Voorschrijven en doseren van GDMT in hedendaagse, real-world-populatie met HF
Nieuws - 16 mei 2024Contemporary guideline-directed medical therapy sequencing and titration in de novo, worsening, and chronic heart failure: first data from the TITRATE-HF study
Gepresenteerd op het ESC Heart Failure Congress 2024 door: dr. Jasper Brugts - Rotterdam
Introductie en methoden
De ESC-richtlijnen over HF uit 2021 adviseren om een behandeling met 4 medicijnklassen (RAAS-remmer/ARNI, bètablokker (BB), MRA en SGLT2-remmer) te starten bij alle patiënten met HFrEF, met snelle optitratie en nauwgezette follow-up in de eerste 6 weken na een ziekenhuisopname voor HF (dit laatste is opgenomen in de Focused Update uit 2023). Informatie over de implementatie van deze aanbevelingen in de praktijk ontbreekt echter.
De TITRATE-HF-studie is een lopende, prospectieve, longitudinale, observationele, multicentrische HF-registerstudie in Nederland waarin de sequentie- en titratiepatronen van richtlijngestuurde medische therapie (guideline-directed medical therapy, GDMT) wordt onderzocht bij real-world-patiënten met HF, met als aanvullend doel de identificatie van implementatiebarrières. In de periode juni 2022-februari 2024 werden 4288 patiënten met LVEF <50% (HFrEF, HFmrEF of HF met verbeterde EF) uit 48 ziekenhuizen opeenvolgend geïncludeerd in het onderzoek. Van hen presenteerden 1732 zich met de-novo-HF (bevestigde HF-diagnose ≤3 maanden voorafgaand aan studiedeelname), 2240 met chronisch HF (diagnose ≥6 maanden eerder) en 316 met verslechtering van HF (diagnose ≥6 maanden eerder plus HF-gerelateerd event).
Belangrijkste resultaten
- Van de patiënten met de-novo-HF kreeg 49,1% al ≥1 GDMT-medicijnklassen voorgeschreven voor andere indicaties dan HF, zoals hypertensie (ACE-remmer, ARNI, BB), coronairlijden (BB) en atriale ritmestoornis (BB).
- Van de patiënten met chronisch of verslechterend HFrEF (n=1860) gebruikte 44,4% quadrupel-GDMT, van wie 0,8% de aanbevolen dosis van alle medicijnklassen kreeg. Redenen voor het niet voorschrijven van GDMT waren bijwerkingen (zoals hypotensie, hyperkaliëmie, verslechterende nierfunctie of urogenitale infectie), intolerantie, contra-indicatie, of een andere of niet-gespecificeerde reden.
- Het aantal recepten voor quadrupeltherapie varieerde van 20% tot 79% voor patiënten met chronisch of verslechterend HFrEF op de deelnemende locaties met ≥50 geïncludeerde patiënten. Op een speciale HF-polikliniek kreeg 47,2% van deze patiënten quadrupeltherapie (RAAS-remmer, BB, MRA, SGLT2-remmer) vergeleken met 32,5% op een algemene cardiologische polikliniek (P<0,001).
- Van de patiënten die werden opgenomen wegens verslechtering van HF, kreeg 73,9% een ander diureticum voorgeschreven of een andere dosering, bij 34,2% werd gestart met een SGLT2-remmer en 13,7% werd overgezet van een ACE-remmer/ARB naar ARNI.
Conclusie
Deze eerste analyse van de TITRATE-HF-studie liet zien dat in een Nederlandse, hedendaagse, real-world-populatie met HF 44% van de HFrEF-patiënten werd behandeld met quadrupel-GDMT, van wie 1% alle aanbevolen doses kreeg. Volgens dr. Brugts geven de bevindingen aan dat de implementatie van behandeling met nieuwe medicijnklassen tijd kost. Hij wees er ook op dat in het afgelopen decennium vaker GDMT’s zijn voorgeschreven aan HFrEF-patiënten in Nederland. Zo kreeg 39% van hen tripeltherapie (RAAS-remmer, BB, MRA) in de CHECK-HF-registerstudie, die liep van 2013 tot en met 2016.
- Onze rapportage is gebaseerd op de informatie die tijdens het ESC Heart Failure Congress 2024 is verstrekt -
De bevindingen van deze studie werden tegelijkertijd gepubliceerd in Eur J Heart Fail.
Deel deze pagina met collega's en vrienden: