Statine van matige intensiteit plus ezetimib versus monotherapie met statine van hoge intensiteit bij ASCVD
Long-term efficacy and safety of moderate-intensity statin with ezetimibe combination therapy versus high-intensity statin monotherapy in patients with atherosclerotic cardiovascular disease (RACING): a randomised, open-label, non-inferiority trial
Literatuur - Kim BK, Hong SJ, Lee YJ, et al. - Lancet. 2022 Jul 18:S0140-6736(22)00916-3. doi: 10.1016/S0140-6736(22)00916-3.Introductie en methoden
Achtergrond
Combinaties van geneesmiddelen zijn wellicht effectiever en gaan mogelijk gepaard met minder risico’s dan hogere doses van één medicijn [1]. Als alternatief voor monotherapie met een statine van hoge intensiteit, kan de steroltransportblokker ezetimib worden toegevoegd aan de behandeling met een statine van lagere intensiteit. Deze behandelstrategie zou kunnen leiden tot minder intoleranties en nadelige events die gerelateerd zijn aan de behandeling met een statine van hoge intensiteit [2-7]. Uit 2 meta-analyses van RCT’s blijkt dat behandeling met een statine van lagere intensiteit gecombineerd met ezetimib resulteert in significant lagere LDL-c-concentraties, vergeleken met monotherapie met een statine van hoge intensiteit [8,9]. Tot op heden is er echter geen gerandomiseerd onderzoek verricht naar de langetermijneffecten van deze 2 behandelstrategieën bij patiënten met ASCVD.
Doel van de studie
Deze gerandomiseerde studie vergeleek de 3-jaars werkzaamheid en veiligheid van statine met matige intensiteit plus ezetimib versus monotherapie met statines met hoge intensiteit bij patiënten met ASCVD.
Methoden
De onderzoekers verrichtten de RACING-studie, een multicentrische, ‘open-label’, ‘non-inferiority’-trial in 26 ziekenhuizen in Zuid-Korea. Patiënten van 19-80 jaar met ASCVD (n = 3780) werden gerandomiseerd naar behandeling met een statine van matige intensiteit (rosuvastatine 10 mg 1 dd p.o.) gecombineerd met ezetimib (10 mg 1 dd p.o.) of monotherapie met een statine van hoge intensiteit (rosuvastatine 20 mg 1 dd p.o.). De randomisatie was gestratificeerd naar LDL-c-concentratie (< 100 mg/dl) en de aanwezigheid van diabetes bij aanvang van de studie. ASCVD was gedefinieerd als een voorgeschiedenis van myocardinfarct, acuut coronair syndroom, coronaire revascularisatie of andere arteriële revascularisatie, ischemische beroerte of PAD. Onder andere patiënten met een actieve leveraandoening of een levensverwachting < 3 jaar, ontvangers van een donororgaan en zwangere of zogende vrouwen werden uitgesloten van deelname. De follow-upduur was 3 jaar.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was samengesteld uit cardiovasculaire sterfte, ernstige cardiovasculaire events of een niet-fatale beroerte na 3 jaar, waarvoor de ‘non-inferiority’-marge werd vastgesteld op 2%. Een ernstig cardiovasculair event was gedefinieerd als coronaire of perifere revascularisatie of een ziekenhuisopname vanwege een cardiovasculair event, zijnde cardiale ischemie, hartfalen of PAD. Secundaire uitkomstmaten van effectiviteit waren: (a) een LDL-c-concentratie < 70 mg/dl na 1, 2 en 3 jaar; (b) een samengestelde uitkomst, bestaande uit sterfte door alle oorzaken, ernstige cardiovasculaire events of niet-fatale beroerte; en (c) de losse componenten van de primaire en secundaire, samengestelde uitkomstmaten. Secundaire uitkomstmaten van veiligheid waren: (a) het staken van de behandeling of het verlagen van de dosis van de studiemedicatie als gevolg van intolerantie; en (b) nadelige events, zoals nieuw-ontstane diabetes, spier-, lever- of galblaas-gerelateerde bijwerkingen, en kanker.
Belangrijkste resultaten
Effectiviteit
- Na 3 jaar trad de primaire, samengestelde uitkomst op bij 172 van de 1894 patiënten (9,1%) in de combinatie-therapiegroep en bij 186 van de 1886 patiënten (9,9%) in de monotherapiegroep (absoluut verschil: -0,78; 90%BI: -2,39 tot 0,83: HR: 0,92; 95%BI: 0,75-1,13; p =0,43); de bovenste limiet van het 90%-betrouwbaarheidsinterval viel binnen de ‘non-inferiority’-marge, wat betekent dat behandeling met een statine van matige intensiteit gecombineerd met ezetimib niet minder effectief is dan monotherapie met een statine van hoge intensiteit.
- Na 1, 2 en 3 jaar werd een LDL-c-concentratie< 70 mg/dl vastgesteld bij respectievelijk 74%, 75% en 72% van de patiënten in de combinatie-therapiegroep, vergeleken met respectievelijk 55%, 60% en 58% van de patiënten in de monotherapiegroep (alle p <0,0001).
- Na 3 jaar trad de secundaire, samengestelde uitkomst op bij 176 patiënten (9,8%) in de combinatie-therapiegroep en bij 197 patiënten (10,4%) in de monotherapiegroep (absoluut verschil: -0,62; 90%BI: -2,28 tot 1,03: HR: 0,94; 95%BI: 0,77-1,15; p =0,94).
- Er waren geen statistisch significante verschillen tussen beide groepen in het optreden van de losse componenten van de primaire en secundaire, samengestelde uitkomstmaten.
Veiligheid
- Het staken van de behandeling of het verlagen van de dosis van de studiemedicatie als gevolg van intolerantie was noodzakelijk bij 88 patiënten (4,8%) in de combinatie-therapiegroep en bij 150 patiënten (8,2%) in de monotherapiegroep (p <0,0001).
- Er waren geen significante verschillen in nadelige events tussen de groepen.
Conclusie
Uit deze multicentrische, ‘open-label’ trial blijkt dat de behandeling met een statine van matige intensiteit gecombineerd met ezetimib op de lange termijn niet inferieur is aan monotherapie met een statine van hoge intensiteit bij patiënten met ASCVD. Na 3 jaar trad de primaire uitkomst, die was samengesteld uit cardiovasculaire sterfte, ernstige cardiovasculaire events en niet-fatale beroerte, in beide groepen even vaak op. In de combinatie-therapiegroep was het percentage patiënten met een LDL-c-concentratie < 70 mg/dl hoger en het percentage patiënten bij wie de behandeling gestaakt of de dosis verlaagd moest worden lager dan in de monotherapiegroep.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: