NT-proBNP voorspelt MACE bij oudere patiënten zonder cardiale klachten op SEH

Van de oudere mensen zonder cardiale klachten die op de Nederlandse SEH kwamen, kreeg 20% MACE in het eerste jaar daarna. NT-proBNP bleek een onafhankelijke voorspeller van MACE te zijn.

Major adverse cardiovascular events in older emergency department patients presenting with non-cardiac medical complaints
Literatuur - Zelis N, Roumans-van Oijen AMM, Buijs J, et al. - Neth Heart J. 2022 Jun 7 [Online ahead of print]. doi: 10.1007/s12471-022-01700-z

Introductie en methoden

Achtergrond

Als oudere mensen op de Spoedeisende Hulp (SEH ) komen voor een medisch probleem, hebben ze een hoog risico op nadelige uitkomsten nadien [1,2]. Het risico op MACE bij oudere SEH-patiënten zonder cardiale medische klachten is onbekend, maar vroege identificatie van hoogrisicopatiënten is belangrijk omdat preventieve maatregelen hun klinische uitkomsten kunnen verbeteren [3]. Mogelijk kunnen de biomarkers hs-cTnT en NT-proBNP deze groep identificeren.

Doel van de studie

De auteurs wilden de incidentie van MACE evalueren bij oudere patiënten binnen 1 jaar nadat zij de SEH hadden bezocht wegens niet-cardiale medische klachten, evenals de voorspellende waarde van hs-cTnT en NT-proBNP voor het optreden van MACE en de incidentie van totale en cardiovasculaire sterfte, beide na 1 jaar.

Methoden

Dit was een substudie van de studie RISE UP (Risk Stratification in the Emergency Department in Acutely Ill Older Patients), een Nederlandse, multicentrische, prospectieve cohortstudie naar de voorspellers van nadelige uitkomsten bij SEH-patiënten van 65 jaar of ouder [4]. Voor deze prospectieve substudie werden 431 patiënten (gemiddelde leeftijd: 79 jaar; IQR: 73-85) geïncludeerd in één van de twee deelnemende ziekenhuizen –het Zuyderland Medisch Centrum-, van wie de plasmaconcentratie van hs-cTnT en NT-proBNP tijdens het SEH-bezoek werd bepaald. Patiënten die al MACE hadden toen ze de SEH bezochten, werden geëxcludeerd. Om de aanwezigheid van ‘stille’ MACE tijdens het SEH-bezoek uit te sluiten, werden de echocardiografieresultaten tijdens de follow-up van 1 jaar bekeken.

Informatie werd verzameld over de volgende mogelijke voorspellers van MACE: leeftijd, geslacht, cardiovasculaire comorbiditeiten, cardiovasculaire risicofactoren, infectie tijdens SEH-bezoek, laboratoriumonderzoek (waaronder nierfunctie en CRP-waarde) en de ‘Simplified ECG score’.

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaat was de incidentie van MACE binnen 1 jaar na het SEH-bezoek. Secundaire uitkomstmaten waren de totale en cardiovasculaire sterfte na 1 jaar.

Belangrijkste resultaten

Incidentie van MACE

  • Bij 86 van de 431 patiënten (20,0%) traden MACE op, binnen een mediane tijd van 50 dagen (IQR: 6-160).
  • De meest voorkomende eerste presentatie van MACE was HF (52,3%), gevolgd door CVA/TIA (26,7%).

Onderscheidend vermogen en voorspellende waarde van hs-cTnT en NT-proBNP

  • Het oppervlak onder de ‘receiver operating characteristic’-curve was 0,74 (95%BI: 0,68-0,80) voor zowel hs-cTnT als NT-proBNP.
  • MACE traden het vaakst op bij patiënten met een biomarkerwaarde in het derde tertiel (>33,0 ng/l voor hs-cTnT en >1668 ng/l voor NT-proBNP) en het minst bij patiënten met een biomarkerwaarde in het eerste tertiel (≤14,5 ng/l voor hs-cTnT en ≤388 ng/l voor NT-proBNP; P<0,001).
  • Volgens een univariabele Cox-regressieanalyse voorspelden hs-cTnT (hazardratio (HR): 2,00; 95%BI: 1,68-2,39) en NT-proBNP (HR: 1,82; 95%BI: 1,57-2,11) het optreden van latere MACE.
  • Een multivariabele Cox-regressieanalyse waarin gecorrigeerd werd voor andere MACE-voorspellers, liet zien dat alleen NT-proBNP een onafhankelijke voorspeller was van MACE (HR: 1,35; 95%BI: 1,09–1,67) en niet hs-cTnT (HR: 1,05; 95%BI: 0,77–1,44).
  • Wanneer patiënten met mogelijke stille MACE tijdens het SEH-bezoek (n=18) werden geëxcludeerd en na correctie voor andere cardiovasculaire risicofactoren , werd een vergelijkbare voorspellende waarde gevonden voor NT-proBNP (HR: 1,40; 95%BI: 1,1 –1,77) en hs-cTnT (HR: 1,03; 95%BI: 0,73–1,45).

Incidentie van totale en cardiovasculaire sterfte na 1 jaar

  • In het eerste jaar na het SEH-bezoek overleden 139 patiënten (32,3%).
  • Voor 21 van de 139 overleden patiënten (15,1%) was er een cardiovasculaire doodsoorzaak (dit komt overeen met 4,9% van totale aantal patiënten).
  • De 1-jaarssterfte was hoger voor patiënten bij wie MACE optraden dan voor patiënten zonder MACE (46,5% vs. 28,7%; P=0,003).

Conclusie

Oudere patiënten die de SEH in Nederland bezochten wegens niet-cardiale medische klachten, hadden een hoog risico op MACE (20%) en cardiovasculaire sterfte (5%) in het eerste jaar daarna. NT-proBNP bleek een onafhankelijke voorspeller van MACE te zijn.

Referenties

1. Aminzadeh F, Dalziel WB. Older adults in the emergency department: a systematic review of patterns of use, adverse outcomes, and effectiveness of interventions. Ann Emerg Med. 2002;39:238–47.

2. Samaras N, Chevalley T, Samaras D, et al. Older patients in the emergency department: a review. Ann Emerg Med. 2010;56:261–9.

3. Tralhão A, Póvoa P. Cardiovascular events after community-acquired pneumonia: a global perspective with systematic review and meta-analysis of observational studies. J Clin Med. 2020; https://doi.org/10.3390/jcm9020414.

4. Zelis N, Buijs J, de Leeuw PW, et al. Study protocol for a multicentre prospective cohort study to identify predictors of adverse outcome in older medical emergency department patients (the risk stratification in the emergency department in acutely ill older patients (RISE UP) study). BMC Geriatr. 2019;19:65.

Vind dit artikel online op Neth Heart J.

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis