Lagere behaalde dosering na snelle optitratie van HF-medicatie met vroege eGFR-daling
Nieuws - 24 mei 2023Renal function in STRONG-HF
Gepresenteerd op de ESC Heart Failure 2023 door: Dr. Jozine Ter Maaten- UMC Groningen
Introductie en methoden
Onlangs werd in STRONG-HF aangetoond dat een intensieve behandelingsstrategie van snelle optitratie van richtlijngestuurde medische therapieën (guideline-directed medical therapies, GDMT) samen met nauwe follow-up veilig was en leidde tot minder HF-ziekenhuisheropnames of sterfte bij gehospitaliseerde patiënten met acuut HF in vergelijking met gebruikelijke zorg. Het is onbekend wat de effecten zijn van deze intensieve behandelingsstrategie op de nierfunctie en nieruitkomsten.
STRONG-HF was een multicenter, open-label, gerandomiseerde studie met 1078 patiënten die recent opgenomen waren voor acuut HF. Patiënten werden gerandomiseerd voor ontslag in een 1:1 ratio naar vroege en snelle optitratie van GDMT of gebruikelijke zorg. Patiënten kwamen in aanmerking voor deelname als zij: volwassenen waren <85 jaar; opgenomen waren in het ziekenhuis 72h voor screening; NT-proBNP-waarden hadden van >1500 ng/L; niet werden behandeld met optimale dosering van GDMT.
In deze subanalyse werden patiënten uit de hoogintensieve zorgarm (n=542) geïncludeerd. Nierfunctie werd bepaald op baseline en tijdens de follow-up op week 1, 2, 3 en 6. De associatie tussen klinische karakteristieken en uitkomsten van een vroege eGFR-daling op week 1 (gedefinieerd als een >15% daling vanaf baseline) werd onderzocht. 421 Patiënten hadden een vroege eGFR-daling tijdens snelle optitratie van HF-medicatie, terwijl dit niet aanwezig was bij 77 patiënten.
Belangrijkste resultaten
- De gunstige effecten van hoogintensieve zorg op HF-ziekenhuisopnames of sterfte door alle oorzaken op 180 dagen was onafhankelijk van baseline nierfunctie (P voor interactie=0,4809).
- Patiënten met een vroege eGFR-daling hadden verhoogde NT-proBNP-waarden na week 1 in vergelijking met patiënten zonder een vroege eGFR-daling (gemiddeld verschil: 1,58; 95%BI: 1,24-2,02; P=0,0003).
- Patiënten met een vroege eGFR-daling hadden vaker tekenen van congestie.
- Patiënten met een vroege eGFR-daling werden behandeld tijdens de follow-up met lagere optimale dosering van GDMT (gemiddeld verschil: 4,91; SD: 2,20; P=0,0257).
- Er was geen associatie tussen een vroege eGFR-daling en de incidentie van HF-heropnames of sterfte door alle oorzaken op 180 dagen in vergelijking met geen eGFR-daling (respectievelijk, 18,5% vs. 12,3%; P=0,2335). De incidentie van HF-heropnames was hoger in de groep met een vroege eGFR-daling in vergelijking met de groep zonder vroege eGFR-daling (P=0.0496).
Conclusie
In deze subanalyse van STRONG-HF had hoogintensieve zorg gunstige effecten op HF-ziekenhuisopnames of sterfte door alle oorzaken na 180 dagen, ongeacht baseline eGFR. Een vroege eGFR-daling tijdens snelle optitratie van GDMT was geassocieerd met meer tekenen van congestie en lagere dosering van medicatie tijdens de follow-up.
'Onze bevindingen suggereren dat een vroege daling van de eGFR in de context van snelle optitratie zorgvuldig moet worden geëvalueerd, vooral met betrekking tot de congestiestatus van de patiënt, maar niet noodzakelijkerwijs moet leiden tot stopzetting van richtlijngestuurde medische therapie', aldus Jozine Ter Maarten.
-Onze berichtgeving is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is gesteld tijdens ESC Heart Failure 2023 -
Deel deze pagina met collega's en vrienden: