Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Trombo-embolische complicaties veelvoorkomend bij ATTR-CM

Systemic embolism in amyloid transthyretin cardiomyopathy

Literatuur - Vilches S, Fontana M, Gonzalez-Lopez E, et al. - Eur J Heart Fail. 2022 Jun 1. doi: 10.1002/ejhf.2566

Introductie en methoden

Achtergrond

Transthyretine-gemedieerde cardiale amyloïdose (ATTR-CM) is een progressieve, veelal dodelijke vorm van hartziekte die wordt gekenmerkt door neerslag van het eiwit transthyretine in het hart. Er bestaat zowel een erfelijke vorm (ATTRv) als een verworven vorm (ATTRwt) [1]. Atriale ritmestoornissen en trombo-embolische complicaties, zoals intracardiale trombose, kunnen de eerste uiting zijn van ATTR-CM [2-4], maar gegevens over de incidentie en prevalentie van deze complicaties zijn schaars. Bovendien is er een dringende behoefte aan het beter voorspellen en voorkómen van trombo-embolische complicaties bij deze patiënten.

Doel van de studie

Het doel van deze studie was om de incidentie en prevalentie van trombo-embolische complicaties te bepalen bij patiënten met ATTR-CM en om te onderzoeken welke factoren geassocieerd zijn met deze complicaties. Ook werd de voorspellende waarde van CHA2DS2-VASc-score onderzocht bij patiënten met ATTR-CM, evenals de incidentie van trombo-embolische complicaties bij patiënten met of zonder AF volgens (type) orale antistolling.

Methoden

De onderzoekers gebruikten longitudinaal verzamelde gegevens van 1191 patiënten met ATTR-CM (87% man; mediane leeftijd: 77,1 jaar; 83% ATTRwt) uit 4 tertiaire verwijscentra voor amyloïdose in Italië, Spanje, het VK en de VS. De diagnose ‘ATTR-CM’ werd gesteld bij aanwezigheid van transthyretinedeposities in een endomyocardbiopt of extracardiaal biopt met een aanvullende bevinding. Daarnaast kon de diagnose ‘ATTR-CM’ worden gesteld indien er behalve bevindingen bij scintigrafie ook afwijkingen werden gevonden bij echografie of MRI-onderzoek van het hart die suggestief waren voor amyloïdose in afwezigheid van monoklonale antilichamen. Bij alle patiënten werd genetisch onderzoek verricht naar mogelijke mutaties in het TTR-gen. Patiënten die ten minste 2 keer een verwijscentrum hadden bezocht en van wie gegevens beschikbaar waren van minimaal 80 van de 100 vooraf gespecifieerde variabelen werden geïncludeerd.

Uitkomstmaten

De onderzoekers bepaalden de incidentie en prevalentie van trombo-embolische complicaties, zoals een beroerte, TIA of perifere arteriële embolie, bij patiënten met ATTR-CM.

Belangrijkste resultaten

Totale studiepopulatie

Patiënten zonder AF

Patiënten met AF

Conclusie

De prevalentie van trombo-embolische complicaties bij patiënten met ATTR-CM was 16,2%. De incidentie van trombo-embolische complicaties was lager bij patiënten die orale antistolling kregen dan bij patiënten die geen orale antistolling kregen. De incidentie verschilde echter niet tussen patiënten met AF die behandeld werden met een VKA of DOAC. De CHA2DS2VASc-score was een slechte voorspeller van trombo-embolische complicaties en zou om die reden niet moeten worden gebruikt bij patiënten met ATTR-CM.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur J Heart Fail.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: