Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Coronaire microvasculaire disfunctie geassocieerd met cerebral small vessel disease

Coronary microvascular dysfunction is associated with impaired cognitive function: the cerebral-coronary connection study (C3 study)

Literatuur - Mejia-Renteria H, Travieso A, Matías-Guiu JA, et al. - Eur Heart J. 2022 Nov 7:ehac521. doi: 10.1093/eurheartj/ehac521.

Introductie en methoden

Achtergrond

Coronaire microvasculaire disfunctie (CMD) en aandoeningen van de kleine hersenvaten (‘cerebral small vessel disease', CSVD) hebben gemeenschappelijke risicofactoren, zoals leeftijd, hypertensie en diabetes [1]. Op basis van overeenkomsten tussen risicofactoren en pathologische veranderingen wordt verondersteld dat microvasculaire disfunctie in het hart en de hersenen mogelijk deel uitmaken van hetzelfde pathologische proces dat de microcirculatie beïnvloedt bij patiënten met coronairlijden [2]. Tot op heden ontbreken echter objectieve gegevens die deze hypothese ondersteunen.

Doel van de studie

Het doel van dit prospectieve cohortonderzoek was om de prevalentie van CMD te onderzoeken bij patiënten met coronairlijden, evenals de relatie tussen CMD enerzijds en CSVD en cognitieve functies anderzijds.

Methoden

In dit prospectieve cohortonderzoek (C3-studie) ondergingen 67 volwassen patiënten met coronairlijden (gemiddelde leeftijd: 66 jaar; 73% vrouw) een hartkatheterisatie waarbij de epicardiale bloedvaten en de coronaire microcirculatie werden beoordeeld met behulp van intracoronaire drukmetingen en Doppler-onderzoek. Aanvullend werden MRI-onderzoek van de hersenen, transcraniaal Doppler-onderzoek en een uitgebreid neurocognitief onderzoek verricht. Het neurocognitief onderzoek bestond uit onder andere de ‘Mini-mental state examination’ (MMSE), ‘Addenbrooke’s cognitive examination III’ (ACE-III) en ‘Trail making test A’ (TMT-A). Alleen patiënten met een of meerdere stabiele, intermediaire coronaire stenosen die geschikt waren voor op fractionele flowreserve (FFR) geleide revascularisatie, werden geïncludeerd.

Uitkomstmaten

Bij patiënten met coronairlijden werd de prevalentie van CMD onderzocht, evenals de relatie tussen CMD enerzijds en CSVD en cognitieve functies anderzijds. De aan de coronaire microcirculatie gerelateerde indices waren de coronaire flowreserve (CFR) en de hyperemische microvasculaire weerstand (HMR). Een CFR-waarde <2,0 werd beschouwd als afwijkend en een marker voor CMD.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Uit dit prospectieve cohortonderzoek blijkt dat CMD frequent (55%) voorkomt bij patiënten met coronairlijden en geassocieerd is met CSVD, een afwijkende cerebrale hemodynamiek en aanzienlijke cognitieve stoornissen. Deze resultaten ondersteunen de hypothese dat microvasculaire disfunctie in het hart en de hersenen deel uitmaken van hetzelfde pathologische proces dat de microcirculatie beïnvloedt bij patiënten met coronairlijden.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur Heart J.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: