Beperkte invloed van ARNI op lisdiureticumgebruik bij symptomatisch HFpEF
Sacubitril/valsartan and loop diuretic requirement in heart failure with preserved ejection fraction in the PARAGON-HF trial
Literatuur - Chatur S, Claggett BL, Vardeny O, et al. - Eur J Heart Fail. 2022 Oct 1. doi: 10.1002/ejhf.2703.Introductie en methoden
Achtergrond
Behandeling met sacubitril/valsartan resulteerde in een lagere behoefte aan lisdiuretica bij patiënten met HFrEF, vergeleken met enalapril [1]. In de ESC-richtlijn staat dan ook vermeld dat bij patiënten met HFrEF die worden behandeld met sacubitril/valsartan, de benodigde hoeveelheid lisdiuretica mogelijk kan worden verlaagd [2], maar gegevens hierover bij patiënten met HFpEF ontbreken. Eerder liet de PARAGON-HF-studie zien dat bij patiënten met symptomatisch HFpEF behandeling met sacubitril/valsartan leidt tot een niet-statistisch significant lagere incidentie van de primaire uitkomstmaat, die samengesteld was uit cardiovasculaire sterfte of het totale aantal ziekenhuisopnames vanwege HF, vergeleken met valsartan [3]. Het is echter onduidelijk wat de invloed is van behandeling met sacubitril/valsartan op longitudinale patronen in het lisdiureticumgebruik en in hoeverre de werkzaamheid en veiligheid van sacubitril/valsartan wordt beïnvloed door de achtergrondbehandeling met een diureticum bij patiënten met symptomatische HFpEF.
Doel van de studie
In deze post-hocanalyse van gegevens uit de PARAGON-HF-studie werd onderzocht wat de invloed is van behandeling met sacubitril/valsartan op longitudinale patronen in het lisdiureticumgebruik en in hoeverre de werkzaamheid en veiligheid van sacubitril/valsartan wordt beïnvloed door de achtergrondbehandeling met een diureticum bij patiënten met symptomatische HFpEF.
Methoden
De onderzoekers verrichtten een post-hocanalyse van gegevens uit de PARAGON-HF-studie. In deze multicentrische, dubbelblinde fase 3-studie werden 4822 volwassenen ≥50 jaar met symptomatisch HFpEF gerandomiseerd naar tweemaal daags sacubitril/valsartan (97 mg sacubitril en 103 mg valsartan) of valsartan (streefdosis van 160 mg). Deelnemers hadden een NYHA-klasse II-IV, verhoogde concentraties natriuretische peptiden en tekenen van een structurele hartziekte. In deze post-hocanalyse werden 4796 patiënten van wie gegevens beschikbaar waren over het diureticumgebruik bij aanvang van de studie, verdeeld in 3 groepen: patiënten die geen diureticum (n=341), een niet-lisdiureticum (n=698) of een lisdiureticum (n=3757) gebruikten. De dosis lisdiuretica werd omgerekend naar een equivalente dosis voor furosemide (FED) en gecategoriseerd in <40 (n=1255), 40 (n=1589) of >40 mg (n=913). Patiënten die alleen behandeld werden met een mineralocorticoïdreceptorantagonist werden beschouwd als patiënten die geen diureticum gebruikten. Patiënten die meerdere diuretica gebruikten (n=330) werden ingedeeld in een groep op basis van het meest potente diureticum; bijvoorbeeld: patiënten die behandeld werden met een niet-lisdiureticum en een lisdiureticum, werden ingedeeld in de groep van patiënten die een lisdiureticum gebruikten.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was samengesteld uit cardiovasculaire sterfte en het totale aantal ziekenhuisopnames vanwege HF. Uitkomstmaten van veiligheid waren de frequentie van hypotensie (SBD <100 mmHg), een verhoogde serumcreatinineconcentratie (≥2,0, ≥2,5 en ≥3,0 mg/dl) en het stopzetten van de behandeling. Ook waren de onderzoekers geïnteresseerd in veranderingen in het lisdiureticumgebruik in de tijd.
Belangrijkste resultaten
Werkzaamheid
- De cumulatieve incidentie van de primaire samengestelde uitkomstmaat was het laagst in de subgroep van patiënten die geen diureticum gebruikten bij aanvang van de studie en het hoogst in de subgroep van patiënten die FED >40 mg gebruikten (P<0,0001 )
- Achtergrondbehandeling met een diureticum had geen statistisch significante invloed op het effect van sacubitril/valsartan op de primaire samengestelde uitkomstmaat (P-interactie=0,65).
Veiligheid
- Achtergrondbehandeling met een diureticum had geen statistisch significante invloed op het effect van sacubitril/valsartan op de frequentie van hypotensie, serumcreatinineconcentratie ≥2,0, ≥2,5 en ≥3,0 mg/dl en het stopzetten van de behandeling.
Veranderingen in het lisdiureticumgebruik in de tijd
- Tijdens de follow-upperiode verschilde de gemiddelde FED niet statistisch significant tussen de sacubitril/valsartan- en valsartangroep.
- In een subgroep van patiënten die geen lisdiureticum gebruikten bij aanvang van de studie (n=1083) resulteerde behandeling met sacubitril/valsartan in een niet statistisch significant lager risico op een nieuw gestarte behandeling met een lisdiureticum, vergeleken met valsartan (HR: 0,83; 95%BI: 0,68-1,00; P=0,055).
- In diureticumgebruikers op baseline was er geen verschil in stopzetting van nieuwe diuretica of onderbrekingen van de behandeling in de loop van de studie.
Conclusie
Uit deze post-hocanalyse van gegevens uit de PARAGON-HF-studie blijkt dat bij patiënten met symptomatisch HFpEF de invloed van sacubitril/valsartan op longitudinale patronen in het lisdiureticumgebruik beperkt is. Achtergrondbehandeling met een diureticum heeft geen invloed op de werkzaamheid en veiligheid van sacubitril/valsartan, vergeleken met valsartan.
In hun samenvatting merkten de onderzoekers op dat "in tegenstelling tot HFreF, routinematige verlaging van de dosis diureticum bij starten met sacubitril/valsartan in HFpEF wellicht minder gerechtvaardigd is".
Deel deze pagina met collega's en vrienden: