NT-proBNP voorspelt risico op ventriculaire aritmieën bij volwassenen met een ICD
N-terminal pro-B-type natriuretic peptide for prediction of ventricular arrhythmias: Data from the SMASH study
Introductie en methoden
Achtergrond
Het is uitdaging om het risico op ventriculaire aritmieën (VA) te voorspellen doordat er veel hartziekten zijn die kunnen resulteren in VA en vervolgens plotselinge hartdood. Eerdere studies toonden aan dat NT-proBNP geassocieerd is met een hoger risico op plotselinge hartdood bij patiënten met chronisch HF, ischemische hartziekte, HCM, en bij de algemene populatie [1-4]. Het is echter onduidelijk of er een associatie is tussen NT-proBNP en incidente VA.
Doel van de studie
Het doel van de studie was om te bepalen of er een associatie is tussen NT-proBNP en apparaat-geregistreerde en bevestigde incidente VA.
-
Methoden
De auteurs voerden de biomarkerstudie van de SMASH (Scandinavian Multicenter study to Advance risk Stratification in Heart disease - ventricular arrhythmia) 1-studie uit. SMASH 1 was een prospectieve, observationele, multicenterstudie die volwassen met een implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD) die een levensverwachting hadden van >2 jaar includeerde. In deze analyse werden 490 patiënten geïncludeerd. De gemiddelde tijd na de ICD-implantatie tot studieinclusie was 5,1±6,6 jaar. 255 (52%) patiënten hadden een primaire preventie indicatie voor de ICD, terwijl 135 (28%) patiënten een cardiale resynchronisatietherapie met ICD-indicatie hadden. De gemiddelde follow-up periode was 3,10±0.74 jaar.
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was incidente VA, gedefinieerd als een voorval van ventriculaire tachycardie (VT) of ventriculaire fibrillatie (VF) resulterend in toegediende-ICD therapie, namelijk elektrisch shocken of antitachycardie pacing, of aanhoudende ventriculaire tachycardie (>100 b.p.m. en >30 s). VA-events die werden geregistreerd werden bevestigd door ervaren cardiale electrofysiologen die geblindeerd waren voor NT-proBNP-concentraties.
Belangrijkste resultaten
- Hogere baseline NT-proBNP-concentraties waren geassocieerd met een groter risico op incident VA (HR: 1,39; 95%CI: 1,22-1,58 per toename in log unit; P<0,001).
- De associatie tussen hoger NT-proBNP en groter risico op VA bleef aanwezig na correctie voor leeftijd, geslacht en BMI (HR: 1,37; 95%BI: 1,20-1,58; P<0,001) en na correctie voor coronairlijden, HF, eGFR en LVEF (HR: 1,22; 95%BI: 1,03-1,45; P=0,02).
- Patiënten in het hoogste NT-proBNP-kwartiel (NT‐proBNP-bereik 1488–35 000 ng/L) hadden een significant hoger risico op VA in vergelijking met patiënten in het laagste NT-proBNP kwartiel (NT-proBNP-bereik 16–203 ng/L; HR: 3,86; 95%BI: 2,10-7,10; P<0,001).
- Er was een grote associatie tussen NT-proBNP-concentraties en incidente VA bij patiënten met een secundaire preventie ICD-indicatie vergeleken met patiënten met een primaire preventie ICD-indicatie (respectievelijk, HR: 1,59; 95%BI: 1,34-1,88; P<0,001; en HR: 1,24; 95%BI: 1,02-1,51; P=0,03).
- Veranderingen in NT-proBNP van baseline tot follow-up waren niet geassocieerd met incidente VA (HR: 1,00; 95%BI: 0,66-1,52; P=0,98).
Conclusie
Hogere NT-proBNP-concentraties waren geassocieerd met incidente VA, onafhankelijk van andere risicofactoren voor een hartstilstand. Seriële metingen van NT-proBNP brachten geen voordeel voor risicostratificatie van artimieën. De auteurs concluderen dat “[o]nze data suggereert dat NT-proBNP een behulpzame tool is voor het bepalen van VA-risico, met name bij patiënten met een secundaire [preventie] ICD-indicatie.”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: