Endogene concentratie van omega 3-vetzuren niet geassocieerd met verhoogd AF-risico
Omega-3 Fatty Acid Biomarkers and Incident Atrial Fibrillation
Literatuur - Qian F, Tintle N, Jensen PN, et al. - J Am Coll Cardiol. 2023 Jul 25;82(4):336-349. doi: 10.1016/j.jacc.2023.05.024Introductie en methoden
Achtergrond
De relatie tussen supplementatie met meervoudig onverzadigde omega 3-vetzuren en het optreden van AF blijft controversieel. Eerdere studies lieten geen effect zien op het risico op AF na chirurgie [1], een verhoogd risico op AF-ziekenhuisopname bij patiënten met reeds bestaande HVZ of met een hoog HVZ-risico [2-4], of noch voordeel noch nadeel voor de incidentie van AF bij mensen zonder voorgeschiedenis van HVZ [5]. De weinige prospectieve cohortstudies uit Europa en de VS waarin de endogene omega 3-vetzuurstatus in relatie tot incidenteel AF werd onderzocht, wezen op inverse associaties, waarbij DHA het meest consistent gerelateerd was aan een lager AF-risico [6-10].
Doel van de studie
De auteurs evalueerden de relatie tussen de bloed- en weefselwaarden van eicosapentaeenzuur (EPA ), docosapentaeenzuur (DPA) en docosahexaeenzuur (DHA) en incidenteel AF in 17 internationale prospectieve studies.
Methoden
In deze meta-analyse werden de gegevens op deelnemersniveau voor de bloed- en/of vetweefselwaarde van omega 3-vetzuren bij aanvang van de studie en AF-uitkomsten uit een wereldwijd consortium van 17 prospectieve cohortonderzoeken uit 21 landen (in Noord-Amerika, Europa, Azië en Afrika) samengevoegd (54.799 patiënten in totaal). Gedurende een mediane follow-uptijd van 13,3 jaar (bereik: 0,9-29,1) werden 7720 AF-gevallen waargenomen.
Belangrijkste resultaten
- In multivariabelgecorrigeerde analyses was de EPA-waarde niet geassocieerd met incidenteel AF. De HR per interkwintielbereik (dat is het verschil tussen het 90e en 10e percentiel) was 1,00 (95%BI: 0,95-1,05), met matige heterogeniteit (I²=52,2%).
- Daarentegen waren de andere omega 3-vetzuren geassocieerd met een lagere incidentie van AF. De HR per interkwintielbereik was 0,89 (95%BI: 0,83-0,95; I²=0,0%) voor DPA, 0,90 (95%BI: 0,85-0,96; I²=47,5%) voor DHA en 0,93 (95%BI: 0,87-0,99; I²=60,7%) voor EPA+DHA.
- Gepoolde categorische analyses waarbij extreme kwintielen (d.w.z.: eerste en vijfde groep ingedeeld naar kwintielwaarden in elk cohort) werden vergeleken, lieten vergelijkbare associaties zien.
- Subgroepanalyses toonden aan dat voor elk omega 3-vetzuur de associatie met incidenteel AF niet significant verschilde onder patiënten met een verhoogd HVZ-risico, noch in subgroepen gestratificeerd naar leeftijd, geslacht of mondiale regio (alle P voor heterogeniteit>0,05).
Conclusie
In deze meta-analyse van 17 prospectieve cohortstudies naar de bloed- en vetweefselwaarden van omega 3-vetzuren was er geen verband was tussen EPA en incidenteel AF, terwijl hogere waarden van DPA, DHA en EPA+DHA geassocieerd waren met een lager risico op AF. De auteurs menen dat hun “gegevens suggereren dat de gebruikelijke inname van omega 3-vetzuren via de voeding veilig is wat betreft het risico op AF”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: