SGLT2-remmer veilig en werkzaam bij HFpEF in alle leeftijdsgroepen
Empagliflozin Improves Outcomes in Patients With Heart Failure and Preserved Ejection Fraction Irrespective of Age
Literatuur - Böhm M, Butler J, Filippatos G, et al. - J Am Coll Cardiol. 2022 Jul 5;80(1):1-18. doi: 10.1016/j.jacc.2022.04.040Introductie en methoden
Achtergrond en doel van de studie
Empagliflozine verlaagt het gecombineerde risico op CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname bij HFpEF-patiënten, zoals aangetoond in de recent studie EMPEROR-Preserved (Empagliflozin Outcome Trial in Patients With Chronic Heart Failure With Preserved Ejection Fraction) [1]. In het algemeen kunnen er zorgen bestaan over verminderde behandeleffecten en meer bijwerkingen bij een toenemende leeftijd [2]. Het doel van deze analyse was daarom om de de interactie van leeftijd met de werkzaamheid en veiligheid van empagliflozine in de EMPEROR-Preserved-trial te evalueren.
Methoden
De EMPEROR-Preserved-trial was een dubbelblinde RCT waarin 5988 patiënten met HF (symptomen van NYHA-klasse II-IV) en EF >40% werden gerandomiseerd (1:1-ratio) naar empagliflozine 10 mg per dag of placebo. Voor de huidige, vooraf gespecificeerde analyse werden de patiënten verdeeld in 4 groepen op basis van hun leeftijd op baseline: <65 jaar (n=1199), 65-74 jaar (n=2214), 75-79 jaar (n=1276) en ≥80 jaar (n=1299).
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was de tijd tot het eerste optreden van de samengestelde uitkomst van vastgelegde CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname. De eerste secundaire uitkomstmaat was de incidentie van alle (eerste en herhaalde) vastgestelde HF-ziekenhuisopnamen. De tweede secundaire uitkomstmaat was de verandering van de eGFR-helling. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) – gebaseerd op de ‘Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire-Clinical Summary Score’ (KCCQ-CSS) – en de frequentie van nadelige events werden ook beoordeeld.
Belangrijkste resultaten
Werkzaamheidsuitkomsten
- Bij patiënten die placebo kregen, nam de incidentie van de primaire uitkomstmaat (CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname) toe met de leeftijd (P voor interactie=0,02), evenals de incidentie van CV-sterfte (P voor interactie=0,003).
- Tussen de leeftijdsgroepen was geen er significant verschil in de relatieve risicoreductie die empagliflozine teweegbracht voor de primaire uitkomstmaat (P voor interactie=0,33), de eerste secundaire uitkomstmaat (d.w.z. alle HF-ziekenhuisopnamen; P voor interactie=0,11) en eerste HF-ziekenhuisopnamen (P voor interactie=0,22).
- Voor CV-sterfte en sterfte door alle oorzaken was er geen significant behandeleffect of een interactie met leeftijd.
- Wanneer alle patiënten werden verdeeld over andere leeftijdsgroepen, bleef het behandeleffect op de primaire uitkomstmaat gehandhaafd voor de groep van ≥75 jaar vergeleken met<75 jaar (P voor interactie=0,22) en voor ≥80 jaar vergeleken met <80 jaar (P voor interactie=0,51). Vergelijkbare resultaten werden gezien voor eerste HF-ziekenhuisopname en herhaalde HF-ziekenhuisopname.
eGFR-helling
- Empagliflozine verminderde de tweede secundaire uitkomstmaat (verandering van eGFR-helling) vergeleken met placebo (gemiddeld verschil: 1,36 ml/min per 1,73 m2 per jaar; 95%BI: 1,06-1,66; P=0,0001). Dit effect vergelijkbaar in alle leeftijdsgroepen (P voor interactie=0,32).
Overige uitkomsten
- Patiënten in de empagliflozinegroep vertoonden meer verbetering in de gemiddelde KCCQ-CSS na 52 weken en er waren geen significante verschillen tussen de leeftijdsgroepen (P voor interactie=0,48).
- Ook waren er geen klinisch relevante verschillen in het optreden van nadelige events tussen de met empagliflozine en placebo behandelde patiënten in de verschillende leeftijdsgroepen (alle P-waarden voor interactie>0,05).
Conclusie
In een vooraf gespecificeerde analyse van de EMPEROR-Preserved-trial had leeftijd geen invloed op de gunstige effecten van empagliflozine op de vermindering van CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname, alle HF-ziekenhuisopnamen en eGFR-daling, noch op de verbetering van de HRQoL. Bovendien was een hogere leeftijd niet geassocieerd met klinisch relevante veiligheidsrisico’s.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: