Grote meta-analyse naar ontstekingsremmend effect van lipidenverlagende therapieën
Effect of lipid-lowering therapies on C-reactive protein levels: a comprehensive meta-analysis of randomized controlled trials
Literatuur - Xie S, Galimberti F, Olmastroni E, et al. - Cardiovasc Res. 2024 Feb 19:cvae034 [Online ahead of print]. doi: 10.1093/cvr/cvae034Introductie en methoden
Achtergrond
Observationele studies hebben laten zien dat een verhoogde hs-CRP-waarde geassocieerd is met een verhoogd HVZ-risico bij personen met of zonder voorgeschiedenis van HVZ [1]. Tegelijkertijd blijkt uit RCT’s naar lipidenverlagende therapieën (lipid-lowering therapies, LLT’s) dat patiënten die zowel de streefwaarde voor LDL-c (<70 mg/dl) als die voor CRP (<2 mg/l) bereikten, betere klinische resultaten hadden dan patiënten die geen van beide streefwaarden behaalden [2,3]. De vraag is of LLT’s een ontstekingsremmend effect hebben en hoe dit samenhangt met het lipidenverlagende effect van deze geneesmiddelen.
Doel van de studie
De auteurs beoordeelden het effect van verschillende LLT’s op de circulerende CRP-waarde en of dit effect samenhangt met de verlaging van de LDL-c- of triglyceridenwaarde.
Methoden
De auteurs voerden een meta-analyse uit volgens de Preferred Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses (PRISMA)-richtlijnen waarin 171.668 personen uit 53 RCT’s (fase 2, 3 of 4) werden geïncludeerd, met elk een interventieduur >3 weken en een steekproefgrootte (voor zowel de interventie- als controlegroep) >100 deelnemers. In deze studies werd het effect van LLT’s (statines, ezetimibe, omega 3-vetzuren, fibraten, PCSK9-remmers, cholesteryl ester transfer protein (CETP)-remmers en/of bempedoïnezuur) op de CRP-waarde vergeleken met dat van placebo.
Belangrijkste resultaten
- Vergeleken met placebo werd de CRP-waarde verlaagd door statines (absoluut gemiddeld verschil: -0,65 mg/l; 95%BI: -0,87 tot -0,43; relatieve CRP-verandering ten opzichte van uitgangswaarde: -17,31%), bempedoïnezuur (-0,43 mg/l; 95%BI: -0,67 tot -0,20; -20,02%), ezetimibe (-0,28 mg/l; 95%BI: -0,48 tot -0,08; -3,19%) en omega 3-vetzuren (-0,27 mg/l; 95%BI: -0,52 tot -0,01; -12,83%).
- Fibraten leidden niet tot een significante CRP-reductie (absoluut gemiddeld verschil: -0,40 mg/l; 95%BI: -1,17 tot 0,38; relatieve CRP-verandering ten opzichte van uitgangswaarde: -10,28%).
- Daarentegen werd een lichte CRP-stijging waargenomen voor PCSK9-remmers (absoluut gemiddeld verschil: 0,11 mg/l; 95%BI: 0,07-0,14; relatieve CRP-verandering ten opzichte van uitgangswaarde: 5,99%), terwijl CETP-remmers resulteerden in een kleine, maar niet-significante stijging van de CRP-waarde (0,10 mg/l; 95%BI: 0,00-0,21; 6,98%).
- In subgroepanalyses gestratificeerd naar type preventie (primair vs. secundair) of CRP-baselinewaarde werd alleen een significant verschil in CRP-reductie gezien voor patiënten behandeld met statines versus placebo die een CRP-baselinewaarde ≥3 mg/l hadden (absoluut gemiddeld verschil: -1,05 mg/l; 95%BI: -1,29 tot -0,82) vergeleken met degenen met een CRP-baselinewaarde <3 mg/l (absoluut gemiddeld verschil: -0,43 mg/l; 95%BI: -0,50 tot -0,36; P<0,01).
- //Mixed-effects//-meta-regressieanalyses, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en interventieduur, lieten geen significante correlatie zien tussen veranderingen in CRP en LDL-c of triglyceriden voor alle LLT’s met een significant effect op de CRP-waarde, behalve voor omega 3-vetzuren (helling voor aangepast model: respectievelijk 0,0879 en 0,0371; beide P<0,0001). Nadat 1 trial (REDUCE-IT) was verwijderd uit de analyses, waren beide correlaties echter niet meer statistisch significant.
Conclusie
In deze meta-analyse van 53 RCT’s waarin het ontstekingsremmende effect van 7 belangrijke LLT’s werd onderzocht, verlaagden statines, bempedoïnezuur, ezetimibe en omega 3-vetzuren de circulerende CRP-waarde, ongeacht een verandering van de LDL-c- of triglyceridenwaarde. PCSK9-remmers leidden tot een lichte verhoging van de CRP-waarde, terwijl fibraten en CETP-remmers geen significant effect hadden.
De auteurs concluderen dat “verder onderzoek nodig is om duidelijk aan te tonen hoe deze potentiële ontstekingsremmende werking de cardiovasculaire bescherming kan beïnvloeden en of nieuwe therapieën die gericht zijn op ontstekingsroutes (zoals het onlangs goedgekeurde colchicine) kunnen worden toegevoegd aan de lipidenbehandeling en kunnen worden gebruikt om het cardiovasculaire risico bij geselecteerde groepen personen te helpen verminderen”.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: