Vergelijken van twee DOAC’s voor recidief VTE en bloedingen bij patiënten met VTE
Risk for recurrent venous thromboembolism and bleeding with apixaban compared with rivaroxaban: an analysis of real-world data
Literatuur - Dawwas GK, Leonard CE, Lewis JD, et al. - Ann Intern Med. 2022 Jan;175(1):20-28. doi: 10.7326/M21-0717Introductie en methoden
Achtergrond
Tot op heden zijn er geen resultaten gepubliceerd van gerandomiseerde onderzoeken, zoals de lopende COBRRA-trial, waarin de effectiviteit en veiligheid van apixaban direct wordt vergeleken met die van rivaroxaban. Naar verwachting is de COBRRA-trial voltooid in december 2023. Totdat de resultaten van deze en andere trials beschikbaar komen, kunnen de resultaten van observationele studies gebruikt worden om clinici te informeren over de effectiviteit en veiligheid van apixaban en rivaroxaban. In eerdere observationele studies was de studiepopulatie echter relatief klein of werden alleen gegevens gebruikt tot 2015 [1,2], slechts één jaar nadat apixaban door de Amerikaanse Food and Drug Administration was goedgekeurd voor de behandeling van VTE.
Doel van de studie
Het doel van deze studie was om de effectiviteit en veiligheid van apixaban en rivaroxaban met elkaar te vergelijken bij volwassen patiënten met VTE.
Methoden
De onderzoekers verrichtten een retrospectief cohortonderzoek op basis van gegevens uit de Optum Clinformatics Data Mart-database van een particulier verzekerde populatie in de VS. Patiënten van 18 jaar of ouder die apixaban (n=28.287) of rivaroxaban (n=21.613) voorgeschreven kregen binnen 30 dagen nadat bij hen de diagnose ‘VTE’ was gesteld, werden geïncludeerd. Poliklinische patiënten met VTE en patiënten bij wie VTE niet de voornaamste reden was voor de ziekenhuisopname werden uitgesloten van deelname. Dit gold ook voor patiënten die in de afgelopen 12 maanden (voor de index VTE) een anticoagulans voorgeschreven kregen of een longembolie of DVT hadden ontwikkeld. De mediane follow-upduur was 102 dagen (IQR: 30-128) in de apixabangroep en 105 dagen (IQR: 30-140) in de rivaroxabangroep.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat voor effectiviteit was de incidentie van een recidief-VTE (DVT of longembolie). De primaire uitkomstmaat voor veiligheid was samengesteld uit intracraniale en gastro-intestinale bloedingen.
Propensity score matching werd gebruikt om de verschillen in baseline karakteristieken te verminderen tussen gebruikers van apixaban en rivaroxaban.
Belangrijkste resultaten
Effectiviteit
- De incidentie van recidief-VTE was lager in de apixabangroep dan in de rivaroxabangroep (8,9 vs. 11,4 per 100 persoonsjaren; HR: 0,77; 95%BI: 0,69-0,87).
- De absolute risicoreductie bedroeg 0,006 (95%BI:0.005-0.011) binnen 2 maanden en 0,011 (95%BI:0.011-0.013) binnen 6 maanden na de start van de behandeling.
- De resultaten waren consistent voor zowel DVT (HR: 0,85; 95%BI: 0,74-0,97) als longembolie (HR: 0,59; 95%BI: 0,39-0,91).
Veiligheid
- De incidentie van intracraniale en gastro-intestinale bloedingen was lager in de apixabangroep dan in de rivaroxabangroep (7,2 vs. 11,0 per 100 persoonsjaren; HR: 0,60; 95%BI: 0,53-0,69).
- De absolute risicoreductie bedroeg 0,011 (95%BI:0.010-0.011) binnen 2 maanden en 0,015 (95%BI:0.013-0.015) binnen 6 maanden na de start van de behandeling.
- De resultaten waren consistent voor zowel intracraniale bloedingen (HR: 0,54; 95%BI: 0,14-1,20) als gastro-intestinale bloedingen (HR: 0,60; 95%BI: 0,53-0,69).
Conclusie
Bij volwassen patiënten met VTE leidt nieuwe behandeling met apixaban minder vaak tot recidief-VTE en intracraniale of gastro-intestinale bloedingen, vergeleken met rivaroxaban.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: