KCCQ-evaluatie na ontslag om MI-patiënten met verhoogd sterfterisico te identificeren
Remote Heart Failure Symptoms Assessment After Myocardial Infarction Identifies Patients at Risk for Death
Literatuur - Wohlfahrt P, Jenča D, Melenovský V, et al. - J Am Heart Assoc. 2024 Jan 16;13(2):e032505. doi: 10.1161/JAHA.123.032505Introductie en methoden
Achtergrond
Tot 40% van de patiënten met een MI ontwikkelt later HF [1], wat hun sterfterisico verhoogt [2]. Vroege herkenning van HF-symptomen na een MI kan patiënten met een verhoogd sterfterisico identificeren en de risicostratificatie verbeteren, in aanvulling op de klinische variabelen die worden gebruikt in de GRACE-risicoscore (Global Registry of Acute Coronary Events).
De KCCQ is een HF-specifieke patiëntgerapporteerde uitkomst die nadelige events voorspelt bij patiënten met acuut of chronisch HF [3-5]. Het is echter onbekend of de KCCQ kan worden gebruikt in een algemene populatie van patiënten met een MI om degenen met een verhoogd sterfterisico te identificeren.
Doel van de studie
De auteurs onderzochten de associatie van de KCCQ - Overall Summary Score (OSS) met het totale sterfterisico bij patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen voor een MI.
Methoden
De auteurs gebruikten de gegevens van 1135 opeenvolgende patiënten die waren opgenomen voor een MI in een groot tertiair hartcentrum in Praag, Tsjechië in de periode juni 2017-september 2022. Deze gegevens waren verzameld in de prospectieve Institute for Clinical and Experimental Medicine Acute Myocardial Infarction Registry.
Een maand na ontslag uit het ziekenhuis vulden de studiedeelnemers de KCCQ met 23 items thuis in. Op basis van de KCCQ-OS werd de gezondheidsstatus van de patiënten als volgt gecategoriseerd: bij 30 patiënten (2,6%) was de gezondheidsstatus zeer slecht tot slecht (score van <25), bij 114 (10,0%) was deze slecht tot redelijk (25-49), 274 (24,1%) hadden een redelijke tot goede gezondheidsstatus (50-74) en 717 (63,2%) hadden een goede tot uitstekende gezondheidsstatus (≥75).
Uitkomstmaat
De primaire uitkomstmaat was sterfte door alle oorzaken.
Belangrijkste resultaten
- Tijdens een mediane follow-upduur van 46 maanden (IQR: 29-61) overleden 146 patiënten (12,9%). In een niet-lineaire analyse, gecorrigeerd voor leeftijd, nam het sterfterisico toe met een afnemende KCCQ-OSS.
- Aanpassing voor geslacht, LVEF en de componenten van de gevalideerde GRACE-risicoscore (te weten leeftijd, hartslag en systolische bloeddruk bij ziekenhuisopname, creatininewaarde, maximale troponinewaarde (dubbele log-getransformeerde waarde), STEMI, hartstilstand bij opname en Killip-klasse) liet zien dat een KCCQ-OSS <50 onafhankelijk geassocieerd was met een verhoogd sterfterisico. Vergeleken met een KCCQ-OSS ≥50 was de HR 6,05 (95%BI: 3,43-10,68; P<0,001) voor patiënten met een KCCQ-OSS <25 en 2,66 (95%BI: 1,70-4,17; P<0,001) voor degenen met een KCCQ-OSS van 25-49.
- Er was geen significante interactie tussen de KCCQ-OSS-categorieën en leeftijd (P voor interactie=0,86), geslacht (P voor interactie=0,72) of systolische disfunctie met LVEF <40% bij ontslag (P voor interactie=0,53).
- Bij het beoordelen van het sterfterisico 2 jaar na een MI was de oppervlakte onder de curve (area under the curve, AUC) voor de gezamenlijke KCCQ-OSS-categorieën <25, 25-49 en ≥50 67,9 (95%BI: 61,9-73,9).
- Toevoeging van deze 3 KCCQ-OSS-categorieën aan componenten van de GRACE-risicoscore die geassocieerd waren met de uitkomst (d.w.z.: leeftijd, Killip-klasse, STEMI, hartslag en creatininewaarde) verbeterde de C-index (AUC ging van 82,6; 95%BI: 78,0-87,3 naar 85,3; 95%BI: 80,5-90,0; delta-AUC: 2,6; 95%BI: 0,3-5,0; P=0,03). Deze toevoeging verbeterde ook de Brier-score met -0,6 (95%BI: -1,0 tot -0,2; P=0,01) en de continue nettoreclassificatieverbetering met 0,71 (95%BI: 0,45-1,04).
- Een voorwaartse, stapsgewijze Cox-regressieanalyse, gecorrigeerd voor leeftijd, liet zien dat de KCCQ-items beperking bij wandelen, zwelling in de benen, en verandering in symptomen gedurende de afgelopen 2 weken het sterkst geassocieerd waren met mortaliteit na een MI.
Conclusie
Deze Tsjechische, monocentrische, prospectieve cohortstudie onder patiënten die onlangs uit het ziekenhuis waren ontslagen na een MI toonde dat een lagere KCCQ-OSS (met name <50) onafhankelijk geassocieerd was met een verhoogd sterfterisico. Dit impliceerde dat door evaluatie van HF-symptomen met de KCCQ vanuit huis, die patiënten kunnen worden geïdentificeerd die na een MI risico lopen om te overlijden. De 3 meest voorspellende KCCQ-items waren beperking bij wandelen, zwelling in de benen en verandering in symptomen. De auteurs denken zelf dat “de KCCQ deel kan uitmaken van een toolkit voor risicostratificatie na een MI”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: