Zuid-Aziatische patiënten met ASCVD komen vaak in aanmerking voor icosapent ethyl

Introductie en methoden

Achtergrond

Personen met een Zuid-Aziatische afkomst lopen een disproportioneel hoog risico om te sterven aan een cardiovasculaire aandoening, in vergelijking met mensen met een andere etniciteit [1]. Echter, is deze patiëntenpopulatie vaak ondervertegenwoordigd in hedendaagse klinische studies. De REDUCE-IT (Reduction of Cardiovascular Events with Icosapent Ethyl–Intervention)-studie toonde eerder aan in een voornamelijk witte patiëntenpopulatie (90% met witte afkomst) dat icosapent ethyl (IPE) het risico op MACE bij patiënten met een hoog cardiovasculair risico en die statine gebruiken verminderd. Het is momenteel onduidelijk of de resultaten van de REDUCE-IT-studie gegeneraliseerd kunnen worden naar mensen van niet-witte afkomst.

Doel van de studie

Deze studie onderzocht de verhouding van Zuid-Aziatische patiënten met ASCVD dat in aanmerking komt voor behandeling met IPE.

-

Methoden

In deze Canadese cross-sectionele observationele studie werden 200 statine-behandelde Zuid-Aziatische patiënten (ouder dan 45 jaar; gemiddelde leeftijd 67 jaar, 82% man) met ASCVD (aanwezigheid van coronaire, halsslagader- of perifere atherosclerose in de afgelopen 10 jaar) geïncludeerd. Zuid-Aziatische afkomst werd zelf geïdentificeerd, en omvatte Anglo-Indiaans, Bangladees, Bengaals, Bhutanees, Goaans, Gujarati, Indiaas, Jatt, Kashmiri, Maharashtrian, Malayali, Nepalees, Pakistani, Punjabi, Sindhi, Singalees, Sri Lankaans, Tamil, Telugu of andere Zuid-Aziatische afkomst. Exclusiecriteria waren HF, leveraandoening, of elke ander ongenezen maligniteit. Deelnemers die omega-3-supplementen, visolie of IPE namen kwamen niet in aanmerking.

Uitkomstmaten

De belangrijkste uitkomstmaat was de proportie van Zuid-Aziatische patiënten dat in aanmerking kwam voor behandeling met IPE.

Belangrijkste resultaten

• Het ASCVD-fenotype dat het meeste voorkwam in ditcohort was coronaire atherosclerose (94%). 56.5% van de patiënten had een geschiedenis met diabetes, voornamelijk DM2, en 94% van de patiënten had een geschiedenis met hypertensie. Bloeddruk, LDL-c en triglyceriden waren relatief goed gecontroleerd.
• Volgens de Health Canada richtlijnen komen statine-behandelde patiënten met verhoogde triglyceridewaardes (drempelwaarde niet gespecificeerd) en met een hoog cardiovasculair risico door een vastgestelde cardiovasculaire ziekte, of diabetes met ten minste 1 cardiovasculaire risicofactor, in aanmerking voor IPE. Volgens deze richtlijnen en met een 1.52 mmol/L drempelwaarde voor hypertriglyceridemie kwam 33% van het cohort in aanmerking voor IPE-behandeling.
• De Canadian Cardiovascular Society (CCS)-richtlijnen en Health Canada-richtlijnen voor IPE hebben kleine verschillen, en de CCS specificeert dat IPE gebruikt kan worden bij patiënten met triglyceridewaardes tussen 1,5 mmol/L and 5,6 mmol/L. De proportie van patiënten dat in aanmerking kwam voor IPE-behandeling was hetzelfde volgens de CCS-richtlijnen en volgens de Health Canada-richtlijnen (beide 33%).
• De FDA geeft aan dat IPE overwogen kan worden om het cardiovasculair risico bij statine-behandelde patiënten met triglyceriden ≥ 1,69 mmol/L te verminderen. Volgens deze richtlijnen zouden 24,5% van de deelnemers in aanmerking komen voor IPE-behandeling.

Conclusie

Referenties

Vind dit artikel online op Med.