Cardiovasculaire Geneeskunde.nl

Effectiviteit en verdraagbaarheid van SGLT2-remmerbehandeling bij ATTR-CM

SGLT2 Inhibitor Therapy in Patients With Transthyretin Amyloid Cardiomyopathy

Literatuur - Porcari A, Cappelli F, Nitsche C, et al. - J Am Coll Cardiol. 2024 Jun 18;83(24):2411-2422. doi: 10.1016/j.jacc.2024.03.429

Introductie en methoden

Achtergrond

Transthyretine-gemedieerde amyloïdcardiomyopathie (ATTR-CM) is een progressieve en dodelijke ziekte die wordt gekenmerkt door de afzetting van amyloïdfibrillen, die bestaan uit verkeerd gevouwen aggregaten van transthyretine (TTR), in het myocardium. Momenteel is tafamidis het enige goedgekeurde geneesmiddel voor de behandeling van ATTR-CM, maar het gebruik ervan is in veel landen beperkt vanwege de hoge kosten [1]. De rol en waarde van HF-standaardtherapieën voor patiënten met ATTR-CM zijn al lang onderwerp van discussie omdat klinische HF-studies patiënten met amyloïddeposities uitsluiten. ATTR-CM was dan ook een exclusiecriterium in eerdere RCT’s naar SGLT2-remmers.

Doel van de studie

Het doel van de studie was om de effectiviteit en verdraagbaarheid te onderzoeken van behandeling met een SGLT2-remmer bij patiënten met ATTR-CM, evenals de associatie van deze behandeling met mortaliteit en HF-ziekenhuisopname.

Methoden

Voor deze multicentrische, longitudinale, observationele studie verzamelden de auteurs de gegevens van 2356 opeenvolgende ATTR-CM-patiënten van 14 verwijzingscentra voor amyloïdcardiomyopathie in het VK, de VS, Oostenrijk en Italië in de periode 2014-2022. Van deze patiënten kregen 260 (11%) een behandeling met een SGLT2-remmer. Met behulp van propensity score matching in een 1:1-verhouding konden 220 patiënten (85%) adequaat gematcht worden met 220 ATTR-CM-controlepatiënten die geen SGLT2-remmerbehandeling kregen.

De mediane follow-uptijd was 28 maanden (Q1-Q3: 18-45).

Uitkomstmaten

De primaire uitkomstmaat was totale sterfte. De secundaire uitkomstmaten waren cardiovasculaire sterfte, ongeplande ziekenhuisopname voor verslechtering van HF en een samengestelde uitkomst van cardiovasculaire sterfte en HF-ziekenhuisopname.

Belangrijkste resultaten

Effectiviteit en verdraagbaarheid

Mortaliteit en HF-ziekenhuisopname

Conclusie

In deze longitudinale, observationele studie waarin gebruik werd gemaakt van propensity-score-matching, hadden ATTR-CM-patiënten die werden behandeld met een SGLT2-remmer minder klachten die pasten bij verslechtering van HF, een verminderde stijging van de NT-proBNP-waarde, een langzamere daling van de eGFR en minder nieuwe lisdiuretiumarecepten na 12 maanden dan patiënten die deze behandeling niet kregen. Gedurende een mediane follow-upduur van 28 maanden was SGLT2-remmerbehandeling geassocieerd met een verlaagd risico op totale sterfte, cardiovasculaire sterfte, HF-ziekenhuisopname en de samengestelde uitkomst van cardiovasculaire sterfte en HF-ziekenhuisopname. Bovendien werd de SGLT2-remmerbehandeling goed verdragen (stopzettingspercentage: 4,5%) en was deze niet geassocieerd met een significante SBD-verandering.

De auteurs merken op dat “de effectgrootten [in dit onderzoek] waarschijnlijk een overschatting zijn van het werkelijke behandeleffect, wat niet ongewoon is in [propensity-score]-gematchte analysebenaderingen, vooral wanneer het aantal events relatief laag is. Desalniettemin vormen de resultaten een sterke ondersteuning voor een gunstig effect op de verschillende uitkomstmaten [...] In afwezigheid van gerandomiseerde studies kunnen deze gegevens artsen informeren over het gebruik van SGLT2-remmers bij patiënten met ATTR-CM”.

Referenties

Toon referenties

Vind dit artikel online op J Am Coll Cardiol.

Deel deze pagina met collega's en vrienden: