Minder plotselinge hartdood bij HF met SGLT2-remmertherapie
SGLT2 inhibitors reduce sudden cardiac death risk in heart failure: Meta-analysis of randomized clinical trials
Literatuur - Oates CP, Santos-Gallego CG, Smith A, et al. - J Cardiovasc Electrophysiol. 2023 Mar 23 [Online ahead of print]. doi: 10.1111/jce.15894Introductie en methoden
Achtergrond
Hoewel is aangetoond dat behandeling met een SGLT2-remmer de incidentie van cardiovasculaire sterfte of HF-ziekenhuisopname vermindert over het gehele spectrum van LVEF bij patiënten met HF [1-5], zijn de klinische antiaritmische effecten ervan in deze populatie onduidelijk.
Doel van de studie
Het doel van de studie was de impact te karakteriseren van behandeling met SGLT2-remmers op aritmische uitkomsten waaronder plotselinge hartdood (sudden cardiac death, SCD) bij patiënten met HF.
-
Methoden
Dit was een systematische review en meta-analyse van RCT’s die vóór 28 augustus 2022 waren gepubliceerd in PubMed, Google Scholar en clinicaltrials.gov. Trials moesten aan de volgende criteria voldoen: (1) patiënten waren gediagnosticeerd met klinisch HF; (2) een SGLT2-remmer en placebo werden vergeleken; (3) alle patiënten kregen conventionele medische therapie naast de gerandomiseerde behandeling; en (4) uitkomsten van interesse werden gerapporteerd. In totaal werden 22.084 patiënten met HF uit 11 RCT’s geïncludeerd. De mediane follow-upduur per studie varieerde van 2 tot 28 maanden.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was SCD. Secundaire uitkomstmaten waren aanhoudende ventriculaire aritmieën – gedefinieerd als episodes van ventriculaire tachycardie, ventriculaire fibrillatie en torsades de pointes die niet resulteerden in SCD – en aanhoudende atriale aritmieën met inbegrip van episodes van AF en atriumflutter.
Belangrijkste resultaten
Primaire uitkomstmaat
- Het optreden van SCD werd gerapporteerd in 7/11 RCT’s (n=10.796 in zowel SGLT2-remmer- als placebocohort). In de gehele HF-populatie was SGLT2-remmertherapie geassocieerd met een vermindering van het risico op SCD vergeleken met placebo (RR: 0,68; 95%BI: 0,48-0,95; P=0,03; number need to treat: 415). De statistische heterogeniteit tussen deze studies was laag (I²=0%).
- Uit een vooraf gespecificeerde subgroepanalyse bleek dat SGLT2-remmertherapie niet geassocieerd was met verlaging van het SCD-risico bij patiënten met HFrEF (gedefinieerd als LVEF <40%; 4/7 studies; n=7670 in het SGLT2-remmercohort and n=7669 in het placebocohort), met een RR van 0,70 (95%BI: 0,43-1,13; P=0,14; I²=0%).
Secundaire uitkomstmaten
- In een analyse van 8 RCT’s die over de secundaire uitkomstmaten rapporteerden, was er geen verschil in het risico op aanhoudende ventriculaire aritmieën die niet gerelateerd waren aan SCD tussen de SGLT2-remmer- en placebogroep (respectievelijk, n=4420 en n=4415; RR: 1,03; 95%BI: 0,83-1,29; P=0,77; I²=0%).
- Een vergelijkbaar resultaat werd gezien voor het risico op aanhoudende atriale aritmieën (n=10.836 in het SGLT2-remmercohort en n=10.835 in het placebocohort; RR: 0,91; 95%BI: 0,77-1,09; P=0,31; I²=29%).
Conclusie
In deze meta-analyse van 11 RCT’s was SGLT2-remmertherapie geassocieerd met een lager risico op SCD bij patiënten met HF die de huidige medische behandeling kregen vergeleken met placebo, hoewel dit effect niet doorwerkte bij patiënten met HFrEF. Tussen de behandelgroepen was er geen verschil in het risico op aanhoudende ventriculaire of atriale aritmieën. De auteurs merken op dat de geïncludeerde studies een gebrek aan specifieke ritmecontrole vertoonden, wat kan hebben geleid tot een ondervertegenwoordiging van asymptomatische ritmestoornissen.
Verder stellen zij de hypothese dat de waargenomen vermindering van SCD “het gevolg was van een vermindering van de incidentie van niet-schokbare ritmen [...] die niet zouden worden geholpen door implanteerbare hartdefibrillators. Deze provocatieve hypothese benadrukt de noodzaak van een betere karakterisering van maligne aritmieën en SCD [bij patiënten] die een moderne medische behandeling van HF krijgen, om de risicostratificatie voor SCD te verbeteren vóór de implantatie van defibrillators.”
Deel deze pagina met collega's en vrienden: