Geslachtsverschillen in presentatie, zorgkwaliteit en uitkomsten van NSTEMI
Sex-specific presentation, care, and clinical events in individuals admitted with NSTEMI: the ACVC-EAPCI EORP NSTEMI registry of the European Society of Cardiology
Literatuur - Nadarajah R, Ludman P, Laroche C, et al. - Eur Heart J Acute Cardiovasc Care. 2023 Oct 31:zuad134 [Online ahead of print]. doi: 10.1093/ehjacc/zuad134Introductie en methoden
Achtergrond
Vrouwen hebben een slechtere prognose na NSTEMI [1,2], mogelijk door geslachtsafhankelijke discrepanties in de richtlijnaanbevolen zorg die wordt gegeven in de klinische praktijk [1,3-5]. Eerdere observationele onderzoeken die rapporteerden over de variatie in zorgkwaliteit en uitkomsten voor NSTEMI naar geslacht, hebben echter hun beperkingen. Ze waren bijvoorbeeld gebaseerd op oude data [1,2,5], waren niet beperkt tot MI type I [1,2] of misten informatie over de bevindingen van invasieve coronaire angiografie (ICA) [2].
Doel van de studie
De auteurs wilden patronen in de presentatie, zorgkwaliteit en uitkomsten van NSTEMI gestratificeerd naar geslacht identificeren in een hedendaags en geografisch divers cohort.
-
Methoden
In deze prospectieve, internationale, multicentrische, observationele cohortstudie werden de gegevens verzameld van 2947 patiënten (907 vrouwen, 2040 mannen) uit het ACVC-EAPCI EORP NSTEMI-register van de European Society of Cardiology (ESC). Deze opeenvolgende patiënten waren binnen een periode van 2 weken voor elk centrum opgenomen met een definitieve diagnose van NSTEMI type I. De kwaliteit van zorg werd geëvalueerd aan de hand van 12 door de ESC-richtlijnen aanbevolen interventies voor NSTEMI-zorg. Deze interventies waren: ontvangst van aspirine voor ziekenhuisopname, aspirine bij ontslag, P2Y₁₂-remmer bij ontslag, ACEi/ARB bij ontslag, bètablokker bij ontslag, statine bij ontslag, ECG in het ziekenhuis of voor opname, echocardiografie, ICA, verwijzing naar hartrevalidatie, advies om te stoppen met roken en voedingsadvies.
Uitkomstmaten
De uitkomstmaten waren onder andere door de onderzoeker gerapporteerde ziekenhuisepisoden van acuut HF, cardiogene shock, gebruik van mechanische circulatieondersteuning, herhaald MI, beroerte/TIA, BARC (Bleeding Academic Research Consortium) bloeding type ≥3 en totale sterfte, evenals de sterfte na 30 dagen.
Belangrijkste resultaten
Presentatie
- Vergeleken met mannen waren vrouwen die waren opgenomen met NSTEMI, ouder, hadden ze vaker obesitas (BMI ≥30 kg/m²) en hadden ze meer CV-comorbiditeiten, zoals hypertensie, diabetes en hypercholesterolemie, maar minder vaak een voorgeschiedenis van een eerder MI of revascularisatie.
- Bijna 2 keer zoveel vrouwelijke patiënten presenteerden zich met CNS stadium ≥3 (d.w.z.: eGFR <60 ml/min/1,73 m²: 39,6% vs. 21,4%; P<0,001).
- Daarnaast hadden vrouwen vaker een hoger sterfterisico (GRACE (risicoscore >140: 54,0% vs. 41,7%; P<0,001) of een hoger bloedingsrisico (CRUSADE risicoscore >40: 51,7% vs. 17,6%; P<0,001) dan mannen.
Kwaliteit van zorg
- Meer dan 90% van de vrouwelijke en mannelijke patiënten kreeg aspirine en statines voorgeschreven op het moment van ontslag. Vrouwen kregen echter minder vaak ICA (83,0% vs. 89,5%; P<0,001), het advies om te stoppen met roken (46,4% vs. 69,5%; P<0,001) of een recept voor een P2Y₁₂-remmer bij ontslag (81,9% vs. 90,0%; P<0,001).
- Van de redenen voor het niet uitvoeren van ICA werd alleen ‘de procedure voelde ongepast vanwege kwetsbaarheid’ significant vaker geregistreerd bij vrouwen dan bij mannen (16,7% vs. 7,8%; P=0,010). Van degenen die wel een ICA ondergingen, had een hoger percentage vrouwen niet-obstructief coronairlijden of angiografisch normale arteriën vergeleken met mannen (15,8% vs. 6,3%; P <0,001).
- Vrouwen ontvingen minder vaak optimale zorg dan mannen (≥80% van de geschikte interventies ontvangen: 55,8% vs. 62,4%; P<0,001).
Uitkomsten
- De incidentie van acuut HF in het ziekenhuis was numeriek, zij het niet statistisch significant, hoger bij vrouwen dan bij mannen (11,6% vs. 9,4%; P=0,071).
- Een hoger percentage vrouwen werd behandeld met diuretica tijdens hun verblijf in het ziekenhuis (41,8% vs. 32,5%; P<0,001) en bij ontslag (34,8% vs. 27,3%; P<0,001), hoewel de systolische LV-functiemetingen in het cohort niet verschilden per geslacht.
- De incidentie van andere (ruwe) nadelige ziekenhuisuitkomsten en 30-daagse sterfte was laag en vergelijkbaar tussen de geslachten.
Conclusie
Deze prospectieve observationele cohortstudie toonde dat vrouwen die waren opgenomen met NSTEMI, ouder waren, meer comorbiditeiten hadden en een hoger risico op sterfte en bloedingen hadden dan mannen. Vrouwelijke patiënten ondergingen minder vaak ICA vanwege kwetsbaarheid en hadden vaker niet-obstructief coronairlijden of angiografisch normale arteriën. Tot slot kregen vrouwen minder vaak het advies om te stoppen met roken of een recept voor antiplaatjesmedicatie. Er was geen verschil in het sterftecijfer in het ziekenhuis of na 30 dagen tussen de geslachten.
De auteurs concluderen dat hun bevindingen “impliceren dat meer stappen genomen moeten worden om de zorg voor vrouwen met NSTEMI te verbeteren. [...] We leveren verder bewijs voor de aanzienlijke belasting van myocardinfarct in afwezigheid van obstructieve coronaire hartziekte bij vrouwen die zich presenteren met myocardinfarct type I zonder ST-segmentelevatie.”
Referenties
Vind dit artikel online op Eur Heart J Acute Cardiovasc Care.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: