Geen bevestiging van werkzaamheid van PCSK9-siRNA bij HoFH in fase 3-studie
Efficacy, Safety, and Tolerability of Inclisiran in Patients With Homozygous Familial Hypercholesterolemia: Results From the ORION-5 Randomized Clinical Trial
Literatuur - Raal F, Durst R, Bi R, et al. - Circulation. 2023 Oct 18 [Online ahead of print]. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.122.063460Introductie en methoden
Achtergrond
Aangezien conventionele LDL-c-verlagende behandelingen de LDL-c-waarde niet voldoende verlagen bij patiënten met homozygote familiaire hypercholesterolemie (HoFH), zijn betere therapeutische opties nodig voor deze populatie. In de recente fase 2-studie ORION-2 resulteerde inclisiran – een small-interfering-RNA dat de productie van het hepatische PCSK9-eiwit voorkomt – in aanhoudende verlaging van de LDL-c- en PCSK9-waarden bij HoFH-patiënten die gelijktijdig werden behandeld met een statine en ezetimibe [1].
Doel van de studie
Het doel van de studie was de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van inclisiran te onderzoeken bij HoFH-patiënten.
Methoden
De ORION-5-studie (A Study of Inclisiran in Participants With Homozygous Familial Hypercholesterolemia) was een internationale, multicentrische, dubbelblinde/open-label fase 3-RCT waaraan 56 patiënten deelnamen met een genetisch bevestigde of klinische diagnose van HoFH en een nuchtere LDL-c-waarde ≥130 mg/dl (≥3,4 mmol/l) ondanks maximaal getolereerde doses van LDL-c-verlagende behandelingen (statine met of zonder ezetimibe) met of zonder lipoproteïneaferese.
Het onderzoek bestond uit 2 opeenvolgende delen. In deel 1 (dubbelblind, placebogecontroleerd, 6 maanden) werden patiënten in een verhouding van 2:1 gerandomiseerd naar behandeling met natriuminclisiran 300 mg (gelijk aan inclisiran 284 mg) subcutaan of placebo op dag 1 en 90. In deel 2 (open-label, 1 studiearm, 18 maanden) kregen placebobehandelde patiënten uit deel 1 hun eerste dosis inclisiran na 180 dagen. Alle patiënten in deel 2 ontvingen de volgende inclisirandoses op dag 270, 450, 630 en 720 (einde studie).
Uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat was de procentuele verandering in de LDL-c-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen (deel 1 van de studie). De belangrijkste secundaire uitkomstmaten waren de absolute verandering in de LDL-c-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen en de procentuele verandering in de waarden van apoB, niet-HDL-c en totaal cholesterol vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen. Andere secundaire uitkomstmaten waren de absolute en procentuele veranderingen in de waarden van LDL-c, PCSK9, apoB, niet-HDL-c, Lp(a) en totaal cholesterol vanaf de baselinewaarde tot 720 dagen. Voor de verkennende uitkomstmaat werd de LDL-c-reductie na 150 dagen geanalyseerd per genotype.
De veiligheid en verdraagbaarheid werden beoordeeld door evaluatie van nadelige events, ernstige nadelige events en klinische laboratoriumwaarden.
Belangrijkste resultaten
Werkzaamheid/
- De gemiddelde LDL-c-waarde bij aanvang van de studie was 294,0 mg/dl bij patiënten die werden behandeld met inclisiran en 356,7 mg/dl bij met placebo behandelde patiënten.
- De gemiddelde procentuele verandering in de LDL-c-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen was 0,70% (95%BI: -14,03% tot 15,44%) in de inclisirangroep versus 2,39% (95%BI: -19,98% tot 24,75%) in de placebogroep (verschil: -1,68%; 95%BI: -29,19% tot 25,83%; P=0,90).
- De placebogecorrigeerde gemiddelde absolute verandering in de LDL-c-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen was 6,47 mg/dl (P=0,87).
- Van de studieaanvang tot 150 dagen was de placebogecorrigeerde gemiddelde procentuele verandering -4,3% voor apoB (P=0,68), -2,1% voor niet-HDL-c (P=0,87) en -0,8% voor totaal cholesterol (P=0,94).
- De placebogecorrigeerde gemiddelde procentuele verandering in de PCSK9-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen was -60,6% (95%BI: -83,5% tot -37,8%; P<0,0001), die aanhield tot 180 dagen.
- Er werden geen statistisch significante verschillen waargenomen in de absolute en procentuele veranderingen vanaf de baselinewaarde tot elk tijdstip voor de concentraties van apoB, niet-HDL-c en totaal cholesterol tussen de inclisiran- en placebogroep.
- Een subgroepanalyse per genotype toonde dat de placebogecorrigeerde gemiddelde procentuele verandering in de LDL-c-waarde vanaf de baselinewaarde tot 150 dagen +26,6% (P=0,18) was bij patiënten die waren gecategoriseerd als homozygoot LDLR (d.w.z.: identieke LDLR-pathogene varianten; n=19), -26,5% (P=0,47) bij degenen met het genotype samengesteld heterozygoot LDLR (d.w.z.: verschillende LDLR-pathogene varianten; n=15) en -22,5% (P=0,40) in de groep met andere variaties in de genetische sequentie (n=22).
- In een post-hocanalyse waarbij patiënten met een null/null-LDLR-variant (die een minimale residuele LDLR-activiteit hebben) en patiënten met aferese (n=30) werden uitgesloten, varieerde de placebogecorrigeerde kleinste-kwadraten gemiddelde procentuele verandering in de LDL-c-waarde tussen de studieaanvang en elk bezoek tot 180 dagen van -12,9% tot -30,0%, vergeleken met +4,6% tot -12,1% voor alle patiënten.
Veiligheid en verdraagbaarheid
- De frequentie van nadelige events en ernstige nadelige events verschilde niet tussen de inclisiran- en placebogroep gedurende de gehele studie of tussen de 2 studiedelen.
- De meest gemelde behandelingbehoevende nadelige events waren virale luchtweginfectie, diarree en pyrexie (deel 1) en coronavirusinfectie en verhoogde internationale genormaliseerde ratio (deel 2).
Conclusie
In de fase 3-studie ORION-5 verlaagde behandeling met inclisiran, naast een statine en ezetimibe, de LDL-c-waarde niet vergeleken met placebo bij HoFH-patiënten, ondanks een verlaging van de PCSK9-waarde. Inclisiran verlaagde ook niet de waarden van andere lipiden en lipoproteïnen. Het geneesmiddel werd goed verdragen, in overeenstemming met eerdere studies en het algehele veiligheidsprofiel.
De auteurs schrijven het gebrek aan behandeleffect in de gehele studiepopulatie toe aan de diverse genotype-sequentievariaties en zijn van mening “dat het waarschijnlijk is dat inclisiran voldoende residuele LDLR-functie vereist om effectief te zijn bij patiënten met HoFH”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: