Snelle optitratie van HF-medicatie met grondige follow-up gunstig na ziekenhuisopname voor acuut HF
Nieuws - 8 nov. 2022STRONG-HF: Successful Post-Discharge Management of Heart Failure
Gepresenteerd tijdens de AHA Scientific Sessions 2022 door: Alexandre Mebazaa -Parijs, Frankrijk
Introductie en methoden
Nadat ze uit het ziekenhuis zijn ontslagen, moeten patiënten met acuut HF (AHF) binnen 1-4 weken worden gezien; dit wordt aanbevolen in de ESC-richtlijnen uit 2021 en de ACC/AHA/HFSA-richtlijnen uit 2022. Slechts weinig AHF-patiënten worden echter gemonitord of behandeld met de volledige doses van HF-geneesmiddelen. Daarom werden de werkzaamheid en veiligheid van snelle optitratie van orale HF-medicijnen onderzocht in de studie STRONG-HF (Safety, Tolerability and Efficacy of Rapid Optimization, Helped by NT-proBNP Testing, of Heart Failure Therapies).
In deze RCT zouden 1800 AHF-patiënten die klaar waren om uit het ziekenhuis te worden ontslagen, volgens plan worden gerandomiseerd naar hoogintensieve zorg na ontslag of de gebruikelijke zorg. De inclusiecriteria waren geen HF-behandeling of een suboptimale doses van HF-medicijnen en vóór ontslag een NT-proBNP-waarde >1500 pg/ml. Vóór ontslag kregen de patiënten in de studiearm met hoogintensieve zorg de helft van de optimale doses van 3 HF-medicijnen (d.w.z.: ACE-remmer/ARB/ARNI plus bètablokker plus MRA). Na 1, 2, 3 en 6 weken werd alleen in de arm met hoogintensieve zorg de veiligheid beoordeeld aan de hand van klinisch onderzoek en laboratoriumtests (waaronder NT-proBNP). Als er na 2 weken geen veiligheidsproblemen waren, werden alle 3 de HF-medicijnen opgetitreerd tot de volledige optimale dosis.
De primaire uitkomstmaat was een samengestelde uitkomst van HF-ziekenhuisopname of totale sterfte na 180 dagen. De belangrijkste secundaire uitkomstmaat was de kwaliteit van leven van de patiënten zoals beoordeeld met de EuroQol-5D (EQ-5D)–visuele analoge schaal (VAS). Om de veiligheid te evalueren, werd de incidentie van nadelige events die behandeling behoeven beoordeeld op dag 90.
Op 23 september 2022 werd de studie voortijdig beëindigd door de Data and Safety Monitoring Board (op dat moment waren 1069 patiënten geïncludeerd) vanwege een groter dan verwacht verschil in de primaire uitkomstmaat ten gunste van de groep met hoogintensieve zorg.
Belangrijkste resultaten
- Op dag 90 en 180 gebruikte ~50% van de patiënten in de groep met hoogintensieve zorg een volledige dosis van een ACE-remmer/ARB/ARNI, 50% gebruikte een volledige dosis van een bètablokker en >80% nam een volledige MRA-dosis, terwijl een laag percentage (<10%) van patiënten die gebruikelijk zorg ontvingen een volledige dosis van ACE-remmer/ARB/ARNI kregen, een laag percentage kreeg de volledige dosis van een bètablokker en ~50-60% kreeg een volledige dosis van MRA.
- Alle parameters van congestie waren op dag 90 verbeterd in de hoogintensieve groep vergeleken met de gebruikelijke zorggroep, bijvoorbeeld lichaamsgewicht (aangepast behandelingseffect: -1,36; 95%BI: -1,91 tot 0,80; P<0,0001), NYHA-klasse (aangepast behandelingseffect: 1,36; 95%BI: 1,22-1,53; P<0,0001), graad van perifeer oedeem (aangepast behandeleffect: 1,30; 95%BI: 1,17-1,44; P=0,0002) en NT-proBNP-waarde (aangepast behandeleffect: 0,77; 95%BI: 0,67-0,89; P=0,0003).
- In de groep met hoogintensieve zorg was de incidentie van de primaire uitkomstmaat (d.w.z.: HF ziekenhuisopname of totale sterfte na 180 dagen) lager dan in de groep met gebruikelijke zorg (behandelingseffect voor kans op eventvrije overleving: 8,1%; 95%BI: 2,9-13,2; P=0,021).
- Stratificatie naar subgroepen (bijvoorbeeld leeftijd, LVEF-categorie of NT-proBNP-waarde bij studieaanvang) toonde resultaten voor de primaire uitkomstmaat die eveneens overwegend in het voordeel waren van hoogintensieve zorg.
- De EQ-5D–VAS-score was hoger in de hoogintensievezorggroep dan in de gebruikelijke zorggroep (behandeleffect: 3,5; 95%BI: 1,7-5,2; P<0,0001).
- De incidentie van enig nadelig event was hoger in de hoogintensievezorggroep dan in de gebruikelijke zorggroep (41,1% vs. 29,5%), maar de percentages van ernstige nadelige events en fatale ernstige nadelige events waren vergelijkbaar.
Conclusie
In de STRONG-HF trial was snelle optitratie van HF-medicijnen met grondige follow-up bij gehospitaliseerde AHF-patiënten die klaar waren voor ontslag geassocieerd met een daling in HF-ziekenhuisopnamen of totale sterfte vergeleken met gebruikelijke zorg. Deze vorm van hoogintensieve zorg was veilig en verbeterde ook de kwaliteit van leven van de patiënten.
-Onze berichtgeving is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is gesteld tijdens de AHA Scientific Sessions 2022-
De resultaten van deze studie werden gelijktijdig gepubliceerd in The Lancet . Bekijk de video van prof. Mebazaa
Deel deze pagina met collega's en vrienden: