Geen negatieve invloed van PCSK9i op cognitief functioneren bij kinderen met HeFH
Cognitive function with evolocumab in pediatric heterozygous familial hypercholesterolemia
Literatuur - Gaudet D, Ruzza A, Bridges I, et al. - J Clin Lipidol. 2022 Jul 21:S1933-2874(22)00210-0. doi: 10.1016/j.jacl.2022.07.005.Introductie en methoden
Achtergrond
Uit de HAUSER-RCT-studie blijkt dat bij pediatrische patiënten met heterozygote familiaire hypercholesterolemie (HeFH) de behandeling met de PCSK9-remmer evolocumab gedurende 24 weken veilig is en de concentraties van LDL-c en andere lipidenparameters verlaagt, vergeleken met placebo [1]. Daarnaast hebben gerandomiseerde onderzoeken onder volwassenen met HeFH laten zien dat behandeling met evolocumab niet leidt tot cognitieve disfunctie [2,3]. Het is echter onbekend of dit laatste ook geldt voor pediatrische patiënten met HeFH.
Doel van de studie
Het doel van deze post-hocanalyse van gegevens uit de HAUSER-RCT-studie was om te onderzoeken of behandeling met evolocumab gedurende 24 weken het cognitief functioneren van kinderen met HeFH beïnvloedt.
Methoden
De onderzoekers verrichtten een post-hocanalyse van gegevens uit de HAUSER-RCT-studie. In deze multicentrische, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-studie werden 157 pediatrische patiënten van 10-17 jaar met HeFH in een 2:1 verhouding gerandomiseerd naar maandelijkse, subcutane behandeling met evolocumab 420 mg of placebo gedurende 24 weken. De inclusiecriteria waren een LDL-c-concentratie ≥3,4 mmol/l, een triglycerideconcentratie ≤4,5 mmol/l en stabiele statinetherapie gedurende minimaal 4 weken vóór aanvang van de studie. Bij aanvang van de studie en na 24 weken werden 4 domeinen van het cognitief functioneren onderzocht met behulp van Cogstate-tests, te weten: psychomotorische functies (‘Detection test’), aandacht (‘Identification test’), visueel leren (‘One-card learning test’) en uitvoerende functies (‘Groton maze learning test’).
Uitkomstmaten
De onderzoekers waren geïnteresseerd in verschillen tussen de behandelgroepen in veranderingen in gemiddelde scores van de cognitieve tests tussen baseline en week 24, gestandaardiseerd naar leeftijd. Na 24 weken ontbraken gegevens van 9/104 (9%) patiënten uit de evolocumabgroep en van 8/53 (15%) patiënten uit de placebogroep; ontbrekende gegevens werden niet geïnterpoleerd.
Belangrijkste resultaten
- Na 24 weken waren de baseline-gecorrigeerde, naar leeftijd gestandaardiseerde verschillen tussen de evolocumab- en placebogroep, uitgedrukt als least squares mean (LSM), in gemiddelde testscores voor psychomotorische functies (‘Detection test’), aandacht (‘Identification test’), visueel leren (‘One-card learning test’) en uitvoerende functies (‘Groton maze learning test’) respectievelijk 0,3 (95%BI: -0,1-0,8), 0,3 (95%BI: 0,0-0,7), -0,1 (95%BI: -0,5-0,4) en 0,1 (95%BI: -0,2-0,4). Waar een positieve verandering in LSM een gunstiger resultaat aangaf in de evolocumab-groep in vergelijking met de placebogroep.
- Effectgroottes voor de baseline-gecorrigeerde, naar leeftijd gestandaardiseerde verschillen tussen de evolocumab- en placebogroep in veranderingen in gemiddelde testscores na 24 weken suggereren een klein positief effect van evolocumab op aandacht (Cohen’s d=0,5) en psychomotorische functies (Cohen’s d=0,3), en een nietszeggend effect van evolocumab op uitvoerende functies (Cohen’s d=0,1) en visueel leren (Cohen’s d=-0,1).
- Voor alle cognitieve tests gold dat abnormale cognitieve achteruitgang (reliable change index [RCI] ≤-1.65) minder vaak voorkwam in de evolocumabgroep dan in de placebogroep.
- Klinisch relevante cognitieve achteruitgang (RCI ≤-1,65 op ten minste twee cognitieve tests) op individueel niveau werd waargenomen bij 1% van de patiënten in de evolocumab-groep en bij 11% van de patiënten in de placebogroep.
Conclusie
Uit deze post-hocanalyse van gegevens uit de HAUSER-RCT-studie blijkt dat behandeling met evolocumab gedurende 24 weken geen negatieve invloed heeft op het cognitief functioneren van kinderen met HeFH.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: