Minder eerste beroertes bij T2DM-patiënten na GLP-1RA-behandeling
Effects of Semaglutide on Stroke Subtypes in Type 2 Diabetes: Post Hoc Analysis of the Randomized SUSTAIN 6 and PIONEER 6
Introductie en methoden
Achtergrond
Aangezien patiënten met DM meer kans hebben op een beroerte op jongere leeftijd, met slechtere uitkomsten en een hoger recidiefrisico dan degenen zonder DM [1,2], is beroertepreventie bij DM van groot belang. Er is steeds meer bewijs dat GLP-1RA’s het risico op een beroerte verminderen bij T2DM-patiënten, en dat komt niet alleen door de glykemische controle [3-8].
Doel van de studie
De auteurs onderzochten het effect van de GLP-1RA semaglutide op het beroerterisico, gestratificeerd naar beroertesubtypes, bij T2DM-patiënten met een hoog HVZ-risico.
Methoden
In een verkennende post-hocanalyse werden de gegevens van twee wereldwijde fase 3-RCT’s samengevoegd: de SUSTAIN 6 en PIONEER 6-trial. In de SUSTAIN 6 (Trial to Evaluate Cardiovascular and Other Long-Term Outcomes With Semaglutide in Subjects With Type 2 Diabetes) werden patiënten gerandomiseerd naar semaglutide 0,5 of 1 mg subcutaan eenmaal per week of placebo [9], terwijl de behandeling in de studie PIONEER (Peptide Innovation for Early Diabetes Treatment) 6 bestond uit semaglutide 14 mg oraal eenmaal daags of placebo [10]. De inclusiecriteria van beide studies waren: (1) T2DM; en (2) leeftijd ≥50 jaar met bewezen HVZ (bijvoorbeeld MI, beroerte, TIA’s), chronisch HF of chronische nierziekte; of leeftijd ≥60 jaar met HVZ-risicofactoren.
Uitkomstmaten
De belangrijkste uitkomstmaten waren de tijd tot het eerste optreden van een beroerte (fataal of niet-fataal) en de beroertesubtypen (ischemisch, hemorragisch of onbekend). In een subgroepanalyse werden de effecten van de behandeling op de tijd tot het optreden van een beroerte beoordeeld voor verschillende subgroepen( eerdere beroerte, eerder MI of beroerte, eerder AF, leeftijd, geslacht, eGFR en systolische bloeddruk). Daarnaast werd de impact onderzocht van een eerdere beroerte op het effect dat semaglutide of placebo had op de tijd tot eerste MACE.
Belangrijkste resultaten
Risico op beroerte
- Van de 6480 deelnemers aan beide onderzoeken kregen 106 patiënten (1,6%) een beroerte (1,0 event/100 patiëntjaren van observatie [PYO]).
- Semaglutide verlaagde de incidentie van een eerste beroerte in vergelijking met placebo (0,8 vs. 1,1 events/100 PYO; hazardratio [HR]: 0,68; 95%-BI: 0,46-1,00; p = 0,048). Wanneer gestratificeerd werd naar beroertesubtypes, werd er geen verschil in behandelingseffect waargenomen.
- Van de herseninfarcten was alleen het risico op occlusie van kleine bloedvaten lager tijdens behandeling met semaglutide vergeleken met placebo (0,3 vs. 0,7 events/100 PYO; HR: 0,51; 95%-BI: 0,29-0,89; p = 0,017).
Subgroepanalyse
- In de subgroepanalyse leek het beroerterisico lager te zijn in de semaglutide- dan in de placebogroep, behalve voor patiënten met eerder AF en de 75-plussers, hoewel deze verschillen niet statistisch significant waren.
- Semaglutide verlaagde het beroerterisico bij patiënten zonder eerdere beroerte vergeleken met placebo (0,5 vs. 0,9 events/100 PYO; HR: 0,60; 95%-BI: 0,37-0,99), maar niet bij degenen met een voorgeschiedenis van beroerte (2,7 vs. 3,0 events/100 PYO; HR: 0,89; 95%-BI: 0,47-1,69) (p voor interactie met eerdere beroerte = 0,35).
- Er waren geen significante interacties tussen de effecten van de behandeling op het beroerterisico en de subgroepen, behalve voor eerder AF (interactie-p = 0,025), hoewel het aantal events zeer laag was in de groep met eerder AF (7 events in semaglutidegroep vs. 1 event in placebogroep).
Risico op MACE
- Semaglutide verminderde het risico op de eerste MACE bij patiënten zonder eerdere beroerte vergeleken met placebo (2,8 vs. 3,8 events per 100 PYO; HR: 0,74; 95%-BI: 0,59-0,92; p = 0,007), maar niet bij degenen met eerdere beroerte (5,2 vs. 6,0 events per 100 PYO; HR: 0,86; 95%-BI: 0,54-1,36; p = 0,52).
- Er waren geen significante interacties tussen de effecten van de behandeling op het MACE-risico en de subgroep met eerdere beroerte (interactie-p = 0,56).
Conclusie
Bij T2DM-patiënten met een hoog HVZ-risico verminderde semaglutide het risico op een eerste beroerte vergeleken met placebo, ongeacht een voorgeschiedenis van beroerte. Het effect van semaglutide was voornamelijk te danken aan een lager risico op occlusie van kleine bloedvaten.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: