Vrouwen hebben meer baat bij lichaamsbeweging dan mannen

Vrouwen behalen meer winst met lichaamsbeweging op risicoreductie van sterfte door alle oorzaken en cardiovasculaire sterfte vergeleken met mannen zoals werd aangetoond door een prospectieve studie in een groot Amerikaans cohort.

Sex Differences in Association of Physical Activity With All-Cause and Cardiovascular
Literatuur - Ji H, Gulati M, Huang TY, et al. - J Am Coll Cardiol. 2024 Feb 27;83(8):783-793. doi: 10.1016/j.jacc.2023.12.019

Introductie en methoden

Achtergrond

De Centers for Disease Control and Prevention (CDC) - en AHA/ACC-richtlijnen adviseren dezelfde hoeveelheid lichaamsbeweging voor zowel vrouwen als mannen [1-2]. Vrouwen doen echter over het algemeen minder aan lichaamsbeweging dan mannen, wat leidt tot de zogenaamde "genderkloof" die al vroeg in het leven begint en zich voortzet op volwassen leeftijd [3-4]. Het is onduidelijk of deze kloof in betrokkenheid bij lichaamsbeweging zich vertaalt in verschillen in lichaamsbeweging-gerelateerde uitkomsten tussen vrouwen en mannen.

Doel van de studie

Het doel van deze studie was om te evalueren of de gunstige effecten van lichaamsbeweging verschillen tussen vrouwen en mannen.

Methoden

De auteurs gebruikten data van 412.413 Amerikaanse deelnemers van de National Health Interview Survey (NHIS)-studie. Volwassenen zonder vastgestelde CHD, MI, beroerte, emfyseem, chronische bronchitis of kanker die tussen 1997 en 2017 deelnamen aan de NHIS-studie werden geïncludeerd in deze analyse. Data over sterfte door alle oorzaken en cardiovasculaire sterfte werden verkregen tot 31 december 2019. In elke enquête werden data verzameld over lichaamsbeweging, sociaaldemocratische kenmerken, medische comorbiditeiten, en zelf-gerapporteerde gezondheidsstatus.

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaten waren sterfte door alle oorzaken en cardiovasculaire sterfte.

Belangrijkste resultaten

Sterfte door alle oorzaken

  • De gunstige effecten van regelmatige lichaamsbeweging versus inactiviteit op sterfte door alle oorzaken waren groter bij vrouwen vergeleken met mannen (HR: 0,76; 95%BI: 0,73-0,80 voor vrouwen en HR: 0,85; 95%bI: 0,82-0,89 voor mannen; Wald-test, F=12,0; P voor interactie<0,001). Dit was ook het geval voor regelmatige spierversterkende lichamelijke activiteit versus inactiviteit (HR: 0,81; 95%BI: 0,75-0,85 voor vrouwen en HR: 0,89; 95%BI: 0,85-0,94 voor mannen; Wald-test, F=7,9; P voor interactie=0,005).
  • Het grootste voordeel van lichaamsbeweging op sterfte door alle oorzaken werd bereikt met 300 min/week matig tot zeer intensieve aerobe lichamelijke activiteit (moderate-to-vigorous intensity of aerobic physical activity, MVPA) bij mannen (HR: 0,82), waarna er een plateau werd bereikt. Vrouwen bereikten hetzelfde voordeel op sterfte door alle oorzaken al na 140 min/week. Vrouwen hadden baat van meer MVPA per week en bereikten het grootste voordeel rond 300 min/week (HR: 0,76; 95%BI: 0.72-0.80).
  • Vrouwen hadden ook meer baat bij zeer intensieve aerobe lichamelijke activiteit en matig intensieve aerobe lichamelijke activiteit.
  • De grootste risicoreductie in sterfte door alle oorzaken na spierversterkende lichamelijke activiteit werd geobserveerd bij mannen die 3 sessies per week van spierversterkende lichamelijke activiteit deden (HR: 0,86). Vrouwen bereikten een vergelijkbaar voordeel na 1,1 sessies per week.
  • De meest gunstige frequentie van spierversterkende lichamelijke activiteit was ook rond 3 sessies per week bij vrouwen (vrouwen hadden een ~tweevoudige reductie in risico vergeleken met mannen). Een toename in het aantal wekelijkse sessies boven dit aantal verminderde de gunstige effecten op sterfte door alle oorzaken bij vrouwen.

Cardiovasculaire sterfte

  • De voordelen van regelmatige aerobe lichamelijke activiteit versus inactiviteit op cardiovasculaire sterfte waren groter bij vrouwen vergeleken met mannen (HR: 0,64; 95%BI: 0,58-0,71 voor vrouwen en HR: 0,86; 95%bI: 0,80-0,93 voor mannen; Wald-test, F=18,8; P voor interactie<0,001).
  • Grotere voordelen van regelmatige spierversterkende activiteiten versus inactiviteit werden ook waargenomen bij vrouwen vergeleken met mannen (HR: 0,70; 95%BI: 0,62-0,78 voor vrouwen; en HR: 0,89; 95%BI: 0,80-0,98 voor mannen; Wald-test, F=9,9; P voor interactie=0,001).

Conclusie

In een groot prospectief onderzoek onder Amerikaanse volwassenen hadden vrouwen een groter overlevingsvoordeel van lichaamsbeweging dan mannen. De voordelen van regelmatige aerobe of spierversterkende lichamelijke activiteiten versus inactiviteit waren groter bij vrouwen dan bij mannen. Bovendien hadden vrouwen bij dezelfde mate van MVPA een grotere sterftereductie. Volgens de auteurs zouden "deze bevindingen inspanningen kunnen vergroten om de "genderkloof" te dichten door vooral vrouwen aan te moedigen om deel te nemen aan regelmatige lichamelijke activiteit in hun vrije tijd".

Referenties

1. Piercy KL, Troiano RP, Ballard RM, et al. The physical activity guidelines for Americans. JAMA. 2018;320(19):2020–2028.

2. Arnett DK, Blumenthal RS, Albert MA, et al. 2019 ACC/AHA guideline on the primary prevention of cardiovascular disease: executive summary: a report of the American College of Cardiology/ American Heart Association Task Force on Clinical Practice Guidelines. J Am Coll Cardiol. 2019;74(10):1376–1414.

3. Guthold R, Willumsen J, Bull FC. What is driving gender inequalities in physical activity among adolescents? J Sport Health Sci. 2022;11(4):424–426.

4. The Lancet Public Health. Time to tackle the physical activity gender gap. Lancet Public Health. 2019;4(8):e360.

Vind dit artikel online op J Am Coll Cardiol.

Registreren

We zijn blij te zien dat je geniet van CVGK…
maar wat dacht u van een meer gepersonaliseerde ervaring?

Registreer gratis