Voorgeschiedenis van nadelige zwangerschapsuitkomsten geassocieerd met subklinisch coronairlijden op latere leeftijd
Association Between History of Adverse Pregnancy Outcomes and Coronary Artery Disease Assessed by Coronary Computed Tomography Angiography
Literatuur - Sederholm Lawesson S, Swahn S, Pihlsgård M, et al. - JAMA. 2023 Feb 7;329(5):393-404. doi: 10.1001/jama.2022.24093Introductie en methoden
Achtergrond
Vrouwen met nadelige zwangerschapsuitkomsten, zoals pre-eclampsie, zwangerschapshypertensie of vroeggeboorte, hebben een hoger risico op coronairlijden vergeleken met vrouwen zonder deze complicaties [1-8]. Het verband tussen de zwangerschapsgeschiedenis en coronairlijden is echter nog niet volledig bekend.
Doel van de studie
Het doel van de studie was het verband te beoordelen tussen een voorgeschiedenis van nadelige zwangerschapsuitkomsten en subklinisch coronairlijden zoals beoordeeld tijdens screening met coronaire computertomografie (CCTA).
Methoden
Dit was een prospectieve, crosssectionele studie van een Zweeds bevolkingscohort van 10.528 vrouwen voor wie in 1973 of later 1 of meer bevallingen waren geregistreerd in het Zweedse nationale medische geboorteregister en die op de leeftijd van 50-65 jaar deelnamen aan de Swedish Cardiopulmonary Bioimage Study. De mediane tijd tussen de eerste geregistreerde bevalling en de CCTA-screening was 29,6 jaar (IQR: 25,0-34,9). De beoordeelde nadelige zwangerschapsuitkomsten waren pre-eclampsie, zwangerschapshypertensie, vroeggeboorte, klein kind voor de zwangerschapsduur en zwangerschapsdiabetes.
Uitkomstmaten
De volgende 5 elkaar aanvullende indices voor coronaire atherosclerose werden gebruikt: elke coronaire atherosclerose, elke significante stenose, elke niet-verkalkte plaque, segmentbetrokkenheidsscore van ≥4 (wat wijst op een verhoogd risico op cardiovasculaire events) en coronaire arteriekalkscore >100 agatston-eenheden.
Belangrijkste resultaten
Geheel onderzoekscohort
- In totaal hadden 1991 vrouwen (18,9%) een voorgeschiedenis van een nadelige zwangerschapsuitkomst, variërend van vroeggeboorte (9,5%) tot zwangerschapsdiabetes (1,4%).
- De prevalentie van elke coronaire atherosclerose was hoger bij vrouwen met een voorgeschiedenis van een nadelige zwangerschapsuitkomst (32,1%; 95%BI: 30,0-34,2%) dan bij vrouwen zonder deze voorgeschiedenis (28,3%; 95%BI: 27,3-29,2%) (prevalentieverschil: 3,8%; 95%BI: 1,6-6,1%; prevalentieratio: 1,14; 95%BI: 1,06-1,22).
- De prevalentieratio’s van de andere 4 coronaireatherosclerose-uitkomsten waren ook significant hoger bij vrouwen met een voorgeschiedenis van een nadelige zwangerschapsuitkomst dan die in de referentiegroep.
- Zowel eerdere pre-eclampsie als eerdere zwangerschapshypertensie was significant geassocieerd met een hogere prevalentie van alle 5 uitkomstindices.
- Voor vrouwen met eerdere pre-eclampsie bijvoorbeeld werd het grootste prevalentieverschil waargenomen voor elke coronaire atherosclerose (prevalentieverschil: 8,0%; 95%BI: 3,7-12,3%; prevalentieratio: 1,28; 95%BI: 1,14-1,45), terwijl de hoogste prevalentieratio werd gevonden voor elke significante stenose (prevalentieverschil: 3,1%; 95%BI: 1,1-5,1%; prevalentieratio: 2,46; 95%BI: 1,65-3,67).
- Vrouwen met een eerdere vroeggeboorte, een klein kind voor de zwangerschapsduur of zwangerschapsdiabetes vertoonden ook een significant hogere prevalentie van verschillende indices, hoewel deze prevalenties numeriek lager waren dan die bij vrouwen met eerdere pre-eclampsie of zwangerschapshypertensie.
- In multivariabel-gecorrigeerde modellen varieerde de OR bij vrouwen met eerdere pre-eclampsie van 1,31 (95%BI: 1,07-1,61) voor elke coronaire atherosclerose tot 2,21 (95%BI: 1,42-3,44) voor elke significante stenose.
Subgroepanalyse
- In een subgroepanalyse van 8334 vrouwen met een laag geschat 10-jaarsrisico op HVZ (<5%) was een voorgeschiedenis van een nadelige zwangerschapsuitkomst geassocieerd met een significant hogere prevalentie van alle 5 indices vergeleken met vrouwen zonder deze voorgeschiedenis. Zo bedroeg het prevalentieverschil voor enige coronaire atherosclerose 3,2% (95%BI: 0,8-5,7%; prevalentieratio: 1,14; 95%BI: 1,03-1,24).
- Bovendien was zowel eerdere pre-eclampsie als eerdere zwangerschapshypertensie significant geassocieerd met hogere prevalentieratio’s van alle indices, behalve het verband tussen zwangerschapshypertensie en elke significante stenose.
- Voor de andere nadelige zwangerschapsuitkomsten waren de prevalentiecijfers niet significant hoger dan in de referentiegroep.
Conclusie
In dit bevolkingscohort van Zweedse vrouwen van 50-65 jaar die een CCTA-screening ondergingen, was er een significant verband tussen een voorgeschiedenis van een nadelige zwangerschapsuitkomst – met name eerdere pre-eclampsie of zwangerschapshypertensie – en door CCTA geïdentificeerd coronairlijden. Dit verband werd ook waargenomen bij vrouwen die naar schatting een laag HVZ-risico hadden.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: