hadden op nieuw ontstaande HVZ, vergeleken met controlecohorten met individuen zonder COVID-19.
De auteurs van het artikel schreven: “Onze studie toont aan dat het risico op incidente HVZ veel verder reikt dan de acute fase van COVID-19. (…) Overheden en gezondheidsstelsels over de hele wereld moeten voorbereid zijn om de waarschijnlijk aanzienlijke bijdrage van de COVID-19-pandemie aan een toename van de belasting van hart- en vaatziekten aan te pakken.”
Deel deze pagina met collega's en vrienden: