Aanzienlijke variatie in SBD-respons op veelgebruikte antihypertensiva
Heterogeneity in Blood Pressure Response to 4 Antihypertensive Drugs: A Randomized Clinical Trial
Introductie en methoden
Achtergrond
Hoewel meerdere klassen van zeer effectieve antihypertensiva op grote schaal beschikbaar zijn [1], is het onbekend of de optimale keuze van bloeddrukverlagende therapie verschilt tussen patiënten en of gepersonaliseerde hypertensiebehandeling het gunstige klinische effect kan maximaliseren.
Doel van de studie
Het doel van de studie was het onderzoeken en kwantificeren van het potentieel voor gepersonaliseerde geneesmiddelentherapie bij hypertensie om bloeddrukverlagende effecten te maximaliseren.
Methoden
De PHYSIC-studie (Precision Hypertension Care) was een gerandomiseerde, dubbelblinde trial met herhaalde cross-over die werd uitgevoerd in een onderzoekspolikliniek van het Uppsala University Hospital in Zweden. In dit onderzoek werden 280 patiënten van 40-75 jaar met hypertensie graad 1 (d.w.z.: systolische bloeddruk (SBD): 140-159 mmHg) geïncludeerd die bij inclusie niet farmacologisch behandeld werden of bloeddrukverlagende monotherapie gebruikten (wat duidt op een steekproef uit een primaire-preventiepopulatie met een laag risico).
Na een inloopperiode van 2 weken met placebo werden de deelnemers toegewezen aan een reeks van 6 behandelperioden die in willekeurige volgorde werden toegediend. Een behandelperiode (duur: 7-9 weken) bestond uit behandeling met candesartan 16 mg (ARB), lisinopril 20 mg (ACE-remmer), amlodipine 10 mg (calciumantagonist) of hydrochloorthiazide 25 mg (thiazide). Daarnaast herhaalde iedere patiënt 2 willekeurig gekozen behandelperioden. Tussen elke behandelperiode was er een wash-out-periode met placebo van 1 week. De primaire analyse van het onderzoek omvatte 1486 voltooide behandelperioden (mediane duur: 56 dagen) bij 270 patiënten.
Uitkomstmaat
De primaire uitkomstmaat was de ambulante SBD overdag (10.00-20.00 uur), gemeten aan het eind van elke behandelperiode.
Belangrijkste resultaten
Variabiliteit in effecten van medicamenteuze behandeling
- De SBD-respons op verschillende behandelingen varieerde aanzienlijk (totale P<0,001). Een hogere gemiddelde SBD werd waargenomen voor patiënten die werden behandeld met hydrochloorthiazide vergeleken met een van de andere 3 geneesmiddelen (alle P<0,001), voor amlodipine vergeleken met lisinopril (P=0,02) en voor candesartan vergeleken met lisinopril (P<0,001).
- Er werden ook grote variaties in de gemiddelde SBD waargenomen tussen patiënten, bij patiënten die dezelfde behandeling kregen en tussen behandelingen bij dezelfde patiënt.
Potentieel voor gepersonaliseerde behandeling
- Volgens een passend model zou een gepersonaliseerde behandeling die bestaat uit 1 geneesmiddel de SBD in de studiepopulatie gemiddeld met 4,4 mmHg verlagen in vergelijking met een vaste geneesmiddelkeuze.
- Aangezien lisinopril gemiddeld het doeltreffendst van de 4 geneesmiddelen was, zou een gepersonaliseerde behandeling nog steeds leiden tot een SBD-verlaging van 3,1 mmHg vergeleken met lisinopril.
- Grote verschillen in behandelrespons werden uitgesloten voor de keuzen lisinopril versus candesartan en hydrochloorthiazide versus amlodipine.
- De andere 4 vergelijkingen lieten duidelijke verschillen in de behandelrespons zien, waarbij vooral grote gunstige effecten te behalen waren door de keuze te personaliseren tussen candesartan en amlodipine en tussen lisinopril en amlodipine.
Conclusie
De Zweedse PHYSIC-studie toonde dat de SBD-respons op 4 veelgebruikte antihypertensivaklassen aanzienlijk verschilde tussen patiënten met hypertensie. Gepersonaliseerde behandeling zou de SBD met 4,4 mmHg kunnen verlagen vergeleken met een vaste geneesmiddelkeuze.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: