Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Vergelijking van twee DOAC’s in AF-patiënten

Association of rivaroxaban vs apixaban with major ischemic or hemorrhagic events in patients with atrial fibrillation

Literatuur - Ray WA, Chung CP, Stein CM, et al. - JAMA. 2021 Dec 21;326(23):2395-2404. doi: 10.1001/jama.2021.21222

Introductie en methoden

Achtergrond

Patiënten met AF worden bij voorkeur behandeld met een DOAC, zoals apixaban en rivaroxaban, om ischemische beroerte te voorkomen [1]. Apixaban en rivaroxaban zijn allebei omkeerbare remmers van geactiveerde stollingsfactor X en hebben een vergelijkbare halfwaardetijd [2]. Omdat apixaban 2 keer per dag wordt ingenomen, terwijl bij rivaroxaban een enkele dosis volstaat, varieert de concentratie van rivaroxaban aanzienlijk meer gedurende de dag [2,3]. Daarmee rijst de vraag hoe de effectiviteit en veiligheid van beide antistollingsmiddelen zich tot elkaar verhouden.

Doel van de studie

Het doel van deze studie was om de effectiviteit en veiligheid van apixaban en rivaroxaban met elkaar te vergelijken bij ouderen met AF.

Methoden

De onderzoekers verrichtten een retrospectief cohortonderzoek op basis van gegevens van de Amerikaanse zorgverzekeraar Medicare. Patiënten van 65 jaar of ouder die in afgelopen 90 dagen waren gediagnosticeerd met AF of een atriumflutter en die in de periode 1 januari 2013-30 november 2018 gestart waren met apixaban (2,5 of 5 mg tweemaal daags; n=353.879) of rivaroxaban (15 of 20 mg eenmaal daags; n= 227.572) werden geïncludeerd. Patiënten met een terminale ziekte, mitralisklepstenose, ernstige chronische nierziekte, mechanische hartklep of een aandoening die een reversibele vorm van AF veroorzaakt, werden uitgesloten van deelname. Dit gold ook voor patiënten die langdurig in een verzorgingshuis verbleven, in het afgelopen jaar waren behandeld met een DOAC of in de afgelopen 30 dagen waren opgenomen in het ziekenhuis vanwege een beroerte of bloeding. De follow-upperiode bedroeg 4 jaar, gerekend vanaf de dag na het uitschrijven van het eerste DOAC-recept.

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaat was samengesteld uit ernstige ischemische voorvallen (ischemische beroerte, systemische embolie) en ernstige hemorragische voorvallen (intracerebrale bloeding, andere intracraniale bloedingen, fatale extracraniale bloeding). Secundaire uitkomstmaten waren niet-fatale extracraniale bloedingen en algehele mortaliteit (sterfte door een ischemisch of hemorragisch voorval, sterfte door een andere oorzaak). Gegevens over de uitkomstmaten werden verzameld uit ziekenhuisontslagcodes.

De analyse corrigeerde voor covariaten met gestabiliseerde omgekeerde waarschijnlijkheid van behandelingsgewichten berekend uit de propensity score. De propensity score werd geschat met logistische regressie die was gestratificeerd naar antistollingsdosis.

Belangrijkste resultaten

Primaire uitkomstmaat

Secundaire uitkomstmaten

Conclusie

Bij patiënten van 65 jaar of ouder met AF leidde behandeling met rivaroxaban vaker tot ernstige ischemische of hemorragische voorvallen, vergeleken met apixaban.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op JAMA.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: