Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

SGLT2i-therapie hoeft niet te worden gestaakt na vroege eGFR-daling bij HFrEF-patiënten

Early changes in estimated glomerular filtration rate post-initiation of empagliflozin in EMPEROR-Reduced

Literatuur - Zannad F, Ferreira JP, Gregson J, et al. - Eur J Heart Fail. 2022 Jun 16 [Online ahead of print]. doi: 10.1002/ejhf.2578

Introductie en methoden

Achtergrond

Bij patiënten met HFrEF vertraagt een SGLT2i-behandeling de snelheid waarmee de eGFR daalt vanaf week 4 na aanvang van de behandeling, vergeleken met placebo [1-4]. SGLT2i’s kunnen echter een initiële eGFR-daling veroorzaken, mogelijk door een acute intraglomerulaire drukverlaging [5-9]. Deze daling kan artsen ertoe bewegen de behandeling te stoppen of er niet mee te beginnen, maar is dat gerechtvaardigd?

Doel van de studie

De auteurs beoogden de frequentie, kenmerken, determinanten en prognostische betekenis te beschrijven van vroege eGFR-veranderingen bij HFrEF-patiënten die waren behandeld met empagliflozine of placebo in de EMPEROR-Reduced (EMPagliflozin outcomE tRial in Patients With chrOnic heaRt Failure With Reduced Ejection Fraction) trial.

Methoden

De EMPEROR-Reduced trial was een multinationale, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, event-gestuurde, fase 3-studie met parallelle groepen waarin 3730 patiënten met chronisch HF (functionele NYHA-klasse II-IV) en LVEF ≤40% werden gerandomiseerd naar empagliflozine 10 mg per dag of placebo, naast hun gebruikelijke therapie (inclusief HF-behandeling) [10,11]. In deze secundaire analyse werden 3547 patiënten (95%) geïncludeerd die ten minste één dosis van het studiegeneesmiddel hadden gekregen en voor wie eGFR-metingen bij randomisatie en week 4 beschikbaar waren. De mediane follow-upduur was 16 maanden.

De onderzoekers categoriseerden de procentuele eGFR-verandering in de vroege post-initiëringsperiode (van randomisatie tot week 4) in tertielen in elke behandelgroep afzonderlijk en gebruikten landmarkanalyses (met de landmark op week 4) om de relatie tussen de procentuele eGFR-verandering en de uitkomsten te bestuderen.

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaat was de samengestelde uitkomst van vastgelegde CV sterfte en HF-ziekenhuisopname (geanalyseerd als tijd tot eerste event). Daarnaast werden CV sterfte, totale sterfte en een samengestelde renale uitkomst (bestaande uit noodzaak tot chronische dialyse of niertransplantatie; blijvende eGFR-daling ≥40%; of blijvende eGFR <10-15 ml/min per 1,73 m2, afhankelijk van de eGFR-uitgangswaarde) geanalyseerd.

De vooraf gespecificeerde veiligheidsbeoordeling richtte zich op het optreden van acute nierschade of acuut nierfalen, tot 7 dagen na het staken van de studiemedicatie.

Belangrijkste resultaten

eGFR-verandering na 4 weken

Relatie tussen vroege eGFR-verandering en uitkomsten

Veiligheid

Conclusie

HFrEF-patiënten vertoonden een milde daling van de eGFR in de eerste 4 weken na aanvang van de behandeling met empagliflozine vergeleken met placebo, maar dit was niet geassocieerd met ongunstige CV of renale uitkomsten. De auteurs benadrukken dat artsen zich geen zorgen hoeven te maken over eGFR-veranderingen direct na de start van een empagliflozinebehandeling. Zij raden niet aan om de eGFR routinematig te controleren in de eerste maand en adviseren om deze beslissing over te laten aan het oordeel van de behandelend arts.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur J Heart Fail.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: