Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Inclusie van drie rookvariabelen verbetert ASCVD-risicoschatting

Inclusion of Smoking Data in Cardiovascular Disease Risk Estimation

Literatuur - Duncan MS, Greevy RA, Tindle HA et al., - JAMA Cardiol. 2022;7(2):195-203. doi:10.1001/jamacardio.2021.4990

Introductie en methoden

Achtergrond

De ASCVD Risk Estimator Plus is de huidige criterium standaardtool voor risicobepaling. Het is gebaseerd op geslacht- en rasspecifieke gepoolde cohortvergelijkingen (2013 pooled cohort equations; PCE) voor het schatten van 10-jaars ASCVD risico [1-3], beschreven in de ACC/AHA richtlijn over de bepaling van CV risico.

Voormalig rokers gedurende de eerste 5 jaar na stoppen worden ingeschat als het hebben van hoog ASCVD risico en gerookte pakjesjaren zijn niet geïncludeerd in de 2013 PCE. Voormalig zware rokers (≥20 pakjesjaren) kunnen een verhoogd ASCVD risico hebben tot 16 jaar na het stoppen [4]. Deze bevindingen suggereren dat jaren sinds stoppen (years since quitting; YSQ) en gerookte pakjesjaren mogelijk een belangrijke rol spelen in ASCVD risicoschatting.

Voorspellende bruikbaarheid van toevoegen van voormalig status van roken, pakjesjaren gerookt en YSQ aan de 2013 PCE werd onderzocht voor het voorspellen van ASCVD risico met gebruik van data van de Framingham Heart Study (FHS).

Methoden

Data van de FHS nakomelingencohort werden gebruikt van deelnemers die hun eerste onderzoeksronde van 1971-1975 hadden. Deelnemers ondergingen iedere 4 jaar onderzoeksrondes. Eerst werden deelnemers die op baseline een geschiedenis hadden van MI, ischemische beroerte (IS), HF, CABG, PCI of AF of met ontbrekende data over geschiedenis van roken uitgesloten. Ten tweede werden persoonsonderzoeken uitgesloten met de volgende redenen: leeftijd jonger dan 40 of ouder dan 79 jaar, geschiedenis van MI, IS, HF, CABG, PCI of AF; ontbrekende data over voorspellers. De uiteindelijke steekproef bestond uit 18.400 persoonsonderzoeken van 3908 deelnemers.

Variabelen over roken omvatten 3 niveau’s van status van roken (huidig/vroeger/nooit), pakjesjaren en YSQ.

Goodness of fit, de incrementele waarde en de klinische beschikbaarheid van de 3 rookvariabelen werden bepaald. Goodness of fit werd bepaald door likelihood ratio en Nagelkerke R². De incrementele waarde werd bepaald door de verandering in Harrell C-statistieken en de continue netto herclassificatieverbetering (NRI>0). De klinische bruikbaarheid van een variabele verwijst naar het vermogen ervan om een individu voldoende over het risicospectrum te bewegen wanneer de variabele aan een model wordt toegevoegd; dit werd gekwantificeerd met gebruik van de relatieve geïntegreerde verbetering van de discriminatie (rIDI).

Uitkomsten

Follow-up van FHS deelnemers voor dit onderzoek was tot 31 december 2016. Uitkomst was ASCVD events, waaronder MI, fataal of niet-fataal IS en sterfte door coronaire hartziekte.

Belangrijkste resultaten

Modelfitting in mannen en vrouwen

Reclassificatie

Conclusie

Het includeren van eerdere status van roken, pakjesjaren en YSQ van deelnemers in het FH nakomelingencohort verbeterde ASCVD risicovoorspelling in vergelijking met het referentiemodel met 2013 PCE variabelen. Het toevoegen van deze 3 rookvariabelen leverde matige NRI(>0) waarden en klinisch betekenisvolle rIDI waarden op. Rookvariabelen resulteerde in betere onderscheid van ASCVD risico dan de variabelen lipiden, bloeddruk of diabetes. Verder zou de inclusie van deze rookvariabelen het ASCV risico van ~3 miljoen VS individuen met ≥20 gerookte pakjesjaren kunnen reclassificeren.

Referenties

Toon referenties

Vind dit aritkel online op JAMA Cardiol

Deel deze pagina met collega's en vrienden: