Minder verslechtering van nierziekte of CV-sterfte door SGLT2-remmer bij CNS-patiënten
Nieuws - 7 nov. 2022EMPA-KIDNEY – Empagliflozin and Cardiovascular Outcomes in Patients with Chronic Kidney Disease: The EMPA-KIDNEY Trial
Gepresenteerd op AHA Scientific Sessions 2022 door: Dr. David Preiss - Oxford, VK
Introductie en methoden
Het gebruik van SGLT2-remmers vermindert belangrijke klinische events bij hoogrisicopatiënten. De voordelen treden op ongeacht de aanwezigheid van HVZ of diabetes bij deze hoogrisicopatiënten. De CV-voordelen van behandeling met SGLT2-remmers bij patiënten met chronische nierschade zijn mogelijk hetzelfde als de voordelen bij andere hoogrisicopopulaties. Dit is onderzocht in de EMPA-KIDNEY-studie.
EMPA-KIDNEY was een RCT van 6609 patiënten met chronische nierschade die werden gerandomiseerd naar de SGLT2-remmer empagliflozine of placebo. Het effect van de behandeling op HVZ, progressie van nierziekte en de behoefte aan ziekenhuisopname bij patiënten met chronische nierschade werd onderzocht. De gemiddelde follow-up was 2,0 jaar.
In addition, a meta-analysis of 13 major trials of SGLT2i therapies involving 90,000 patients was performed. The effect of treatment on CVD and other outcomes was examined in 3 groups of high-risk patients: participants with T2DM with or at high risk of CVD (4 trials), heart failure (5 trials) or chronic kidney disease (4 trials).
Daarnaast werd een meta-analyse uitgevoerd van 13 grote studies naar SGLT2-remmertherapieën waarbij 90.000 patiënten betrokken waren. Het effect van de behandeling op HVZ en andere uitkomsten werd onderzocht in 3 groepen hoogrisicopatiënten: deelnemers met T2DM met of hoogrisico op HVZ (4 studies), hartfalen (5 studies) of chronische nierschade (4 studies).
Belangrijkste resultaten
EMPA-KIDNEY-studieresultaten
- Behandeling met empagliflozine verminderde de progressie (d.w.z. verslechtering) van nierziekte of CV-sterfte met 28% in vergelijking met placebo. Een consistent voordeel werd waargenomen bij mensen met of zonder HVZ.
- De behoefte aan ziekenhuisopname door welke oorzaak dan ook werd verminderd met 14% in de groep die empagliflozine kreeg in vergelijking met de groep die placebo kreeg. Ook hier werd een consistent voordeel gezien bij mensen met of zonder HVZ. Er werd opgemerkt dat het percentage ziekenhuisopnamen in deze populatie van chronische nierschadepatiënten zeer hoog was.
- De primaire uitkomst werd gedomineerd door vermindering van de nieruitkomst met empagliflozine en over het geheel genomen werd een laag percentage events van CV-uitkomsten gezien. Daarom werden in dit onderzoek niet-significante verminderingen met empagliflozine waargenomen voor CV-uitkomsten.
Meta-analyseresultaten
- Er werd een vermindering in CV-sterfte gezien bij patiënten met diabetes (HR 0,86, 95%BI: 0,80-0,92) of zonder diabetes (HR 0,88, 95%BI: 0,78-1,01), hetgeen resulteerde in een totale vermindering van CV-sterfte van 14% (HR 0,86, 95%BI: 0,81-0,92). In de studies naar chronische nierschade zonder diabetes was het betrouwbaarheidsinterval vrij breed, wat erop wijst dat er meer gegevens nodig zijn (er was een laag aantal events voor CV-sterfte in deze populatie).
- Vergelijkbare uitkomsten werden gezien voor het gecombineerde eindpunt van CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname met behandeling van empagliflozine: een vermindering van 23% bij patiënten met diabetes (HR 0,77, 95%BI: 0,73-0,81) en 21% bij patiënten zonder diabetes (HR 0,79, 95%BI: 0,72-0,87), resulterend in een totale vermindering van 23% (HR 0,77, 95%BI: 0,74-0,81). Opnieuw vertonen de studies naar chronische nierschade bij patiënten zonder diabetes een breed betrouwbaarheidsinterval als gevolg van het lage aantal events van CV-sterfte en HF-ziekenhuisopname in deze patiëntenpopulatie.
Conclusie
De EMPA-KIDNEY-studie bij patiënten met chronische nierschade toonde aan dat behandeling met empagliflozine de progressie van nierziekte of CV-sterfte verminderde en de behoefte aan ziekenhuisopname vanwege alle oorzaken verminderde. Een vergelijkbaar voordeel voor behandeling met empagliflozine werd gezien ongeacht de HVZ-status. Er waren relatief weinig CV-events, maar de resultaten voor CV-sterfte of HF-ziekenhuisopname waren consistent met de bevindingen van andere studies.
De meta-analyse van 13 grote SGLT2-remmerstudies toonde aan dat bij patiënten met diabetes in alle groepen hoogrisicopatiënten verminderingen van CV-sterfte, en CV-sterfte en HF-ziekenhuisopnames werden waargenomen. Bij patiënten zonder diabetes liet gebruik van SGLT2-remmer ook een vermindering zien van CV-sterfte, en van CV-sterfte en HF-ziekenhuisopnames bij patiënten met HF, maar met minder informatie bij patiënten met chronische nierschade.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens de AHA Scientific Sessions 2022 is verstrekt.-
Deel deze pagina met collega's en vrienden: