Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Verminderde spiervetinfiltratie in voorste dijspier met GLP-1RA bij overgewicht en obesitas

Nieuws - 23 sep. 2022

Effect of liraglutide on muscle fat infiltration in adults with overweight or obesity: a randomized clinical trial

Gepresenteerd op de EASD annual meeting 2022 door: Ambarish Pandey- Dallas, TX, VS

Introductie en methoden

Traditioneel wordt algemene obesitas gedefinieerd als BMI ≥30 kg/m2. Obesitas is echter een heterogene aandoening met verschillende lichaamssamenstellingen en vetverdelingen. Regionale vetdepots spelen een belangrijke rol in de pathofysiologie die aan obesitas wordt toegeschreven. Naast abdominale vetdepots heeft vetweefsel in en rond skeletspieren belangrijke pathofysiologische effecten.

Dit werd aangetoond in een recente studie met data van het Health ABC-cohort. Hogere niveaus van intra- en intermusculair vet werden geassocieerd met metabool syndroom, obesitas en verhoogde depots van visceraal vetweefsel (VAT). Wanneer naar uitkomsten werd gekeken, was alleen intramusculair vet geassocieerd met een hoger risico op HF (17% hoger risico per 1 SD hogere hoeveelheid intramusculair vet).

Het doel van deze studie was te onderzoeken of spiervetinfiltratie -geassocieerd met een verhoogd risico op HF- kan worden veranderd door gewichtsverliestherapieën.

Recent werd een gerandomiseerde dubbelblinde studie uitgevoerd waarin het effect van liraglutide op visceraal en ectopisch vet werd onderzocht bij 182 volwassenen met overgewicht en obesitas (BMI ≥30 kg/m2 of BMI ≥27 kg/m2 plus metabool syndroom) zonder DM en met een hoog CV-risico. Er werd een 11% grotere afname van VAT-depots met liraglutide waargenomen.

Dit was een vooraf gespecificeerde secundaire uitkomstanalyse van de eerder genoemde RCT met liraglutide versus placebo. Bij de patiënten werden regionale vetdepots op baseline en follow-up beoordeeld met behulp van 3D MRI van het totale lichaam en werden ook cardiometabole markers gemeten op baseline en follow-up.

De primaire uitkomst van deze analyse was de verandering in spiervetinfiltratie van basisline tot follow-up. Spiervet werd bepaald als de gemiddelde proportie vet in levensvatbaar spierweefsel van de bilaterale voorste dijspier.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Eenmaal daags subcutaan liraglutide verminderde de gemiddelde vetinfiltratie in de voorste dijspier in vergelijking met placebo, onafhankelijk van veranderingen in het dijspiervolume.

Pandey concludeerde verder: "De bijdrage van de afname van de spiervetinfiltratie aan de cardiometabolische voordelen van liraglutide vereist verdere studie."

Deel deze pagina met collega's en vrienden: