Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Langere DOAC-therapie verlaagt risico op terugkerende VTE zonder verhoogd bloedingsrisico

Rivaroxaban treatment for six weeks versus three months in patients with symptomatic isolated distal deep vein thrombosis: randomised controlled trial

Literatuur - Ageno W, Bertù L, Bucherini B, et al. - BMJ. 2022 Nov 23;379:e072623. doi: 10.1136/bmj-2022-072623

Introductie en methoden

Achtergrond

Voor geïsoleerde distale diepe veneuze trombose (DVT) bevelen internationale richtlijnen antistolling alleen aan voor patiënten met ernstige symptomen of met een verhoogd risico op uitbreiding van de trombus en surveillance-echografie voor de overige patiënten [1,2]. Recente grote observationele studies hebben echter gerapporteerd dat vergelijkbare behandelstrategieën voor de acute fase werden gebruikt bij zowel patiënten met proximale DVT als patiënten met geïsoleerde distale DVT, hoewel de behandelduur in de laatste groep korter was [3,4]. Hoewel de meeste patiënten met geïsoleerde distale DVT dus worden behandeld, staat de optimale behandelingsduur nog ter discussie.

Doel van de studie

De auteurs vergeleken de werkzaamheid en veiligheid van twee behandelduren van rivaroxaban bij patiënten met symptomatische geïsoleerde distale DVT.

Methoden

De RIDTS-studie (Rivaroxaban for the treatment of symptomatic Isolated Distal deep vein ThrombosiS) was een dubbelblinde, placebogecontroleerde RCT, uitgevoerd in 28 poliklinieken voor trombose in Italië. In deze studie kregen 402 patiënten met een objectieve diagnose van symptomatische geïsoleerde distale DVT van de benen eerst een standaarddosis van rivaroxaban gedurende 6 weken (15 mg tweemaal daags gedurende 3 weken, gevolgd door rivaroxaban 20 mg eenmaal daags gedurende 3 weken). Daarna werden zij gerandomiseerd naar rivaroxaban 20 mg eenmaal daags of placebo voor nog eens 6 weken. Exclusiecriteria waren onder andere actieve kanker, gelijktijdige proximale DVT of symptomatische longembolie. Bij aanvang van de studie en na 6 weken, 3 maanden en 24 maanden ondergingen alle patiënten compressie-echografie.

Uitkomstmaten

De primaire werkzaamheidsuitkomstmaat was het optreden van terugkerende veneuze trombo-embolie (VTE) na randomisatie, gedefinieerd als de samengestelde uitkomst van progressie van geïsoleerde distale DVT, terugkerende geïsoleerde distale DVT, proximale DVT, symptomatische longembolie of fatale longembolie. De primaire veiligheidsuitkomstmaat was de incidentie van majeure bloedingen – gedefinieerd volgens de criteria van de International Society of Thrombosis and Haemostasis – na randomisatie tot 2 dagen na de laatste dosis van rivaroxaban of placebo.

Belangrijkste resultaten

Conclusie

Bij patiënten met objectief gediagnosticeerde geïsoleerde distale DVT die zonder problemen een behandeling met rivaroxaban van 6 weken hadden ondergaan, verminderde de toediening van rivaroxaban gedurende nog eens 6 weken het risico op terugkerende VTE gedurende 2 jaar follow-up vergeleken met placebo. Dit was voornamelijk te danken aan een vermindering in het optreden van terugkerende geïsoleerde distale DVT. De verlengde rivaroxabanbehandeling ging niet gepaard met een verhoogd bloedingsrisico.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op BMJ.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: