Fase 2-resultaten voor cardiale mitotroop bij patiënten met niet-obstructieve HCM
Nieuws - 10 apr. 2024Efficacy and Safety of Ninerafaxstat, a Novel Cardiac Mitotrope, in Patients with Symptomatic Nonobstructive Hypertrophic Cardiomyopathy: Results of IMPROVE-HCM
Gepresenteerd bij de ACC.24 Scientific Session door: Martin Maron - Burlington, MA, VS
Introductie en methoden
Er is behoefte aan behandelopties voor patiënten met niet-obstructieve hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Deze patiëntenpopulatie omvat een derde van de totale HCM-patiëntenpopulatie. Niet-obstructieve HCM wordt gekenmerkt door diastolische dysfunctie, een energieafhankelijk proces.
Ninerafaxstat is een nieuwe cardiale mitotroop die mitochondriale vetzuuroxidatie gedeeltelijk remt, wat leidt tot een verschuiving naar glucosemetabolisme, verhoogde ATP-productie en verbeterde hartfunctie. Het doel van de IMPROVE-HCM-studie was om de veiligheid en werkzaamheid van ninerafaxstat versus placebo te evalueren bij patiënten met niet-obstructieve HCM en inspanningsbeperking.
IMPROVE-HCM was een geblindeerde, prospectieve, gerandomiseerde, 12 weken durende, fase 2-studie waarin 67 patiënten (18-80 jaar) met niet-obstructieve HCM, LVEF ≥50% bij studieaanvang en inspanningsbeperking (pVO2≤80%; RER ≥1,05) werden gerandomiseerd naar oraal ninerafaxstat 200 mg tweemaal daags (n=34) of placebo (n=33).
Het primaire eindpunt was veiligheid en verdraagbaarheid. Secundaire effectiviteitsuitkomstmaten met betrekking tot functionele capaciteit en gezondheidsstatus werden ook beoordeeld.
Belangrijkste resultaten
- Ninerafaxstat werd goed verdragen. Ernstige nadelige events die tijdens de behandeling optraden kwamen voor bij 4 patiënten (11%) in de ninerafaxstatgroep vergeleken met 2 patiënten (6%) in de placebogroep. Deze events waren COVID, pneumonie, CABG, pyelonefritis en abdominaal abces in de ninerafaxstatgroep en sepsis en hypoxie (na CPET) in de placebogroep.
- De percentages van patiënten die ≥1 nadelige events die tijdens de behandeling optraden ervoeren was 71% in de ninerafaxstatgroep en 61% in de placebogroep. De meeste van deze events waren licht of matig ernstig van aard.
- In de intention-to-treat-populatie was ninerafaxstat versus placebo geassocieerd met klinisch significante verbeteringen in inspanningscapaciteit zoals bepaald met VE/VCO2 (LSM-verschil: -2,1; 95%BI: -3,6 tot -0,6; P=0,005).
- In de intention-to-treat-populatie had een behandeling met ninerafaxstat versus placebo geen effect op KCCQ-CSS (LSM-verschil: 3,2; 95%BI: -2,9 tot 9,2; P=0,2).
- In een post-hocanalyse verbeterde ninerafaxstat versus placebo KCCQ-CSS bij patiënten met een KCCQ-CSS ≤80 bij studieaanvang (LSM-verschil: 9,4; 95%BI: 0,3 tot 18,5; P=0,04), en bij patiënten met NYHA-klasse III bij studieaanvang (LSM-verschil: 13,6; 95%BI: 1,4 tot 25,9; P=0,03).
Conclusie
In IMPROVE-HCM werd behandeling met ninerafaxstat goed verdragen bij patiënten met niet-obstructieve HCM. Behandeling met ninerafaxstat was geassocieerd met verbeteringen in functionele capaciteit, en bij patiënten die bij studieaanvang het meest beperkt waren ook met verbeteringen in de ziektelast van HF-symptomen.
Martin Maron sluit zijn presentatie af door te zeggen dat deze bevindingen "verder onderzoek ondersteunen met een fase 3-studie in een grotere populatie van symptomatische niet-obstructieve HCM om beter te begrijpen of het optimaliseren van de cardiale energievoorziening in feite kan voorzien in een belangrijke onvervulde behandelbehoefte bij deze ziekte".
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens de ACC.24 Scientific Session is verstrekt -
De bevindingen van deze studie werden tegelijkertijd gepubliceerd in J Am Coll Cardiol.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: