Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Geen indicatie voor orale antistolling na TAVI: SAPT presteert beter dan DAPT en DOAC-regimes

Antithrombotic Therapy and Cardiovascular Outcomes After Transcatheter Aortic Valve Implantation in Patients Without Indications for Chronic Oral Anticoagulation: A systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials

Literatuur - Guedeney P, Roule V, Mesnier J, et al. - Eur Heart J Cardiovasc Pharmacother. 2023 Jan 14;pvad003. doi: 10.1093/ehjcvp/pvad003

Introductie en methoden

Achtergrond

Voor patiënten die een transkatheteraortaklepimplantatie (TAVI) ondergaan en geen baseline-indicatie hebben voor chronische orale antistolling, bevelen de huidige Europese richtlijnen nu levenslange enkele antiplaatjestherapie (SAPT) aan [1,2]. Deze richtlijnen omvatten echter niet de laatste resultaten van RCT’s waarin directe orale anticoagulantia (DOAC’s) werden vergeleken met antiplaatjestherapie [3,4].

Doel van de studie

Het doel van de studie was de veiligheid en werkzaamheid te vergelijken van verschillende antitrombotische regimes na TAVI bij patiënten zonder indicatie voor chronische orale antistolling.

Methoden

De auteurs voerden een systematische review van de literatuur uit (volgens de PRISMA-richtlijnen) en een netwerkmeta-analyse van RCT’s die een antitrombotisch regime evalueerden bij patiënten die TAVI ondergingen vanwege symptomatische ernstige aortaklepstenose en die geen indicatie hadden voor chronische orale antistolling (publicatie tot en met april 2022).

In totaal werden 7 studies geïncludeerd, die 4006 patiënten omvatten, van wie 650 (16,2%) SAPT kregen, 1893 (47,3%) duale antiplaatjestherapie (DAPT) gebruikten en 1463 (36,5%) behandeld werden met DOAC’s (van wie 526 (13,1%) met apixaban, 111 (2,8%) met edoxaban en 826 (20,6%) met laaggedoseerde rivaroxaban plus 3 maanden SAPT). De patiëntenpopulatie werd geacht oud en zwak te zijn en een gemiddeld- tot hoog-risicoprofiel te hebben. De gemiddelde gewogen follow-uptijd was 12,9 maanden.

Uitkomstmaten

De primaire werkzaamheidsuitkomstmaat was totale sterfte, en de primaire veiligheidsuitkomstmaat was levensbedreigende, invaliderende of ernstige bloedingen zoals gedefinieerd in elk onderzoek. Andere belangrijke uitkomstmaten waren cardiovasculaire en niet-cardiovasculaire sterfte, MI, beroerte, systemische embolie en verminderde beweging van de bladen (reduced leaflet motion, RLM) van graad 3 of 4, zoals gerapporteerd in elk onderzoek. De uitkomstmaten werden verzameld op de laatste follow-updatum, volgens het intention-to-treat-principe.

Belangrijkste resultaten

Werkzaamheidsuitkomsten

Veiligheidsuitkomsten

Secundaire uitkomsten

Conclusie

Deze systematische review en netwerkmeta-analyse van 7 RCT’s waarin patiënten werden geëvalueerd die TAVI ondergingen voor symptomatische ernstige aortaklepstenose en die geen indicatie hadden voor chronische orale anticoagulatie, liet zien dat het gebruik van SAPT geassocieerd was met een vermindering van 55% van het bloedingsrisico vergeleken met behandeling met DAPT of alleen een DOAC. Er was geen verschil in het optreden van totale sterfte tussen SAPT en de andere antitrombotische regimes.

Volgens de auteurs bevestigt deze “superieure baten-risicoverhouding” van SAPT in vergelijking met DAPT en verschillende DOAC-regimes de huidige Europese richtlijnaanbevelingen van levenslange SAPT na TAVI voor patiënten zonder indicatie voor chronische orale antistolling.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op Eur Heart J Cardiovasc Pharmacother.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: